Column
Elayne
Arnon Grunberg
Op 10 oktober 2001 vierden wijlen Elayne Kleeman en ik onze verloving in een zaaltje van restaurant Barbetta in New York, waar ik nog steeds weleens kom, vooral in de zomer, vanwege de prachtige tuin die ze daar hebben. Ik word altijd buitengewoon vriendelijk ontvangen, maar naar Elayne vraagt niemand meer. Het is misschien te pijnlijk allemaal. Elayne was bevriend met de eigenaresse van Barbetta, een Italiaanse aristocrate die onze verloving nooit zo had begrepen.
Ik ontmoette Elayne voor het eerst in Dolci on Park op de dag dat ik de AKO-prijs won voor Fantoompijn. Een fotograaf van de Volkskrant kwam me fotograferen, een journaliste van die krant stelde me wat vragen. Ik meen dat ik een lauwe poging heb gedaan de journaliste te verleiden, maar ze moet de lauwheid van mijn poging hebben doorzien, want ze ging er verder niet op in.
De Volkskrant zette de foto, waarop ook Elayne te zien was, op de voorpagina, en het minste wat ik kon doen was Elayne een exemplaar van die krant geven. Zo begon een vriendschap, die ruim een jaar later tot een verlovingsfeest leidde. Ons leeftijdsverschil was nogal groot, meer dan veertig jaar. Wat haar vrienden ervan dachten weet ik niet, ze speelden het spel mee denk ik. Mijn vrienden eveneens; alleen mijn toenmalige vriendin, Aaf, liep na het dessert weg, omdat Elayne en het feest haar te veel waren geworden.
Tijdens een etentje in Montreux in de zomer van 2001 had Elayne tegen Aaf gezegd: ‘Ik ken iemand zoals jij, maar dan met talent.’ Dat ze dergelijke opmerkingen zou gaan maken in Montreux had ze al vooraf aangekondigd door schijnbaar tegen niemand in het bijzonder uit te roepen: ‘Fasten your seat belts.’ Met die krakende en licht doorrookte stem van haar. Ook tijdens het verlovingsdiner heeft ze enkele geestige opmerkingen gemaakt, die ik me helaas niet meer kan herinneren omdat ik te veel had gedronken.
Elayne heeft een boek geschreven, How to Turn a Passion for Food into Profit, samen met ene Jeanne A. Voltz. Haar grote liefde was een Libanees geweest, een druze, met wie ze vanwege zijn religieuze overtuigingen niet kon trouwen. Ze had haar eigen public relations-bedrijfje gehad dat zich vooral op de horeca en aanverwante zaken richtte. Volgens haar was Smirnoff een van haar cliënten geweest. Ik schrijf expliciet ‘volgens haar’, want in de wereld van Elayne behoorde ook de fantasie tot het domein van de realiteit. Naar eigen zeggen had ze de brunch groot gemaakt in New York.
Er waren mensen die vonden dat ze iets weg had van Norma Desmond uit Sunset Boulevard, en onze vriendschap leek ook wel een beetje op de vriendschap tussen Norma en Joe Gillis, al had ze geen aapje en ook geen butler en moest ikzelf meestal de rekening betalen. Daar staat tegenover dat ze mij geregeld op eigen kosten achterna reisde. Hoogtepunt was toen ik, ik meen in 2004, wilde inchecken in het Gellért Hotel in Boedapest - er was een festival met Nederlandse schrijvers gaande - en de receptionist van het hotel zei tegen me bij aankomst: ‘Mevrouw Grunberg is er al.’
Mevrouw Grunberg bleek de eenvoudige kamer die door de organiserende partij voor mij was gereserveerd te hebben afgewezen en om een suite te hebben gevraagd. Daar ontving ze me in vol ornaat.
Noodgedwongen moest ik nog een tweede kamer nemen, want Aaf zou naar Boedapest komen en Elayne had een hekel aan veel mensen, en aan Aaf het meest. Ze zei weleens: ‘Ik snap niet wat je in die vrouw ziet. Ze is net zo smakeloos als een oude cracker. Is het een trauma uit je jeugd of zo?’
Later tijdens dat verblijf gooide Elayne haar pruik - ze had kanker, al een tijd, niet lang na mij was de kanker in haar leven gekomen - uit het raam.
Elayne Kleeman, How ta turn a passion for food into profit, New York 1979. Begin uw eigen cateringbedrijf, sla winst uit uw lekkerste gerechten, verdien uw geld met schrijven over eten, win kookwedstrijden en nog veel meer tips.
Achteraf beschouwd heb ik Elayne niet goed behandeld. Ik heb me weinig om haar bekommerd toen ze steeds zieker werd. Ze was geen gemakkelijke patiënte, maar dat is geen excuus. Op de een of andere manier had ik het gevoel dat Elayne alles en iedereen zou overleven. Ze vroeg mij om haar as in Libanon uit te strooien, maar dat heb ik niet gedaan.
Ze stierf in augustus 2005 toen ik met Aaf op reis was in Italië. De laatste reis overigens die ik met Aaf zou ondernemen, een dramatische reis, die Aaf vroegtijdig afbrak. Voor de begrafenis van Elayne kwam ik te laat.
Een vriendin die haar had verzorgd, liet me weten dat ik het appartement van Elayne voor een miljoen dollar kon kopen. Dat heb ik niet gedaan. Ik had geen miljoen.
Ik zou meer over Elayne moeten schrijven, voor de laatste herinneringen aan haar verdampen.