| |
| |
| |
Uitnodiging
Onderstaand verhaal van Didi de Paris is een voorpublikatie uit de verhalenbundel Voyeur, die verschijnt in januari '95 bij In de Knipscheer (Amsterdam). De auteur verleent toestemming om met dit verhaal te experimenteren in cyberspace, waar concepten zoals ‘auteur’, ‘tekst’ en ‘lezer’ onherroepelijk op losse schroeven komen te staan. Met dit experiment wordt onderzocht hoe een literaire tekst, in tijden van oprukkend multi-media geweld, buiten zijn oevers kan treden. Deze oproep richt zich alleen tot mensen die een modem hebben en die vertrouwd zijn met BBS-en. In de elektroruimte staat niets vast, er zal dus weeral van alles fout lopen. Dingen veranderen om de haverklap. Wij doen dus een beroep op ervaren en avontuurlijke netsurfers om dit verhaal op te sporen in de wide white space of cyberspace.
Je kan de tekst zelf verrijken, bewerken, ontheiligen, van muziek voorzien, animatiefilmjes inlassen, schrappen, toevoegen, het verloop veranderen, becommentariëren, discussie met andere lezers aangaan, bijkomende informatie toevoegen aan de tekst, vertalen, woorden vervangen door iconen, hypertext toepassen, naar analogie met de orale traditie verschillende versies van een verhaal ontwikkelen, meer keuzemogelijkheden in het verhaal inlassen... Alles kan op voorwaarde dat men de oorspronkelijke tekst niet gebruikt voor commerciële doeleinden. Het copyright van de oorspronkelijke tekst blijft bij de auteur.
Afhankelijk van de inrichting en mogelijkheden van het geraadpleegde BBS kan je on-line dingen doen met de tekst. In de meeste gevallen zal de tekst gewoon in ASCII staan.
| |
| |
Sommige BBS-en hebben een grafische interface. Daar kan je rechtstreeks op werken. Anders download je de tekst en werk je er thuis op in het eigen workstation.
Probeer tijdens deze eenzame winteravonden je modemgeluk uit op volgende adressen:
Vlaanderen:
KnoopPunt BBS (Gent)
2 lijnen: ++ 32 (0)9.225.81.43
++ 32(0)9.224.04.54
Zoek bij de Nederlandstalige conferentie AN.Kultuur.
CabDrivers BBS (Leuven)
++ 32 (0)16.22.36.34 (Message Erea Brain Drain)
Nederland:
Cyber Tag BBS (Amsterdam):
++ 31 - (0)20-689.52.25
NoPapers (Utrecht)
++ 31 - (0)30-36.42.05
Internationaal:
InterNet:
(Nederland) trefwoord DDS. (De Digitale Stad)
CompuServe:
Zoek bij de Art-files, of vraag inlichtingen op volgend
adres: 100113,2477
We zouden het appreciëren als je het uiteindelijk resultaat achterlaat op bovenstaande computeradressen, of een diskette stuurt naar Beosierlaan 28 B-3010 Kessel-Lo. Misschien kunnen we het bij een latere gelegenheid aan een breder publiek tonen.
| |
| |
| |
Didi de Paris
Betty 2
| |
1
Hoe lang is dit aan de gang? Haarscherp kan ik zien hoe de radio vrolijke melodietjes en goedbedoelde maar allesbehalve grappige opmerkingen recht in het midden van mijn hersens spuit. Geen wonder dat een hit soms de hele dag in je hoofd zit. Mijn kop is een basdreun. Ben ik wakker of slaap ik? Droom ik dat ik wakker ben? Ontwaak ik met mijn ogen dicht? Het laken drukt op me. Ik weet zeker dat ik andere dingen hoor dan wat de radio zegt en zingt. In mijn schedel zit een enigma ingeplant dat decodeert en codeert door middel van encryptie.
Wie is die oude zatlap daar in de spiegel? Mijn smoel kreeg weer een feestlift. Een barcode. Ik kom weer zwaar gehavend uit de nacht en zet de radio af. Mijn dromen doorspekt met popdeuntjes zinderen nog na. Is she weird, is she white, is she promised to the night? In de discotheek zag ik haar. Lange zwarte haren en een pony. Net Betty Page, een pin-up uit de jaren '50. Specialiteit: bondage. Oink doink poink! Lenig danst ze verder op mijn netvliezen, springt er trampoline, en boeit mij. Met haar zweepjes en touwen. Zwarte nylons, strak gespannen bustier. Laarzen, hoge hakken! Zwarte lingerie! Kat met ellenlange handschoenen, negen staarten en minstens evenveel levens. Elk leven onttrokken aan de boxen; elke beat een hartslag. Let the beat control your body. High Dancity! Stro-bobobo-scoop! Gelukkig had ik mijn zonnebril op. Sommigen vinden dat cool, maar ik heb geen keus. Sinds ik suiker raffineerde is mijn blik niet meer hetzelfde. Het witte spul verbrandde mijn ogen. De bril beschermt mij tegen fel licht.
| |
| |
Wake me up before you go-go. Dat heb je met die wekkerradio's. Je moet het alarm uitschakelen, anders floepen ze zo weer aan. Straks bel ik de sprekende klok dan kan ik mijn biologische klok weer gelijk zetten.
Heb ik Betty Page gezien? Beetje mollig, beetje vreemd en wreed was ze. Ik mag er niet aan denken! Mijn vrouw ligt in de kliniek.
| |
2
Dievegge! Ze heeft mijn ziel gestolen. De buitenwipper probeerde haar nog in de kraag te vatten, maar ze verdween ermee in de nacht. Of was het ochtend? Toen ze er met de uitsmijter vandoor ging? Als visitekaartje liet ze haar beeld achter in mijn hoofd. Ik heb het in mijn achterkamer in een schrijn geplaatst. Dag en nacht brandt er een lampje naast.
Is het een rage of een cultus? Het is moeilijk te zeggen voor wie er niet mee te maken heeft. Het is een epidemie. Verschrikkelijk verslavend. Eén keer en je raakt er nooit meer vanaf. Haar blik hypnotiseert. Kluistert. Ze leek als twee druppels water op Betty Page, na Marilyn Monroe de meest gefotografeerde vrouw in de jaren '50. Ze heeft mij belogen, ze heeft mij bedrogen - betoverd. En ik ben niet de enige. Al een tijd worden her en der in de stad mensen gevangen door hetzelfde mentale beeld. Wanneer het precies begon kan niemand zeggen. Ginds vecht op zijn zolderkamer een schilder tegen een niet te stuiten drang om haar beeltenis te schilderen, tientallen pogingen per dag. Daar in de kelderverdieping meent een andere gek dat hij godganse dagen, honderden pagina's na elkaar, over haar moet schrijven. Nog een ander heeft patent genomen op al haar attributen. En weer iemand anders nam copyright op elk beeld dat er van haar circuleert. Onbegonnen werk, er lopen
| |
| |
| |
| |
steeds meer vrouwen rond die er net zo uitzien als zij. Een sneeuwbaleffect dat een lawine veroorzaakt.
De rage achtervolgt me tot in mijn bovenkamer. De zwarte van vannacht... Ja, die met haar gitzwarte haren en haar melkwitte huid... Ze heeft me besmet. Geen moment verloor ik haar uit het oog, maar ik was te ver heen om haar op de voet te volgen toen Miss Zwart-wit klokslag middernacht hals over kop naar buiten rende. Ik stommelde achter haar aan en buiten zag ik haar vliegensvlug de lange trappen van het danspaleis af lopen. Ze verloor haar glazen muiltje. Ik rende er meteen heen, nam het op en stak het in mijn binnenzak. Nu reis ik het hele land af, in de hoop haar weer te vinden.
Ik heb inlichtingen ingewonnen. Aan de balie van de afdeling gynaecologie veranderde ik in een staande klok. Mijn hart sloeg traag en werd zwaarder bij elke slingerbeweging. De planeet was een bol aan mijn been en de aarde zoog aan mij...
Mijn vrouw wilde het poliklinisch. Ze komt spoedig weer naar huis, zo vlug mogelijk. In afwachting daarvan dood ik de tijd. Geen moment laat ik onbenut, kosten noch moeite spaar ik om me te informeren over mijn geliefkoosde onderwerp. Over haar verzamel ik alles. Ik documenteer mij als bezeten.
De zwangerschap van mijn vrouw was, in tegenstelling tot wat meermaals in boekjes beweerd wordt, helemaal niet zo leuk en idyllisch. Het was lang bang wachten geweest. Dagenlang waaiden flarden Elephant Man, Eraserhead en Freaks door mijn hoofd. De hele dag was ik in touw. In de late namiddag kwam ik nog net op tijd voor de vernissage van een tentoonstelling die volledig was gewijd aan Betty Page. Vanavond klop ik aan bij een specialist. De eerste die
| |
| |
hier te lande de aandacht vestigde op het fenomeen. Hij leidt mij door zijn huis. Een museum met onbevroede zalen. Zijn verering is absoluut. Zijn kennis is omgeslagen in devotie. Hij heeft voor haar een kapel ingericht. Op zolder. Ongelovigen, zoals zijn vrouw en kinderen, mogen de tempel niet betreden. De expert praat onafgebroken. Ik bekijk de relikwieën. De gebedsruimte is volgestouwd met laarzen en zwepen. En overal haar beeltenis. Kasten vol originele foto's, alleen te bestellen bij speciaalzaken. Na de rondleiding in zijn museum gaan de connaisseur en ik nog even zitten. Het decor zit ons als gegoten en we praten honderduit. Als puntje bij paaltje komt weet hij met grote zekerheid te zeggen dat het in het geval van de zwarte van gisteravond om een vervalsing ging. Het was een replica, een lookalike, een dubbelgangster, een fanaat, Ersatz. Pijnlijk accuraat, tot in de gênantste details, weet hij zijn oordeel te staven.
Als de asbak vol is en de bar leeg neem ik afscheid. Overal in de stad kondigen affiches met haar beeltenis erop Betty Page Party's aan. Het hele straatbeeld wordt door Betty gedomineerd. In de etalages hangen kleren met de begeerde Betty erop: waar fantasie het lichaam raakt. En daar staan de schoenen van Betty Page geëtaleerd. Betty Page had 120 paar schoenen. Ze bewoog zich niet enkel op de 4 3/4″, maar waagde zich ook op de stellages van 6″ high heel shoes, 20 centimeter hoge hakken. In een andere etalage ligt een rijzweep van Betty. En daar een pruik en ginds videotapes waarop ze danst - Sint-Vitusdans! Draaimolens en rekken vol attributen. Platenhoezen en T-shirts, allemaal met Betty Pages erop. In exclusieve boetieks liggen fotoboeken waarin de Amerikaanse fetisj-koningin uit de jaren '50 in alle toonaarden bezongen wordt. Prachtige foto's waarop zij zichzelf toont in mooie en bizarre lingerie, spanking- en bondage-spelletjes uitbeeldt en naakt poseert. Bladzijden
| |
| |
lang alleen Betty Page. Ze heeft al veel inkt doen vloeien...
| |
3
Op de terugweg kies ik resoluut voor een beroep met toekomst: projectontwikkelaar. Mijn eerste project wordt iets kleinschaligs. Het heet SS. Dat staat voor Safe Sex. Een stevige portie veilig vrijen op de markt. Een snelle hap in het kloppend hart van de stad. Tegen betaalbare prijzen.
Ik moet me haasten wil ik nog plaats hebben om mijn automaat te installeren. Er staan al heel wat andere elektronische hokjes en kraampjes. Betaalautomaten, parkeerautomaten, geldautomaten, geautomatiseerde toiletten, een hele muur vol kroketten, stadscompu-info, krantenautomaat, frietautomaat, condoomautomaat en dan nu dus mijn automaat! Een hoerhuisje. Gezellig en klein. Niet groter dan een pashokje, of een hokje waarin men fotootjes maakt. Een stemmig hoerenkotje, in fermette-stijl, een hoerderijtje niet groter dan een tuinhuisje en met geraniums op en rond de ondoorzichtige raampjes, one way screens, Vichy-gordijntjes. Gespecialiseerd in hardcore SM.
De eerste hoerenkast die volledig ingericht is volgens de principes van de virtuele realiteiten. Je komt binnen, hoeft je niet te wassen - waar zou ik trouwens nog plaats hebben om een douche te installeren? Wij richten ons immers niet tot smeerkezen. Condoom hoeft niet. Nee, je trekt je gloves aan, datagloves, een datasuit en je zet een brainboxbril op. Voor minder doen wij het niet, maar je mag dan ook alles verwachten, want zo ben je verbonden aan een alfanumeriek klavier. Wij openen voor jou de nieuwste registers van de liefde. Je kan alles doen, overal aankomen. Alles mag. Alles kan. Je krijgt een muis in de hand. Daarmee kan je een programma samenstellen en er eventueel nog dingen bijte- | |
| |
kenen! In Windows hebben we dat nog niet. In onze elektronische schietkraam garanderen wij je een portie milieuvriendelijke seks. Bioseks met computerbrain, een lust waarbij horen en zien vergaan.
Je betaalt elektronisch, contant geld is uit den boze. Te veel microben. Gewoon je betaalkaart in de gleuf steken. En in geen tijd zuigen wij vakkundig al het geld dat we nodig hebben, tot op de cent, eraf. Op de koop toe maken wij uw portie safe sex fiscaal aftrekbaar... Wie foetert, bezorgen wij een uiterst pijnlijk traagwerkend virus waarvan de symptomen voor de buitenwereld goed zichtbaar zijn. Of kortsluiting!
| |
4
Ik heb blaren op mijn voeten. De hele dag was ik onderweg om informatie te vergaren. Met het groeiende gevoel van gemis. Een besef dat aan mijn schedel knaagt, het besef niet alles gezien te hebben. Het is zoals naar een voetbalmatch of naar een popfestival gaan. Je zit er de hele dag als een koe in de weide. Tot over je enkels in de modder. Steevast tegen woekerprijzen. Je ziet slechts hoe in de verte piepkleine mensjes hun gitaren inpluggen of achter een minuscuul balletje aanhollen. Buiten heb je er geen goeie kijk op. Betty zit gezellig bij de haard. Tenminste, dat vermoed ik. Het is 1955, zwart en grijs en gebroken wit met een kader met gekartelde randen. Links staan spullen waarmee men het haardvuur brandende houdt. Of zijn het marteltuigen die daar half verscholen staan, achter het voetbankje waarop een zwarte suède naaldhak rust. Haar andere been wellustig gebogen, op de grond.
Het zal een haardvuur geweest zijn. In haar bikini met tijgermotief zit Betty, met rechte rug, van kop tot naaldhak
| |
| |
te concurreren met de welvingen van de fauteuil.
Rechts achter haar een raam. Ik verwacht elk moment dat er een roodhuid komt piepen. En helemaal bovenaan rechts is een minuscuul stukje lampekap te zien - veronderstel ik. Tussen het venster en de open haard pronkt, vlak boven de wulpse weelderige welving van haar knie en haar gladde buik, onder de last van een bolle vaas boerenbloemen, een televisiemeubel. Helemaal glimmend, alsof het pas schoongewassen en nog geurend naar nieuw, van tussen haar vlezige dijen, uit de warmte van haar buik geperst werd.
En er is geen man die begrijpen kan hoe zij nu moe maar tevreden recht in het oog van de camera lacht. Het is een fotosessie voor Playboy. De flits van het enorme fototoestel wordt weerkaatst in de boenwas van het lambrizeerwerk, maar nog het meest van al in het ovale schermpje van de kijkkast. Zo'n televisiemeubel leek nog fel op een radiomeubel. Vooral dan de draaiknoppen...
Voor een jongen hadden we geen naam. Toen ik klein was, kon ik niet stil blijven zitten. Men bond mij vast. Onmiddellijk nadat de hoofdpunten van het televisiejournaal opgesomd zijn, onderbreekt men voor reclame: probeer onze nieuwe kunstharten! Pf! Protheses! Ik geeuw. Mijn encyclopedie brengt verstrooiing. In 1948, toen ze zeventien was, vertrok Betty uit haar geboortestreek Tennessee naar New York, met als ambitie pin-upmodel te worden. Ze kwam terecht in het achterkamertje van een fotograaf met wie ze ongeveer 2000 foto's maakte. Stuk voor stuk vergrootten ze haar faam.
Ze hadden een griffel en een lei. Vele griffels brak ik stuk. Maar die lei werd steeds weer schoongemaakt. Alsof ze beseften dat alles wat ze mij in het prille hoofdje probeerden te prenten maar best zo snel mogelijk weer vergeten werd. Elke lei was een kwade droom.
| |
| |
Ik heb Betty in mijn kamer aan het plafond opgehangen. Mijn engel in rubber en latex in opstand tegen de zwaartekracht. Om seks en geweld uit de film te bannen werd in de jaren '50 in Amerika de Hayes Commission opgericht. Het Kefauver-comité zag toe op het zedelijk gehalte van publikaties. Men stelde lijsten met verbodsbepalingen op. In het land waar het mogen rondlopen met een moordwapen verward wordt met een burgerrecht, mochten geen vuurwapens meer in beeld gebracht worden. Evenmin mochten moordscènes getoond worden, en ook geslachtsgemeenschap op het witte doek was absoluut taboe. Betty verscheen in een vijftigtal zwart-witfilmpjes met worstelende dames in pikante lingerie, exotische danspasjes en knevelpartijen. De makers omzeilden de censuurwetten meesterlijk. Ze lieten eenvoudigweg geen mannen in hun creaties optreden; alle SM-scènes speelden zich af in een exclusieve vrouwenwereld waarin de typische dominatrix/slavin-iconografie vorm krijgt.
Wat het begin had moeten worden van een mooie carrière werd het begin van het einde. Nadat Betty in januari 1955 voor Playboy had geposeerd, had het Kefauver-comité haar oog op Betty laten vallen. Van al die viezigheid begrepen ze niets, ze vonden alleen dat de dame met de lederen attributen de vraag naar leren jacks en knipmessen bevorderde. Of is het antwoord simpeler, en is ze gewoon verdwenen, uit het vak gestapt omdat ze zich te oud voelde? Op dat moment was ze tenslotte al 34...
Was het een aflossingskoers? Ik verscheen toen Betty verdween. Niets gaat verloren. Elke dag begonnen ze opnieuw. Ze hadden een griffel, een lei en een liniaal. Regelmatig werd ik hardhandig op de vingers getikt. Toen dat nog niet volstond, bond men mijn linkerhand op mijn rug.
| |
| |
| |
5
Vanochtend ontvang ik post: vers gedragen slipjes. Van Betty Page. Van Concordia Mail. ‘Betty leeft!’ bloklettert mijn krant. Een paar bladzijden verder noteer ik een stijgende beurswaarde voor BP. Op de radio hoor ik Betty. Over mijn behangpapier danst Betty haar wildste dansen.
Er is dezer dagen meer geloof dan je zou denken. Het is een cultus met slechts één heilige en daar omheen in een kring duizenden mannen aan haar naaldhakken. Haar attributen waren relikwieën: kouseband, kousen met naad, hoge hakken, lange handschoenen. Haar toverstokje was een zweep.
Betty Page, de lachende madonna met de zweep. Idool, in de puurste betekenis, een afgodsbeeld. Je ziet haar en je ziet haar niet. Een beeld, want niemand van haar aanbidders heeft haar ooit in levenden lijve gezien. Ze heeft zich geopenbaard via foto's, pornobladen en 8-mm films. De enige en de echte. Zoals primitieve volkeren hun afgodsbeelden niet beschouwen als voorstellingen van de goden maar ze gelijkstellen met die goden zelf. Ze brengen offers aan stenen idolen. De verering voor Betty fixeert zich op een door de camera vastgelegd beeld. Ze boeit, ze kluistert, bindt en knevelt. Haar glimlach gaf haar iets dat het midden hield tussen Jackie Kennedy en Moeder Theresa. In de intimiteit van de bioscoopzaal maakte ze al je dromen waar. In haar luipaardpakje had ze iets van Tarzan. Dan weer zag je haar tussen twee luipaarden en moest je onweerstaanbaar denken aan een schilderij van Fernand Khnopff. In haar boudoir brandde steeds een kaars. Tapijten, lakens en gordijnen waren doordrongen van een geur van heiligheid.
Bij wijze van ochtendgebed controleer ik of er nieuwe gegevens zijn. Thans bevind ik mij in het heiligste der heili- | |
| |
gen, waar het allernieuwste nieuws, heet van de naald, zomaar voor het grijpen ligt. In deze sector staan uitsluitend bestanden over Betty. Het is mijn geheime la. Alleen toegankelijk voor ingewijden. Het codewoord: de sleutel ligt onder de mat.
Met mijn modem sta ik dag en nacht in verbinding met de rest van de wereld. Een wereldwijd intiem gesprek. Goedkoper dan een sekslijn. Ik speur de computernetwerken af. Koortsachtig blijf ik wetenswaardigheden over haar verzamelen. De stroom staat nooit stil. Het is een permanente update. De netwerken zijn beter dan boeken. We wisselen informatie uit. Ik stapel de informatie op, comprimeer die met het pkzip-compressieprogramma, om haar later weer te ontvouwen met het pkunzip-programma.
Wij zijn een hobbyclub. Wij delen dezelfde passie. Zonder dat wij het elkaar kwalijk nemen, zonder dat wij elkaar kennen. Wij zijn een broederschap. Naarstig als mieren brengen wij bits en bytes hier bijeen. Betty is onze koningin. Dag en nacht staan computers met elkaar in verbinding. Als wij er niet zijn, praten die met elkaar.
Betty Page - Red alert! - is meer - Red alert! - terug dan ooit. Red alert! Vliegensvlug duik ik mijn cockpit in, neem plaats in mijn schietstoel en gebruik mijn joystick, manueel. Flight simulation number one. Ik sluit mijn ogen en zie een perfecte kopie van haar. De gedachte is een virtuele realiteit, een dagdroom die ik koester in het donker van mijn schedel; een hologram. Dan sper ik mijn ogen en mijn muil. Mijn tong glipt naar buiten. Sissend. Ik kijk scheel. Op het puntje van mijn tong ligt haar beeld. En dan is er weer een storing, de gedachte aan nog een andere, split screen, afwisselende knipogen, de penetrante geur van haar beeld vult de kamer en ik vaar verder op automatische piloot.
Ze woont in Florida, een schiereiland, veeleer een reser- | |
| |
vaat - junkyard? - waar de Amerikanen hun oude rijke stinkerds dumpen. De Amerikaanse droom belichamend, vet, rijk en oud, wil ze niet meer gezien worden. Onlangs was ze voor een smak geld komen opdagen in het tv-programma ‘Lifestyles of the Rich and Famous’. Ze wilde niet voor de camera. Off screen nam ze deel aan het praatprogramma. Voice over: een film-noir-procedé in kleur.
Zal ik haar ooit zien?
| |
6
Het leven gaat verder. Zoals steeds ben ik bij nacht en ontij op pad om te werken voor vrouw en kinderen. Onder een volle maan loop ik bijna te laat in het middeleeuwse stadje over slecht geplaveide straten en glimmende kinderkopjes. Door kronkelende straatjes naar de kroeg waar vanavond een glansrol is weggelegd voor mij.
Nog net op tijd bereik ik het duistere hol. Houten luiken, of gebarricadeerde ramen? Binnenin gooien futuristische plastic toortsen een diffuus maar discreet licht op de eeuwenoude stal. En dan plots duisternis en vuurwerk in het cultuurpaleis! Een veertiende-eeuwse schone met een torenhoge hoed op. Een Bourgondische diva met een melkwitte huid. De kleur van diegenen die nooit hoeven beulen onder de brandende zon. Naar de raadgevingen van Plinius gebaad in ezelinnemelk. No milk today, luiten en tamboerijnen.
In het decor van het middeleeuwse Brugge, aangevuld met futuristische elementen, komt die Scone swygend op my toe. Ze reikt mij schoolboekenkaftblauwe doosjes aan. Verschillend van grootte, maar allemaal kubussen. In die doosjes liggen, diep weggezonken in lichtblauwe watten, kleinoden. Echte en valse wimpers, echte en onechte teennagels van Betty Page.
| |
| |
Het was een geslaagd optreden, lacht ze. Een zweem van lijkbleke liefde in de maneschijn. Zoals op een middeleeuws doek zag ik haar op mij toekomen. Een hoofddoek van lakense stof - of is het katoen? - in elk geval ruw ogend maar pluizig aanvoelend weefsel, gedrapeerd rond haar opgestoken haar. Alsof ze pas een bad genomen heeft in het Minnewater, gewassen door de nacht, onder de volle maan. Ik kijk haar aan door mijn spiegelbril, het one way screen naar haar hart. Ze lacht, Brugge die schone bijt me.
Ik zet het raampje open om wakker te blijven. Haar gezicht verdwijnt bij de eerste afslag richting Hinterland, en mijn vorstinne wordt Bruges la morte. De lichtjes van het dashboard flikkerden in mijn ogen. Ik rij vannacht weer veel te snel. De weg voor mij alleen. Jackson Pollock en James Dean kan ik niet inhalen. Zij waren jong, en mooie lijken in de krant.
Op het groene laken van de bevallingstafel was de pijn ondraaglijk.
Hoe hard ik ook over de autosnelweg gier, haar gezicht raak ik niet kwijt. Er bestaan nog steeds stammen die niet gefotografeerd willen worden omdat ze vrezen dat hun ziel, of een stuk ervan, weggenomen wordt, ontvreemd wordt. Het is haar ziel, of de vele brokstukken van haar ziel die verspreid liggen, in tienduizenden geniepige boekjes over de wereld rondvliegen, die ervoor zorgen dat Betty nu nog verder leeft.
James Dean stierf in zijn auto. Jackson Pollock stierf in zijn auto. Haar vingernagels klauwden. Pollock schilderde vaak met zijn kwast in zijn mond en zijn voeten omhoog vastgebonden. Een primitieve vorm van bondage. Eenvoudige genoegens.
In mijn handen staan de maantjes.
| |
| |
| |
7
Thuis zit Betty in de zetel te wachten. Ik kan mijn ogen niet geloven. Ademloos kijk ik naar de diva op de sofa. Een kloon? Matrix? Robot? Hologram? Ik laat mijn hart stilstaan. Zo lang als ik kan. De minste trilling maakt de zeepbel stuk. En dan is ze weg. Ze vlucht schichtig als een hinde diep weg in het duistere hart van het woud. Zo gaat het altijd bij Betty. Weg zodra ze één hartslag voelt.
In het leven mag men geen enkele mogelijkheid onbenut laten, Betty. Met opengesperde ogen kijk ik terug op al die mooie jaren. De beelden hebben op mij hetzelfde effect als het kleurenpalet van de melodramatische films van Douglas Sirk. Om mij die tijd weer voor de geest te halen zet ik mijn kartonnen 3D-brilletje op. Het Betty Page 3-D Picture Book is het paradepaardje van mijn verzameling tijdschriften waarin ze verscheen: Wink, Flirt, Beauty Parade, Black Stocking Parade, Black Nylons and High Heels, Exotique, Devil in Skirts, Dominant Damsel, Silky, Eyeful etc. De bibliotheek van Wink & Wank.
Ik had ook een View Master: een verrekijker in bakeliet, met vooraan vierkante formica venstertjes. Daar staken we witte ronde schijfjes in, elk van die schijven bevatte zeven afbeeldingen. De verhalen bestonden uit omslagen die elk drie schijven met 7 afbeeldingen, dus 21 driedimensionale kleurenfoto's bevatten. Je kon het realisme van stereo en de volle kleurenrijkdom nog levensechter maken, Betty, door je eigen foto's op zulke schijven te laten zetten.
Opzij zat er zo'n bruin plastic hendeltje aan, met een veer. Als je die naar beneden liet gaan draaide de schijf één beeld verder, en liet je die hendel met een klak terugschieten, dan kreeg je een klap voor je kop.
Met mijn linkeroog kijk ik door een rood venstertje, met
| |
| |
mijn rechter door een blauw. Met zulke brilletjes op keken wij lang, lang geleden naar horrorfilms. Als men zich sneller dan de lichtsnelheid voortbeweegt wordt men vooraan blauw en achteraan rood, heeft Einstein ooit gezegd.
In het leven moet men keuzes maken. Een man uit één stuk moet de dagen aan elkaar zappen en ingrijpen indien nodig. Naast de sofa met tijgervelbekleding staat het twee-in-één-meubelstukuit de jaren '50: radio en 78-toeren-pickup. Glanzend, teak, atoomstijl. Modern antiquariaat en dus niet langer geschikt voor gebruik.
Mijn computer heb ik aangesloten op de televisie en op de geluidsinstallatie. Drie in één.
Ik heb een cd opgelegd: elektronische geluiden vermengd met de hartslag van een foetus en met kosmische ruis. Heel vaag op de achtergrond klinkt ‘The Model’ van Kraftwerk. Met mijn videomodule bouw ik mijn dagboek:
Betty in the flesh? Geen denken aan! Ik had een droom en ik heb een beeld dat ik wil behouden. Ik zal het invriezen, met screen savers opdat het niet inbrandt op mijn netvliezen. Hier op een blaadje heb ik haar adres. Maar ik ga er niet naartoe, ga er zelf maar een kijkje nemen. Ik bedank ervoor. Ik wil haar niet meer zien! Het is haar eigen stomme schuld. Als je op 22 april 1922 geboren bent, dan is je versheidsdatum natuurlijk al lang vervallen. Een huivering vaart door me heen bij de gedachte dat ik tegen haar zou opbotsen, laat staan dat ik haar huid zou strelen. Mijn neusgaten sperren zich open en mijn neus kerft rimpels in mijn gezicht. Ik laat mijn boventanden zien als ik denk aan de geur die ze nu verspreidt. Ik knarsetand als ik haar stem hoor kraken. Knerpen en piepen. Reutels. Ze plukt aan haar haren. Betty, Betty, Betty, Betty! Ik zal je restaureren. Het is perfect mogelijk. In Frankrijk spoorden ze een kindje op dat drie jaar verdwenen was. Aan de hand van foto's
| |
| |
van familieleden en leeftijdgenootjes reconstrueerde men het kindje. Met succes! Het kind werd teruggevonden. Dit was een geval van veroudering. Omgekeerd kan men natuurlijk ook werken: verjonging. Het mooiste voorbeeld hiervan is het Meisje van Yde. Zij leefde tweeduizend jaar geleden, werd onlangs door arbeiders in het veen gevonden, heropgebouwd met behulp van de computer, CT-scans en röntgenstralen, plus toevoegingen van de wetenschappelijke reconstructie van de taal door Desmond Morris, gekoppeld aan stemreconstructie volgens de computerspraakmethode. Dit is het eerste experiment in zijn soort. Allemaal perfect toepasbaar op Betty. Terloops verklap ik u nu al dat men aanstonds al de andere overledenen, in een groot media-event, waarvan de uitzendrechten allang verkocht zijn, in een gedigitaliseerde versie van de Dag des Oordeels, weer tot leven brengen zal.
Ik eis niet veel. Ik vraag gewoon perfectie. In ruil geef ik haar eeuwige jeugd. Ik zal haar reconstrueren in een virtuele realiteit. Zoals een droom echter en intenser is dan de realiteit. Wat ik van haar verlang, is wat ik haar te bieden heb. Wat ik van haar vraag, is geen tweede jeugd. Neen, voor tweedehands bedank ik, ik wil het bovenste beste, ik wil haar eerste jeugd, ik wil haar tweede leven. Daarna, als ook dat tweede leven verwelkt raakt, zoals de tulpen daar op tafel, verhuis ik naar een volgende. Enzovoort enzovoort. Fast forward. Rewind. Een eeuwige wederkeer van momentopnamen die steeds weer - opflakkeringen - tot leven komen.
Geen moeite zal ik ongetroost laten om mijn doel te bereiken. Ik zal haar bezoeken in een droom. Naalden in een wassen beeldje prikken, geheime spreuken prevelen en mantra's chanten. Door telepathie en telecommunicatie zal ik contact met haar opnemen. Drugs en virtual reality's.
| |
| |
Het doel heiligt de middelen. De technologie zal ik aanwenden om het irreële te concretiseren. Omdat leven onmogelijk is zonder protheses.
| |
8
Op het gladde beeldschermoppervlak van vloeibare kristallen verschijnen concentrische cirkels, en er komt een zilveren handschoen uit, die verandert in een welgevormde hand van vlees en chroom. De hand van de andere kant van het beeldscherm bestuurt mijn joystick.
X-Q's me. R.U. Xperienced? Ze snoert mij de mond, vangt mij in haar net. Trekt mij de matrixruimte in. Ze zingt, ze zoemt. Plugt al mijn zenuwuitlopers in. Naadloos sluiten wij op elkaar aan, nemen alle vormen aan. Haar hese stem fluistert: GO CYBER. Een zwoel briesje waait door mijn hersenpan. Sweet sur/render time. Een siddering glijdt over mijn huid, een rilling rolt over al mijn fibervezels. Zonder een blik op het alfanumeriek klavier tik ik de juiste bevelen in. Een elektronisch tintelen in de vingertoppen, een cyberfingerspitzengefühl, laat ons de juiste keuzes uit de juiste menu's maken. Hard return, soft return, shortcuts. Met haar knalrode vingernagels pkunzipt ze mij, The Queen of Curves extrapoleert mij, tot wij in hetzelfde programma zitten: Torture Tutor... Mijn joystick gaat sneller dan mijn hartslag. Algoritme, algoritme! Log in - log out. Snel - Traag - Stilstand - Sneller. Wie wat waar hoe hoeveel wanneer en welke accessoires. Allemaal vragen die ik razendsnel beantwoord. Ik word beweging, trek alle registers open, omarm mijn klavier en druk alle toetsen in. Teleturbo Dildonics. High tech touch in de viriele virtuele omgeving. Wij spreken fractalen. Vurige tongen. Ik kneed beeld en geluid tot jij er bent, klaar om al mijn digitale dromen waar te maken. Jij wordt ik en ik word jij en wij zijn overal.
| |
| |
| |
9
Mijn handen trillen, mijn hartslag parasiteert op de machine. Zoals iemand die een brandkast kraakt, een ander die de uiterst geheime code van een computersysteem weet te ontrafelen, zo zit ik met mijn tong tussen mijn lippen. Zoals anderen postzegels verzamelen, kranteknipsels plastificeren en rangschikken in ringmappen, of sigarenbanden op flessen kleven, zo heb ik mezelf aan de arbeid gezet.
Omgeven door het rode waas van het nachtelijke uur voeg ik alle kennis en materialen samen. Mijn uiterst beperkte kennis van computernetwerken, multimediale technieken en virtuele realiteiten zit ik hier samen te smelten in de hoop te kunnen komen tot de steen der wijzen.
Vas-y! Go ahead! Fast... Vorwärts! De hele wereld kijkt mee over mijn schouders. Iedereen wil erbij zijn als het wonder geschiedt. Mijn keuken en mijn zolderkamer zijn plots hot places geworden. Out of the blue regent het aanmoedigingen en warme sympathiebetuigingen.
OCR, optical character reading. Alles lees ik in, en ik zet het om in nulletjes en eentjes, alles of niets. Foto na foto scan ik in, beeldje per beeldje digitaliseer ik. Ik lees en ik word gelezen. Ik digitaliseer alles. Ik ben een huis-, tuin- en keukenanarchist, een keukentafeldesktopalchimist. Een virtuele smid die het ijzer smeedt terwijl het aambeeld smelt.
Langzaam overwin ik mijn schroom, in de eenzaamheid trek ik mijn datasuit aan. Het lila lycra kostuum zit me als gegoten. Een tweede huid, een huid vol sensoren. Ik had het me niet beter kunnen dromen.
Huisvlijt, knutselen, allemaal een kolfje naar mijn hand die nu in de dataglove steekt. Quartz. Hertz. Ruis. Licht. Storing. Virtueel licht. Hartslag. Ik zoek de frequentie.
| |
| |
Langzaam - collage - bouw ik het beeld op, eerst zwart-wit, daarna in het flamboyante coloriet van de jaren vijftig. Ik ben er.
Lila en lycra zijn in. Ik trek de tweede handschoen aan. Gaat moeilijker. Ik neem plaats op mijn elektrische stoel. Fasten your seatbelt. Ik zet hem op. De helm zit goed. Om er het hoofd niet bij te verliezen. Onder de headset is het moeilijk ademen. 10-9-8... Het borrelt in mijn hoofd. Bonst. Bruist! Stijgt. Kloppende keel. 5-4-3... Buiten deze head mounted display is er niets. The big black... zero! Sneller dan het licht katapulteer ik mij door een zwart gat. Daar zal ik peis en vree vinden.
Mijn hart bonst in mijn helm. Alles verloopt normaal. Ik ben gerustgesteld door de literatuur.
Hals over kop het hondje Laika achterna, slinger ik mij nieuwe ruimtes in. Ik duik de kosmos in, zwem, vlieg Betty achterna. Ik gebruik de technieken om haar te verjongen, weer tot leven te wekken. Ze wacht op mij. Ik voel het. Ik zoef door licht, scheur door kleuren, flits door tunnels. Daarachter zal ik El Dorado aantreffen. Storingen. Ruis. En dan de luit die weerklinkt en de nachtegaal die zingt. De apotheose: een synchrone synergie, een samensmelting van de verworvenheden van elektronische netwerken, multimedia en virtual reality-technieken.
Op het malse gras ligt Betty. De perceptie van het linker-schermpje verschilt van die van het rechter. Minutieus en geheel naar de werkelijkheid wordt de optische illusie nagebootst. De hersenen combineren beelden van linker- en rechteroog, creëren zo een artificiële driedimensionale ruimte. Dit proces heet stereopsis. Ik zie geen perspectief, hoor geen stereofonie, lijd aan stereoitis. Of misschien zijn mijn warse hersenen niet bereid dingen aan elkaar te breien en te doen alsof er dingen bestaan die er gewoon niet zijn.
| |
| |
Ik trek mijn eyegloves strakker aan. Een moment schrik ik van de tactiele feedback. Binnenkort wordt die randapparatuur volkomen overbodig, dan draait dit alles alleen op elektronische impulsen die de illusie van sensoriële gewaarwording veroorzaken. Een mens zal zich dan poedelnaakt en onbedraad in virtuele realiteiten kunnen gooien. Om zich daar over te geven aan teledildonics met driedimensionaal bewegende hologrammen.
Het beeld valt uit! Heel eventjes maar. Mijn eyephone creëert een nieuw stereoscopisch driedimensionaal gezichtsveld. Betty lacht. Betty met de helm geboren! Trashband, huilende wolven en een vuil trompetspel. Gore, groezelige, gezellige bar. Veel volk vanavond.
Ik wankel, loop tegen haar aan, brand mij aan haar sigaret.
‘Het is niets,’ zeg ik.
Ze kijkt diep in mijn LCD-schermpjes.
| |
10
De een rookt een sigaret erna, de ander schrijft erover en een derde, die doet het gewoon. De schrijver is een lomperik zonder meer, gaat in vrijwillige ballingschap, sluit zich op in twee kubieke meter, een doodskist eigenlijk, en beeldt zich in dat hij via virtual realities met de hele wereld communiceert.
Ik ben een schrijvertje, claustrofoob en te gek om los te lopen. Langs straten en pleinen en parken zwervend, mijn tekstverwerkertje onder de arm, altijd klaar om met mijn notebook op mijn knieën, met twee vingertjes - drumsticks eigenlijk - mijn gedachten uit te tikken.
Ik neem een trek van mijn sigaret. Waar ik gewoonlijk lig in het tweepersoonsbed ligt nu een Betty Page-kloon. Het
| |
| |
licht doet pijn aan mijn ogen. Ik kan toch niet de hele tijd mijn zonnebril op hebben, dan zou ik hem zelfs overdag in mijn slaap moeten dragen. Ik had tenminste de gordijnen kunnen dichttrekken. De buren...
Ze heeft dezelfde gitzwarte haren, ademt haast onhoorbaar. Ik probeer het zachtjes. Je weet maar nooit hoe dat zit met het ochtendhumeur. Ik spreek haar zachtjes toe.
Grimassen op haar gezicht. Het is al veel te laat. Tien uur, u wordt bedankt voor uw goede diensten. Ze kreunt als als ik mijn lippen op haar klamme lichaam druk. Verder niks. Schoonheid, ik verzoek u dringend het pand te verlaten. Ik moet naar de kliniek, mijn vrouw en mijn zoontje afhalen. Het kindje is volkomen normaal. Dan streel ik maar haar armen om vervolgens zachtjes te schudden.
Ze draagt een pruik.
|
|