De Brakke Hond. Jaargang 11(1994)– [tijdschrift] Brakke Hond, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 100] [p. 100] Geert Beullens Gedichten De man van goud Ik ben de man van goud Gebeiteld en gebouwd Verhit door de smid Gevernist door de alchemist Ik rinkel als ik hinkel Ik glans als ik dans Een kroonjuwelenwinkel Draag ik als mijn lauwerkrans Ik sliep in piramides Op stuivers van Charon Ik dronk mede met druïdes In het land van Oberon Kijk, de zon heeft in mijn hand Deze sterretjes gebrand Ik schenk ze aan mijn volk In een goudbrokaten wolk. [pagina 101] [p. 101] De durver Hij is een durver. Droogweg. Hij kneedt meteen in je kont. Als hij zin heeft in marsepein. En zin heeft hij. Springtij. Zeven manen vroeg hij woestijn. Berbersknaap in ballingschap. Droomprins en zijn dromedaris. Zeven maanden droeg hij woestijn. Zijn naam is als een gouden kalf. Dat hij van zand wil smelten. Een standbeeld voor jouw onderkant Op twee betonnen stelten. Wanneer zijn tong gewelven prevelt Echo's van amandel spuwt. Wanneer zijn warme heupwiegen Het kleed over de sokkel duwt, Dan bloeit zijn roede open Gebeiteld in kamelenstront. Dan stuif je als een zandstorm weg. Gestenigd en verlopen. Vorige Volgende