Personalia
Cornelis Jan Aarts houdt van fietsen. Zijn lievelingsfietsroute loopt - fortuitement - precies onder het Rijksmuseum door. Na het somberste decennium van zijn leven fietste hij eindelijk op vrijdagavond 19 april 2013 weer over het mooiste fietspad ter wereld (illegaal, want dit fietspad ging pas op 13 mei 2013 officieel voor fietsers open).
Willem van den Berg (1934) studeerde in Utrecht Nederlandse taal en letterkunde. Werkzaam aan het Instituut voor vergelijkend literatuuronderzoek aldaar schreef hij een proefschrift over de betekenisontwikkeling van de term ‘romantisch’ in Nederland. In 1985 verkaste hij naar het Instituut voor Nederlandse taal en letterkunde te Amsterdam. Hij publiceerde voornamelijk over de literatuur van de achttiende en negentiende eeuw. Bij zijn afscheid in 1999 verraste de vakgroep Nederlands hem met de heruitgave van een aantal van zijn artikelen onder de titel Een bedachtzame beeldenstorm, hoewel wat hem betreft Bergafwaarts ook passend was geweest. Samen met Piet Couttenier schreef hij Alles is taal geworden, een literatuurgeschiedenis van Noord- en Zuid-Nederland (2009). In 2012 bezorgde hij samen met Piet Gerbrandy een heruitgave in twee delen van Jacob Geels vermaarde essaybundel Onderzoek en phantasie.
Yvonne Bleyerveld is kunsthistorica. Tot vorig jaar was zij in Museum Boijmans van Beuningen betrokken bij de beschrijving van tekeningen uit de vijftiende en zestiende eeuw, thans voert zij een soortgelijk project uit bij Teylers Museum in Haarlem.
Edwin Bloemsaat is mediaevist en boekhistoricus en werkt bij Antiquariaat Brinkman in Amsterdam. Hiervoor was hij werkzaam als beschrijver oude drukken bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag voor de STCN. Tevens verzorgt hij de colleges Geschiedenis van de boekband bij het Plantin Instituut in Antwerpen en is hij bestuurslid van de Nederlandse Boekhistorische Vereniging.
Martijn F. Le Coultre (1959) studeerde notarieel recht in Leiden. In zijn studententijd publiceerde hij samen met M.P. Fränkel De platen bij de Leidsche Studenten Almanak 1838-1897. Nadien volgden publicaties op het gebied van affiches, onder andere in de Boekenwereld, en een bibliografie van het blad Wendingen. Hij is sinds 1981 bestuurslid, thans voorzitter, van het zogenaamde ‘Reclame Arsenaal’ en inmiddels ook van het Affiche Museum in Hoorn. Hij is als bestuurder betrokken bij diverse goede doelen en in het dagelijks leven notaris in Laren (NH).
Marieke van Delft (1954) is curator oude drukken bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.
Paul Dijstelberge (1956) was na zijn studie Nederlandse taal- en letterkunde veertien jaar werkzaam als restaurantkok. Naderhand werkte hij bij de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam als bibliograaf en conservator. Hij promoveerde in 2007 op een onderzoek naar sierkapitalen in oude Nederlandse boeken. Hij is docent boekgeschiedenis en publiceert over literair-historische en boekwetenschappelijke onderwerpen.
Mart van Duijn werkte eerder als IT-specialist bij de Bijzondere Collecties van de Vrije Universiteit en als assistent-curator bij het Museum Meermanno. Tegenwoordig is hij als aio verbonden aan de Rijksuniversiteit van Groningen, terwijl hij daarnaast optreedt als taxateur bij Beijers Veilingen in Utrecht.
Simon Groot (1958) studeerde klarinet en compositie aan de conservatoria van Tilburg en Rotterdam en muziekwetenschap aan de Universiteit van Utrecht. Hij werkte eerder als musicoloog bij het Meertens Instituut en is nu conservator muziekhistorische collecties bij de Bijzondere Collecties van de UvA. Daarnaast is hij werkzaam als koordirigent.
Arnon Grunberg (1971) is schrijver en columnist van De Boekenwereld.
Carl Haarnack (Paramaribo 1963) studeerde Politieke Wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is oprichter van Buku-Bibliotheca Surinamica, een collectie van antieke en zeldzame boeken en prenten waarin Suriname centraal staat (www.buku.nl). Daarnaast is hij medewerker van het tijdschrift Parbode en publiceert hij regelmatig over Nederlandse koloniale geschiedenis. Zo was hij co-auteur van Black is beautiful, Rubens tot Dumas (Amsterdam 2008). Hij is als gastcurator verbonden aan de tentoonstelling ‘Slavernij Verbeeld’ bij de Bijzondere Collecties van de UvA. Hij is lid van de Werkgroep Caraïbische Letteren van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Op dit moment werkt hij aan een proefschrift over de representatie van Suriname in Duitse literatuur tussen 1700-1900.
Frans A. Janssen (1939) is emeritus hoogleraar Boek- en Bibliotheekgeschiedenis aan de UvA. Tot 2002 was hij tevens directeur van de Bibliotheca Philosophica Hermetica in Amsterdam. Hij schreef vele artikelen over de geschiedenis van typografische technieken, typografische vormgeving en boekenverzamelen. Boeken van zijn hand zijn onder meer Technique and design in the history of printing (2004) en Goud en koper in de boekenwereld (2008).
François van der Jeught was voorheen hoofdcommissaris van politie in Mechelen. Hij is secretaris van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen.
Steven de Joode studeerde Duitse taal & cultuur en Boekwetenschap & handschriftenkunde in Amsterdam en Heidelberg. Voordat hij in 2010 bij Antiquariaat Forum in dienst trad, werkte hij achtereenvolgens bij Antiquariaat A.G. van der Steur en de Koninklijke Bibliotheek. Hij publiceerde enkele boekhistorische artikelen en werkte in 2012 mee aan de tentoonstelling en het boek Uit de schaduw.
Warren Lee groeide op in de Verenigde Staten. Hij volgde een lerarenopleiding aan de Universiteit van New Hampshire. In 1970 verhuisde hij naar Amsterdam, waar hij intussen 43 jaar werkzaam is in het boekenvak. In 1989 richtte hij samen zijn levenspartner Frank Nijhof de boekhandel Nijhof & Lee op, gevestigd in de Staalstraat. In 2011 verhuisde hij naar de Bijzondere Collecties van de UvA, waar hij een boekwinkel heeft die is gespecialiseerd in grafische vormgeving, typografie en boekgeschiedenis.
Hans Oldewarris studeerde bouwkunde aan de Technische Hogeschool in Delft. Hij is medeoprichter en -directeur van de in architectuur en design gespecialiseerde uitgeverij 010 in Rotterdam. Op dit moment doet hij promotie-onderzoek naar de uitgaven op het gebied van architectuur en toegepaste kunst van uitgeverij Kosmos in de periode 1923-1955.
Henk Slechte is historicus. Hij werkt als gastconservator en redacteur van tentoonstellingen en catalogi, en publiceert daarnaast over lokaal-, economisch- en cultuurhistorische onderwerpen. In De Boekenwereld heeft hij onder meer artikelen gepubliceerd over makers van politieke prenten, bijzondere en onbekende bibliotheken, en verzamelaars van boeken en prenten. In 2010 verschenen van hem Marius Bauer als kritisch kunstenaar en de Geschiedenis van Deventer. In 2013 was hij mederedacteur en mede-auteur van de bundel Twee Eeuwen Nederlanders in Sint-Petersburg. De Hollandse Kerk als sociaal en religieus middelpunt.
Dirk J. Tang (1947) is historicus en was tot februari 2011 werkzaam voor de Koninklijke Bibliotheek. Hij is (mede)redacteur/auteur van de serie Sailing Letters Journaals. Sinds de zomer van 2011 is hij als gastonderzoeker verbonden aan de Artis Bibliotheek van de Bijzondere Collecties van de UvA. Hij schreef daar aan Slavernij, een geschiedenis, dat onlangs is verschenen. Hij werkte mee aan de lopende tentoonstelling ‘Slavernij verbeeld’ bij de Bijzondere Collecties. Tang publiceerde eerder over slavernij, slavenhandel, Suriname in de zeventiende eeuw, maritieme jeugdliteratuur en over het zwarte kind in Nederlandstalige jeugdboeken.
Kees Thomassen (1950) was conservator namiddeleeuwse handschriften bij de Koninklijke Bibliotheek. Hij is gespecialiseerd in alba amicorum en is sinds 1989 onder de naam ‘De Uitvreter’ actief als drukker in de marge.
Sytze van der Veen (1952) is historicus en redacteur van De Boekenwereld. Van zijn hand verschijnt dit jaar Groot-Nederland en Groot-Colombia, 1813-1830. De droom van Willem I.
Nick ter Wal (1983) werkt bij antiquariaat Fokas Holthuis. Samen met Roosmarie Custers schreef hij de Literaire wandeling Groningen, die afgelopen maand een tweede druk beleefde.
Titus Yocarini (1947) was tot vorig jaar directeur van het Museum voor Communicatie in Den Haag. Van huis uit is hij grafisch ontwerper. Hij is voorzitter geweest van de beroepsvereniging Grafische Vormgevers Nederland en is thans voorzitter van het NAGO, In die hoedanigheid was hij nauw betrokken bij de oprichting van het Wim Crouwel Instituut bij de Bijzondere Collecties van de UvA. Hij publiceert geregeld op het gebied van grafische vormgeving.