De Boekenwereld. Jaargang 29
(2012-2013)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 22]
| |
[pagina 23]
| |
Een lichte glooiing in het landschap valt op. Een bomenrij markeert een langgerekte vorm te midden van de rechthoekige kavels van de Noordoostpolder. Die lange heuvel, rond en vloeiend als een waterdruppel, is Schokland, een eiland in de voormalige Zuiderzee en, na voltooiing van de Afsluitdijk in 1932, in het IJsselmeer. Totdat tien jaar later het land droogviel. Schokland werd een ‘eiland in het land’. In de loop der eeuwen zonk Schokland steeds verder weg, de strijd van de bewoners tegen het water was vergeefs. In 1859 werd het om veiligheidsredenen ontruimd. Op historische kaarten loopt van west naar oost een kaarsrechte lijn die het eiland verdeelt in ‘Amsterdams Schoklant’ en ‘Over IJssels Schoklant’, zoals Christiaan Sepp in zijn Reise- en Zakatlas uit 1773 meldt. Het noordelijke Amsterdamse deel kende het buurtschap Emmeloort, later Emmeloord. In het midden lag de Middel- of Molenbuurt, in het zuiden Zuidert en de Zuidpunt met de vuurtoren Brandaris. Schokland lag langs de vaarroute vanuit Amsterdam over de Zuiderzee naar de Noordzee. Amsterdam had baat bij een baken in zee. De verheffing van Schokland in de vlakke, weidse Noordoostpolder spreekt tot de verbeelding. Het is een eiland in een zee van klei. Waar hoor je de landwind ruisen over de velden alsof hij de zeewind is met heimwee naar de golven van weleer? Aan de rand van een kleine verzameling huizen rond de hervormde kerk rijst een oude zeewering uit boven het tand. Drassige graslanden strekken zich uit tot aan de verre horizon.
Het westen van Overijssel met het eiland Schokland in de Zuiderzee. Kaartblad van de vierbladige kaart van Overijssel van Nicolaas ten Have uit ca. 1648, heruitgave Deventer, Jan de Lat, 1743. Atlas der Neederlanden I:53, schaal ca.
1:100.000; kopergravure, handgekleurd, 43 × 53,5 cm. Het routekaartje van de wandeling over Schokland is gemaakt door Erik van Zuylen. Het voetpad loopt langs een bomenrij van populieren in zuidelijke richting. Op deze zomerse dag geurt het naar gemaaid gras, naar akkers en kruiden. Het zogenaamde Ruïnepad voert over een terp waarop ooit Zuidert gelegen was. Ter herinnering aan de vroegere bebouwing staat hier een schuilhuisje in Schokker stijl, opgetrokken uit hout, voorzien van een lemen vloer en een rieten dak. Het pad meandert langs de voormalige grens tussen water en land en bereikt de zuidpunt. In de akkers zijn de voren recht getrokken, maar het pad maakt een onverwachte slinger rondom de fundamenten van de vroegere kerk, gebouwd in 1300. Het gebedshuis raakte in 1717 in onbruik en deze terp diende voortaan als begraafplaats. Hier, op de zuidpunt, lag het vuurbaken, omringd door kolkend water. Een vuurtorenwachter verbleef in een kleine, tegen de kerk gebouwde woning. Het robuuste, bakstenen vuurbaken werd in 1635 gebouwd aan de westelijke kant van de zuidpunt. Ik stel me voor hoe een schipper vroeger de kaart bestudeerde bij een stormlamp. In het diepe duister van de Zuiderzee was het flakkerende vuurbaken aan de oostelijke horizon zijn enige houvast. Het Ruïnepad gaat over in het Rivierduinpad, dat noordwaarts voert langs de westkant van het eiland. We kruisen de Schokkerringweg en gaan verder over het Keileempad naar het noordelijke deel, dat ooit toebehoorde aan Amsterdam. We bereiken de terp Emmeloord over het Vluchthavenpad door een landschap dat geleidelijk wat ruiger wordt. Emmeloord had vroeger een overwegend katholieke bevolking met een eigen kerk, school en pastoor. Van deze gemeenschap rest slechts een kunstwerk van zwarte natuursteen, waarin alle namen van Schokker families zijn gebeiteld. Uit de periode rond 1900 dateren gebouwen als Lichtwachter, Misthoorn en de Vuurtoren. De laatste, opgetrokken uit staal en met een rood lichthuis in top, zorgde ervoor dat de schepen veilig de haven van Emmeloord konden bereiken. Twee lange palenrijen markeren de kom van de drooggevallen haven en omarmen land in plaats van water. Op de havenhoofden prijken rode en groene lichten voor schepen die nooit meer zullen binnenlopen. Daarachter, op de voormalige zeebodem, strekt zich drasland uit. In het landschap liggen robuuste houten balken die ooit dienden om de ijsgang vanuit het oosten te weren. Het Vluchthavenpad gaat over in het Plankenpad en voert terug naar de Middelbuurt. Het Schokker landschap is hier even ongerept als weerbarstig. In de zomer van 1933 wijdde het blad De Wandelaar een beeldende beschrijving aan Schokland, toen nog een eiland: ‘Zelden heb ik zoo intens de wisselende stemmingen van een landschap ondergaan als gedurende ons verblijf op Schokland, zij het, dat donkere wolken zich boven het bruine riet samenpakten, de zon straalde over de zee of wel de maan, haar baan aan den hemel beschrijvende, het rimpelige water één glanzende, schubbige lichtflitsende maliënkolder deed schijnen, terwijl boven ons de iepebladeren zwart uitgeknipt tegen den hemel onwezenlijk afteekenden en wij onszelf verloren voelden in de onmetelijke natuur. [...] Aan alle kanten omringd door water en slechts door weinigen bewoond, is dit land niet eenzaam. Er ligt iets verhevens over, iets van Gods own country, waar de geest heerscht over de wateren.’
Kester Freriks, Joyce Roodnat en Erik van Zuylen, Wandelingen der Neederlanden. Hedendaagse voetreizen door historisch Nederland, p. 87-91. Dit artikel is een ingekorte beschrijving van de wandeling over Schokland. Het boek verschijnt midden oktober 2013 bij Uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep in Amsterdam. |
|