Hoe kweek ik truffels!
Het Manuel de l'amateur de truffes opent met een gesprek in de winkel van ‘Madame Chevet’, waar gastronomen uit allerlei landen bijeen plegen te komen. De conversatie wordt gevoerd tussen de winkelierster en twee heren, respectievelijk aangeduid als ‘de gastronoom’ en ‘de schrijver’. Dit tafereel wordt fraai verbeeld op de litho die als frontispice aan het boekje is toegevoegd. De gourmand keurt met professionele neus de truffels, terwijl de auteur om de hoek toekijkt: ‘Voilà une belle pièce... et des truffes qui ont un parfum...’.
Het ontwerp van deze steendruk is van de hand van de Franse schrijver, acteur en kunstenaar Henri Monnier (1799-1877). Na zijn opleiding in Parijs woonde hij vijf jaar in Londen, waar hij bevriend raakte met de Britse karikaturist George Cruikshank. In 1827 keerde hij terug in Parijs en verkeerde daar in de kring van romantische schrijvers, journalisten en kunstenaars. Hij maakte diverse illustraties voor boeken die destijds in Parijs verschenen, waaronder de ‘manuels’ van Alexandre Martin.
Na het literaire voorwoord geeft het boekje een beknopte geschiedenis van de truffel en een beschrijving van de diverse soorten. Het leeuwendeel van de tekst is echter gewijd aan de voorbereiding, inrichting en uitvoering van een ‘truffière’, een kunstmatige truffelkwekerij die een gereguleerd aanbod van de kostbare zwam mogelijk moet maken. Martin geeft blijk van kennis van zaken en heeft een vlotte pen, waarmee hij de lezers aan zich weet te binden. Om zijn eruditie te onderstrepen eindigt hij zijn Manuel met een uitvoerige ‘Bibliographie des champignons’.
Frontispice van het Manuel de l'amateur des truffes.
Het succes van het truffelboekje moge blijken uit het feit dat al in 1829 een tweede druk uitkwam. Tegenwoordig zijn de publicaties van Alexandre Martin in de antiquarische handel zeer gezocht en uiterst zeldzaam. George Vicaire omschreef deze kleine ‘manuels’ in zijn Bibliographie gastronomique (Londen 1954, p. 568-570) als ‘très curieux’; de humoristische toonzetting en de pittoreske taferelen die de auteur opriep hadden volgens hem in hoge mate bijgedragen aan hun succes.
De prijzen die tegenwoordig voor de boekjes worden gevraagd zijn navenant. Ik kon op het internet geen enkel aangeboden exemplaar vinden van het Manuel de l'amateur de truffes. Met dank aan Alain Caron is het curieuze truffelboekje nu opgenomen in de gastronomische collectie van de Bijzondere Collecties van de UvA. Het staat voortaan ter beschikking van onderzoekers, die hopelijk Alexandre Martin de aandacht geven die hij verdient. Maar ook iedereen die overweegt in zijn of haar achtertuin een ‘truffière’ in te richten is welkom - ik houd me aanbevolen voor de eerste oogst.