De Boekenwereld. Jaargang 29
(2012-2013)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 70]
| |||||||||||||||||||||||
[pagina 71]
| |||||||||||||||||||||||
Toen Theun de Vries op 21 januari 2005 stierf, liet hij niet alleen een schat aan aantekeningen, documenten, foto's en videobanden na, maar ook een omvangrijke bibliotheek. Aan zijn erven de opgave om ook dit deel van de nalatenschap een goede bestemming te bezorgen. Zij besloten de inhoud van de boekenkasten virtueel te bewaren door de boeken te laten beschrijven in een database.Ga naar eind1 Aan mij vroegen ze de bibliotheek in kaart te brengen, met inbegrip van de aantekeningen die ik in de boeken aantrof. Ik heb inmiddels ieder boek in handen gehad, opengeslagen en doorgebladerd. De relevante gegevens verwerkte ik tot een catalogus en mijn bevindingen vat ik samen in dit artikel.
Een literair bruidsbouquet, samengesteld door zestien Vlaamse, Friese en Nederlandse dichters ter gelegenheid van het huwelijk van Theun de Vries en Aafje Maria Vernes in 1932. Bijzondere Collecties UvA.
| |||||||||||||||||||||||
Potgieters vraagIn de bibliotheek bevond zich Zwischen Republik und Kaiserreich, een boek over keizer Augustus door de Russische cultuurhistoricus Maschkin. De Vries' exemplaar, in 1956 gekocht in Oost-Berlijn, is een Duitse vertaling van het Russische origineel.Ga naar eind2 Bij het inventariseren van zijn boekenbezit vond ik daarin als bladwijzer een verdwaald kladblaadje, waarop hij met potlood een aantekening had geschreven: ‘P. in Amsterdam in 1860 of in Wandelingen door Amsterdam - Het nageslacht zal vragen: Wat hebt ge met de U toevertrouwde erfenis gedaan?’.Ga naar eind3 P. staat voor Potgieter, die zijn tijdgenoten verweet dat ze geen voorbeeld namen aan helden uit de Gouden Eeuw als Rembrandt, Bontekoe en Vondel. Deze aantekening van De Vries was waarschijnlijk bedoeld als opzetje voor een artikel over Potgieter. Het gevonden kladblaadje is voor mij aanleiding om de kritische vraag van Potgieter ook te stellen met betrekking tot de nalatenschap van De Vries: wat hebben wij met de ons toevertrouwde erfenis gedaan? Wíj - dat zijn de erven De Vries en ik, de documentalist. Van de verantwoordelijkheid voor de nalatenschap van De Vries draag ik maar een brokje, want ook anderen houden zich met zijn werk en leven bezig. Maar liefst twee biografen hebben zich aan hem gewijd: Jan van Galen, van wiens De Vries: een schrijversleven in 2011 het eerste deel verscheen en Jos Perry, wiens Revolte is leven enige maanden geleden uitkwam.Ga naar eind4 Daarnaast zijn twee bibliografen aan het werk, Jan van Hattem en Dick Zandbergen, die al de vijfde versie van hun inventarisatie van De Vries' oeuvre hebben afgeleverd. Ook wordt er regelmatig over hem gepubliceerd, met name door medewerkers van het Letterkundig Museum. Zo werken we met z'n allen aan het bewaken en ontsluiten van de ons toevertrouwde erfenis. De bibliotheek in De Vries' woning aan de Egelantiersgracht in Amsterdam had een behoorlijke omvang van 7482 titels. De schrijver had dan ook een veelzijdige belangstelling: van Gedroomd paardrijden tot Die wichtigste Viruskrankheiten der Haustiere; van Stiefmem Ierde (een Friese editie van een van zijn eigen werken) tot Reizen door India en Thailand. In een aparte rubriek van de catalogus zijn de onderwerpen in domeinen gebundeld en dat geeft het volgende beeld van zijn belangstelling:
| |||||||||||||||||||||||
Joyce in SjanghaiZoals te verwachten spant de letterkunde de kroon, met meer dan de helft van de titels. De meest gelezen ‘collegae’ waren - in kwantitatieve volgorde - Shakespeare, Goethe, Vestdijk, Christie, Marx, Engels, Tolstoj, | |||||||||||||||||||||||
[pagina 72]
| |||||||||||||||||||||||
Queen, Potgieter, Vondel en... Rink van de Velde. (De productieve Friese schrijver stuurde van elk nieuw boek een exemplaar aan De Vries). Geschiedenis is een goede tweede, want De Vries was ook historicus. Opvallend is dat de categorie ‘maatschappij’, met inbegrip van het marxisme, lager scoort dan ‘muziek’. De bibliotheek was rijk aan boeken over muziek en beeldende kunst (samen 520 boeken ofwel 7%, inclusief de rubriek ‘media’) - niet verwonderlijk als je bedenkt dat De Vries romans en essays schreef over Bosch, Despréz, Rembrandt, Seeghers, Bach, Haydn, Mozart en Van Gogh.Ga naar eind5 Hij was ook een liefhebber van traditionele oosterse landschapstekeningen en van het werk van Goya, Friedrich, Turner en Monet. In een boek over twintigste-eeuwse kunst schreef hij: ‘Monet: alles!’.Ga naar eind6 Architectuur interesseerde hem veel minder, getuige slechts negen titels. Het staatje toont verder dat er meer dan 600 biografische werken op de planken stonden! De Vries híeld van biografieën - en als biograaf van Spinoza kwam hij in het genre beslagen ten ijs. Hij kende ook de beperkingen van het stiel. In het Biografisch Bulletin schreef hij: ‘Geen biografie is ooit de definitieve’.Ga naar eind7 (Naar valt te vrezen geldt dat evenzeer wanneer er twee tegelijk worden geschreven over dezelfde schrijver...). Van alle biografieën gingen er overigens 52 over een vrouw. Dat is maar 8%, wat weinig lijkt. De literaire hoofdmoot van de bibliotheek bestaat merendeels uit West-Europese werken, in volgorde van belangrijkheid Nederlandstalige (32%), Duitse, Engelse en Franse (sommige buitenlandse werken in vertaling, de meeste origineel). Een paar opmerkelijke verhoudingen: De Vries had meer Engelse dan Russische boeken (11% tegenover 7%), en meer Franse dan Friese: zijn belangstelling voor Noord-Amerikaanse schrijvers was veel groter dan voor Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse. Voorin elk nieuw boek noteerde De Vries consequent zijn naam en het jaar van verwerving, en buiten Amsterdam ook de plaats. In 1958 b.v. schafte hij zich in Sjanghai A portrait of the artist as a young manGa naar eind8 aan - Joyce gekocht in China! Soms vermeldde hij naast het jaartal een bijzondere gebeurtenis die op dat moment plaatsgreep, zoals de geboorte van een van zijn beide kinderen of de lancering van de eerste kunstmaan: ‘ThdeV 1957 - 4 October: Spoetnik’. Uit de jaren van verwerving is de groei van de bibliotheek af te lezen. In de oorlogsjaren kocht hij de minste boeken: zo'n 36 per jaar, toch nog gemiddeld elke tien dagen één. Na de bevrijding groeide de bibliotheek gestaag, met als hoogtepunt het jaar 1968 toen er 179 nieuwe titels bijkwamen, ofwel elke twee dagen één nieuw boek. De omvang van de bibliotheek wordt niet alleen bepaald door de brede belangstelling van de eigenaar - De Vries kréég ook veel boeken. Een groot aantal dankte hij aan zijn levenslange werk als recensent voor een hele reeks van tijdschriften: hij schreef ruim 700 artikelen.Ga naar eind9 Daaronder waren talrijke boekbesprekingen, met name in de communistische bladen Politiek & Cultuur en De Waarheid. Veel van de besproken werken bevonden zich op de Egelantiersgracht. Soms zat in het boek nog een brief van de uitgever met het verzoek om een bespreking. In de Nijmeegse studie over het arbeideristisch-literaire tijdschrift Links Richten vond ik een systeemkaartje met de tekst: ‘Links Richten 1500 woorden Nieuwe Linie’.Ga naar eind10
M. Swaertreger, WA Man. [Utrecht], De Doezende Dar [= De Bezige Bij], [1944]. De Vries nam deze clandestien verschenen novelle later op in zijn bundel De Laars. Verhalen uit een bezet gebied, Arnhem, Van Loghum Slaterus, 1945, Vermoedelijk bevat het pseudoniem ‘Swaertreger’ een drukfout en had het ‘Swaertveger’ moeten zijn. De tekening en het vignet van ‘De Doezende Dar’ werden gemaakt door Fedde Weidema. Bijzondere Collecties UvA.
Theun de Vries (l) in gesprek met Simon Vestdijk (r) in diens woning in Doorn. Foto Louis van Paridon, 1968. Letterkundig Museum, Den Haag.
| |||||||||||||||||||||||
[pagina 73]
| |||||||||||||||||||||||
Tot de bibliotheek behoort verder een onbekend maar aanzienlijk aantal boeken dat eigendom was van De Vries' vrouw Aafje Vernes. Deze zijn na haar dood in 1975 aan zijn bibliotheek toegevoegd. In ruim 120 boeken heeft ze haar naam gezet, hoofdzakelijk West-Europese literatuur en detectives. Enkele van Aafjes boeken had De Vries oorspronkelijk zelf aan haar geschonken, zoals Arthur van Schendels Der liefde bloesems: ‘voor mijn eigen meisje. 8-III-'28 De Vries’.Ga naar eind11 Veel geschonken boeken hebben als datum van verwerving 26 april meegekregen - de verjaardag van de schrijver. Een bijzondere 26 april was die van 1945, toen de bezetter zijn koffers aan het pakken was. Op die ‘bevrijdingsverjaardag’ schonk Aafje hem de West-östlicher Divan - let wel: een boek van een Duitse schrijver!Ga naar eind12 De Vries gaf haar een geschenkje terug: een exemplaar van zijn succesvolle oorlogsnovelle WA-man. Een zeer persoonlijk geschenk van Aafje was het eerste deel van de memoires van pianist Arthur Rubinstein, My young years - niet zozeer vanwege dat boek, als wel vanwege het moment waarop ze het schonk; De Vries schreef voorin: ‘van Aafje Maria, op 8.1.'75, in die mortis’.Ga naar eind13 | |||||||||||||||||||||||
Opdrachten van vakbroedersOnder schrijvers is het een goed gebruik elkaar eigen werk te schenken. In de bibliotheek van De Vries bevonden zich ruim honderd collegiale cadeaus, de meeste met voorin een geschreven opdracht. Deels waren dat geschenken van buitenlandse auteurs die hij via de internationale schrijversorganisatie PEN leerde kennen. Zo was hij bevriend met de Zweedse schrijver Ture Eriksson (‘Für mein Freund und Kollege De Vries, Das Meer ist die Mutter aller Inseln, Ture, Stockholm im Juli 1955’)Ga naar eind14, de Australisch-Engelse communist Jack Lindsay en de Oost-Duitse generatiegenoten Anna Seghers, Hilda Domin en Eberhard Hilscher (‘De Vries, dem verehrten Dichter und Freund, allzeit treulich verbunden. Eberhard Hilscher, Berlin, Ostern 1970’).Ga naar eind15
Een los blaadje met het onvoltooide gedicht ‘Ljocht’, aangetroffen in een van De Vries' boeken. Vermoedelijk is het geschreven tijdens de oorlogsjaren. Letterkundig Museum, Den Haag. ‘Ljocht, reinbôge oer de see, / brêge oer de lânsdouwe, sinneljocht / skewiel ús mei dyn waarmte en wierheid / no't rûnom de kweageasten swermje / brek har geweld, tebarn har fenyn.’
[Licht, regenboog over de zee, / brug over de landerijen, zonnelicht / sta ons bij met je warmte en waarheid / nu de boze geesten rondom zwermen / breek hun geweld, verzeng hun venijn.] De eerste Nederlandse schrijver van wie De Vries een boek-met-opdracht kreeg was P.C. Boutens. Als 23- jarige medewerker van de bibliotheek in Sneek ontmoette hij, kort na zijn verloving met Aafje, de grote dichter in de zomer van 1930 in Den Haag. Het was een exemplaar van de pas uitgekomen bundel Bezonnen verzen. Voorin schreef de meester vrindelijk: ‘Voor de dichter De Vries - van P.C. Boutens - 15 Dec. 1931’.Ga naar eind16 Hella Haasse had op 20 februari 1963 een duidelijke aanleiding: ‘Voor De Vries, in dank voor je monumentale Februari’.Ga naar eind17 Collega Willem van Maanen schreef: ‘Voor De Vries, voor wiens werk ik nog meer ontzag heb dan voor zijn jaren. 26 april 1997’.Ga naar eind18 Klaes Bruinsma schreef op de titelpagina van zijn Friese Reinaert-vertaling zelfs een gelegenheidsgedicht voor De Vries, getiteld Koartrym foar in langebaenrider: Jo, fan sa mannich wurk skepper en skriuwer,
moatt' wol de geast ha as in sterke driuwer.
Hoe mannich lêzer fan Jou swiet geniet
toant him in goed mennist en fine priuwer!
En daaronder: ‘Mei tank en hulde oan de bêste romanskriuwer fan Nederlân, is dit presint fan de oersetter [wg.:] K. Bruinsma’.Ga naar eind19 Simon Vestdijk en Theun de Vries schonken elkaar hun werk zolang hun vriendschap duurde. Zelfs in de oorlog, toen ze een tijdlang in verschillende Duitse kampen gevangen zaten, Sint-Michielsgestel en Amersfoort, stuurden ze elkaar nog boeken. Vestdijk kon het niet nalaten te spelen met de wisselende schuilnamen waarvan De Vries als ondergedoken communist gebruik moest maken: ‘Voor Theun Tjalling Frans de Vries-de Bruyn, van Simon’. (Hoe door de Koude Oorlog de vriendschap voor lange tijd teloorging beschreef ik in de Vestdijkkroniek).Ga naar eind20 Een andere vriend van De Vries, een heel dierbare, was de dichter Pieter Boskma. Verwijzend naar De Vries' historische roman Baron noemde hij hem ‘Groot-Baron der Letteren’.Ga naar eind21 Ook het West-Friese schoolhoofd Jan T. Bremer, dé geschiedschrijver van de kop van Noord-Holland, was een vriend: ‘Voor De Vries[,] de voor mij onnavolgbare grootmeester der vertelkunst’. En in een andere opdracht: ‘Zo goed als jij doe ik 't nóóit, maar ik doe m'n best’.Ga naar eind22 | |||||||||||||||||||||||
AnnotatiesDe aantekeningen die ik bij het doorspitten van De Vries' bibliotheek vond op papiertjes of in de kantlijn stonden meestal in het teken van zijn journalistieke werk, van zijn essays en recensies. Uitgebreide notities vond ik o.a. bij Spinoza, Goethe, Busken Huet, Marx, Lenin, Henriëtte Roland Holst, Thomas Mann en Simon Vestdijk. Substantiële annotaties heb ik overgetypt en in aparte tekstbestanden opgeslagen. De Vries bestudeerde Spinoza en Marx zoals hij Goethe en Vestdijk las: zeer geconcentreerd. Als literatuurcriticus én als historicus was De Vries een langebaenrider, zoals Bruinsma hem noemde: buitengewoon volhardend in het verzamelen van documentatie en het lezen van vakliteratuur. Voor zijn biografie over Spinoza werkte hij ruim honderd titels door. Een ander doorvorst onderwerp waren de ketters, van Spanje tot Ierland en van Bulgarije tot Holland. Ook hier ging De Vries niet over één nacht ijs: hij spelde meer dan zestig boeken. In de kantlijn vond ik vaak het woord | |||||||||||||||||||||||
[pagina 74]
| |||||||||||||||||||||||
‘ketter’ of alleen de hoofdletter KGa naar eind23 - allemaal materiaal voor zijn omvangrijke monografie Ketters uit 1992.Ga naar eind24 In de boeken verborgen zich ook aantekeningen met opzetjes voor proza en poëzie die nooit zijn uitgewerkt. Dat zijn er heel wat: een roman Het klaaglied van Saul, met alvast zes hoofdstuktitels, het verhaal De helse machine over een aanslag op Napoleon, een novelle over de vondst van partituren van Vivaldi, een boek over Laura Marx (de dochter van), de roman De trein over Lenins terugkeer uit ballingschap (er zijn schriftjes vol aantekeningen), de vertaling van enkele gedichten van Ungaretti in het Fries, de aanzet voor een Fries gedicht getiteld Ljocht, en nog zo wat.Ga naar eind25 Een andere literair-historische vondst was een aantekening achterin de Japanse roman Spring snow van Yukio Mishima. Op de binnenkant van het achterkaftje van de pocketuitgave stonden zestien titels van door De Vries geschreven en nog níet geschreven romans in de reeks Fuga van de Tijd, te beginnen met Anna Casparii en eindigend met Atlantische Avond. Ik heb deze notitie aan Sjoerd van Faassen laten zien, die het lijstje titels verwerkte in een artikel.Ga naar eind26 Als de documentalist veel geluk heeft, vindt hij geen schets maar een stukje onuitgegeven manuscript. Op memoblaadjes van de Rheuma StichtingGa naar eind27, waar Aafje Vernes als fysiotherapeute werkte, bevonden zich twee gedichten, waarvan één over een Amsterdams grachtje: Kromboomsloot
Hier talmen nog de oude dromen
van groenig water, scheve bomen
en gevels met een slanke hals
en zich mals
bedrinken aan de zomerluchten [...]
De Vries beheerste naast poëzie nóg een vorm van beknopt schrijven: aforismen. Wellicht dwongen gebrek aan ruimte in de marge en gebrek aan tijd hem tot bondig formuleren. Ik heb een aantal van die beknopte wijsheden uit de kantlijn geplukt, waarvan er hier een paar volgen: Doel van de literatuur is... literatuur
Muziek drukt de totaliteit van het bestaan uit
God = een feodale figuur
De goede oude tijd = de allerberoerdste der nieuwe
tijden
Vooruitgang is een eigenschap
Ja! de waarheid openbaart zich trapsgewijs.Ga naar eind28
| |||||||||||||||||||||||
Het opheffen van de reductieVanaf ongeveer 1933 kun je De Vries een marxist noemen, vanaf 1936 een communist. Aanvankelijk was hij als marxist rechtlijnig historisch-materialistisch en als communist volgzaam. Zijn aantekeningen waren vaak scherp-ideologisch, zoals in zijn harde kritiek op Busken Huets Land van Rembrand en Henriette Roland Holsts Bloemlezing. In Tolstoj's What is art schreef De Vries: ‘Het is merkwaardig dat de schrandere Tolstoj niet doorhad, dat alle kunsttheorieën uit tijd en omstandigheden (klasse, belangen, wensen) voortkomen’.Ga naar eind29
Catalogus van De Republiek der Letteren met het door Jan van Keulen ontworpen vignet. De uitgeverij werd in 1945 opgericht door Daan Goulooze en Mels de Jong, zoon van de tijdens de bezetting vermoorde schrijver A.M. de Jong. De zeer linkse Republiek der Letteren stond los van de Communistische Partij Nederland, in tegenstelling tot uitgeverij Pegasus. De Republiek der Letteren hield in 1954 op te bestaan. Bijzondere Collecties UvA.
Maar met die reductie van bovenbouw tot basis, van kunst tot klasse, was hij in zijn latere leven niet gelukkig meer. In een encyclopedie uit de DDR noteerde | |||||||||||||||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||||||||||||||
Vanaf 1950 was Theun de Vries de ‘huisschrijver’ van Pegasus. De aan de CPN gelieerde uitgeverij wijdde in 1963 een nummer van haar periodiek Het vliegende paard aan hem, naar aanleiding van het feit dat hem de P.C. Hooft-prijs werd toegekend. Bijzondere Collecties UvA.
Minister Theo Bot van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen overhandigt de P.C. Hooft-prijs aan Theun de Vries, 23 september 1963. Naast hem zijn echtgenote Aafje Vernes. Foto Harry Pot/Anefo. Nationaal Archief, Den Haag.
| |||||||||||||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||||||||||||
hij naast het lemma ‘Trotzki’: ‘C'est tout!!’.Ga naar eind30 Het waren dan ook maar twaalf regeltjes Trotski, toch een leider van de Oktoberrevolutie, tegenover bijvoorbeeld anderhalve kolom voor Tschernyschewski, een tweederangs Russische schrijver!Ga naar eind31 Steeds kritischer werden de glossen van De Vries in de vakliteratuur van de Sovjet-utopie, en vol hoon jegens de resultaten van de revolutie en de prestaties van de Russische Partij. In The ABC of Communism had Bucharin geschreven: ‘In communist society there will be absolute freedom of the personality’. De Vries' commentaar: ‘Och arme’.Ga naar eind32 In 1963 had hij - als eerste - een boek van Alexander Solzjenitsin in het Nederlands vertaald, over een Russische dissident: Een dag uit het leven van Iwan Denisowitsj. Toen de CPN-top aan uitgever Pegasus de opdracht gaf om de hele oplage (al dan niet tijdelijk) uit de verkoop te halenGa naar eind33 - het was ‘lasterlijk’ en ‘schadelijk voor de Sovjet-Unie’ - liet De Vries dat over zich heengaan. Deze oekaze zal echter niet bevorderlijk geweest zijn voor zijn relatie met de partij. In 1967 viel hij in een artikel de communistische praktijk in de Sovjet-Unie en China aan. Hij trad af als bestuurslid van de CPN en werd in Moskou verketterd. In 1968 veroordeelde hij openlijk de schrijversprocessen in de Sovjet-Unie en de inval in Tsjecho-Slowakije, die aan de Praagse lente een einde maakte. Terwijl er nog Russische tanks in de straten staan, in december 1968, verblijft De Vries in Praag. Vier schrijvers van de SVAZ, de Tsjecho-Slowaakse schrijversbond, signeren voor hem de Nieuwjaarsuitgave van de bond: het gedicht Prazský hrad (Praagse lente) van Nobelprijs-winnaar Jaroslav Seifert. Voorin die zeldzame uitgave staat: ‘Au seuil de l'année 1969, nous exprimons nos voeux les meilleurs à tous nos amis de Tchécoslovaquie et de l'étranger par ces vers de Jaroslav Seifert [...], nées dans le climat de l'année mémorable 1968’.Ga naar eind34 In oktober 1969 schrijft De Vries in Bucharins The ABC of Communism: ‘De vraag is: hoeveel kan en wil een mens in het communisme verdragen?’.Ga naar eind35 Niets meer, dus: in 1971 treedt hij uit de CPN: de kloof tussen droom en werkelijkheid kan hij niet langer overbruggen. In 1983 plaatst hij in Deutschers biografie van Stalin, waarin de communistische misdaden in detail beschreven wordenGa naar eind36, uitroeptekens in de kantlijn. Hij kan er niet meer omheen: ‘Vadertje Stalin’ is een ‘monsterleugenaar’ geworden, ‘een beest van een vader’.Ga naar eind37 Achterin een pocket over AdornoGa naar eind38 staat in handschrift het gedicht Ruiterlied dat later in de roman Baron zal verschijnen en waarvan ik een fragment op De Vries zelf durf te betrekken: De gouden wolk [...]
ik grijp ze niet meer met de hand
En de drogbeelden in mijn oog
Wrijf ik eruit als zand.Ga naar eind39
Om een aforisme van De Vries aan te halen: ‘Ja! de waarheid openbaart zich trapsgewijs’. | |||||||||||||||||||||||
Leesgedrag na de CPN
Theun de Vries vertrekt in 1958 naar de Sovjet Unie met een delegatie van de Vereniging Nederland-USSR. Jos Perry gebruikt deze foto als omslag voor zijn recente biografie Revolte is leven, Amsterdam, 2013. Anefo/Nationaal Archief, Den Haag.
Theun de Vries in zijn bibliotheek. Foto Jac de Nijs/Anefo, 1963. Nationaal Archief, Den Haag.
Natuurlijk vroeg ik me af of De Vries' leesgedrag veranderde na zijn vertrek uit de CPN, maar in grote lijnen bleek dat gelijk te blijven. Hij behield zijn brede belangstelling, die de geschiedenis en de letterkunde van de | |||||||||||||||||||||||
[pagina 77]
| |||||||||||||||||||||||
hele wereld bestreek. Ook marxisten en neo-marxisten bleef hij lezen.Ga naar eind40 Zijn interesse ging nog steeds uit naar revoluties: Cromwell, de Commune van Parijs, Lenin, Mao. Nog in 2000 kocht hij een boek over omwentelingen, van de Bauernkrieg tot der Fall der Mauer.Ga naar eind41 Voor zover er na 1971 kleine verschuivingen zichtbaar zijn, zou ik zeggen: meer over muziek; iets meer ‘burgerlijke’ wetenschap (Sigmund Freud, Norbert Elias, Philip Schaff, Bertrand Russell, Stephen Hawking);Ga naar eind42 een beetje meer natuur en Fries landschap; opvallend veel over godsdienst (133 nieuwe titels in de tien jaar vanaf 1971, tegenover 90 in de vijftig jaar ervoor). In de jaren zeventig werkte De Vries aan Ketters (1982) en daarna aan een essay over de duivel (1992). Zijn toegenomen belangstelling voor godsdienstige geschiedenis betekende geenszins dat hijzelf op hoge leeftijd - in de trant van Henriëtte Roland Holst - godsdienstig werd. De Vries was niet op zoek naar een god, hij was bij uitstek een waarheidszoeker. Zijn leven lang is hij in filosofische zin een materialist gebleven, hetgeen blijkt uit zijn annotatiesGa naar eind43 en, heel fraai, uit de titel van zijn laatste, tweetalige dichtbundel: Alles begjint by de dingen (2004).Ga naar eind44 Wel was er sprake van een toenemende belangstelling voor zijn eigen wortels, en die staken in doopsgezinde bodem.Ga naar eind45 | |||||||||||||||||||||||
Het laatste boekNa De Vries' overlijden in 2005 is de bibliotheek niet intact gebleven. Er zijn nu dan ook verschillende nieuwe eigenaars. Alle titels van enig literair of historisch belang (vanwege het boek zelf of de annotaties of opdrachten erin) zijn ‘publiek bezit’ geworden en dus voor iedereen toegankelijk. De grootste partij, ruim 500 boeken, is ter inzage in het Letterkundig Museum in Den Haag, bijna 200 boeken zijn naar het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam gegaan en zo'n 170 naar Tresoar (Rijksarchief van Friesland en Provinciale Bibliotheek) in Leeuwarden. Enkele tientallen boeken gingen naar het Genootschap Theun de Vries in Veenwouden, zijn geboorteplaats, waar nu van elk van zijn publicaties één exemplaar aanwezig is. Een aantal relevante studies werd geschonken aan Het Spinozahuis, het Slavisch Seminarium van de Universiteit van Amsterdam en de Europese Stichting Joris Ivens. Een deel van de bibliotheek is in de familie gebleven, een ander deel aan vrienden en kennissen geschonken. De rest is particulier verkocht. Het leeuwendeel van de boeken hebben we in een vrachtwagen naar Maarssen gereden - we moesten een paar keer rijden. Daar staan ze nu te koop bij Dick Zandbergen, De Vries-bibliograaf én boekhandelaar. Zijn antiquariaat in een hoge boerendeel is een paradijs voor elke literatuurliefhebber. Tot zover het materiële antwoord op de vraag wat wij hebben gedaan met de ons toevertrouwde erfenis. Het allerlaatste boek dat de schrijver verwierf, eind 2004, was In Europa; reizen door de twintigste eeuw. ‘Voor De Vries, In vriendschap en respect, Geert Mak’, luidt de opdracht.Ga naar eind46 Ik wil besluiten met een ‘glosse’ die ik vond in de kantlijn van Stefan Zweigs Der Kampf mit dem Dämon.Ga naar eind47 Dit in beknoptheid uitblinkende krabbeltje uit 1929 wil ik opdragen aan Jos Perry en Jan van Galen, de twee biografen van Theun de Vries: ‘Doordenken en dan zich staande houden’. |
|