De Boekenwereld. Jaargang 29
(2012-2013)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |
[pagina 29]
| |
Het is ongetwijfeld haar eigen verdienste dat Volcxken Diericx niet in vergetelheid is geraakt. Maar afgezien van haar eigen inbreng is haar bekendheid mede te danken aan haar eerste echtgenoot: de schilder, rederijker, prentuitgever en ondernemer Hieronymus Cock (Antwerpen 1518-1570). Het koppel behoort tot de beroemdste echtparen uit de Nederlandse kunstgeschiedenis. Het zijn twee zielen die één gedachte vormen. Als we over Hieronymus spreken, denken we ook Volcxken. | |
De renaissance in prentHieronymus Cock was de meest succesvolle prentenuitgever van zijn tijd. Hij erkende als eerste de kwaliteiten van Pieter Bruegel de Oude, verzamelde het kruim van jonge kunstenaars om zich heen en haalde de beste kopergraveurs naar zijn werkplaats. Hij combineerde een intuïtie voor artistieke kwaliteit met zakelijk inzicht en kennis van de internationale kunstmarkt. In korte tijd bouwden Hieronymus Cock en Volcxken Diericx hun prentenuitgeverij ‘In de Vier Winden’ uit tot de meest invloedrijke van Europa. Hun kopergravures gingen de wereld rond en zorgden voor de naam en faam van kunstenaars als Pieter Bruegel de Oude, Frans Floris, Maarten van Heemskerck en vele anderen. Op die manier speelden zij een cruciale rol bij de doorbraak van nieuwe artistieke ideeën in het toenmalige Europa. M - Museum Leuven organiseert een tentoonstelling die voor het eerst in vijfentwintig jaar een overzicht biedt van de activiteiten van het uitgevershuis ‘In de Vier Winden’. Aan de hand van meer dan honderdvijftig zeldzame en kwetsbare werken op papier wordt het bedrijf aan het publiek voorgesteld. Over Volcxken Diericx is betrekkelijk weinig bekend, al is dat niet te wijten aan Cock. Hij heeft zijn energieke en inspirerende echtgenote zeker niet verplicht tot een leven in de schaduw. Integendeel, met enige zelfspot suggereert hij op talrijke van zijn uitgaven dat zijn vrouw de toon aangeeft. Op zijn prenten staat niet zelden zwart op wit: ‘Laet den Cock coken om 't Volckx wille’. Met andere woorden: door te vertrouwen op zijn vrouw kookt deze kok smakelijke spijzen die er bij het volk in gaan als koek. Het publiek lust hun prenten wel. Cock speelt voor zijn uitgaven in op het volk én op zijn Volcxken. Was zij degene met het zakelijke inzicht, de neus voor nieuwigheden? Had Volcxken voeling met haar naamgever ‘het volk’ en kon zij daarom haar ‘kok’ met zijn neus in de juiste richting zetten? Het is duidelijk dat ze samen zeer succesvol zijn. Hieronymus en Volcxken horen de kassa rinkelen en investeren hun winst, talent en smaak alleen in de beste ingrediënten: drukplaten in kostelijk koper, fijn papier en goede inkt, maar vooral de beste graveurs en ontwerpers die de Nederlanden en Italië op dat moment voortbrengen. Zij produceren geen fastfood, maar culinaire hoogstandjes. Hun keuken is gevestigd in Antwerpen, op de hoek van de Kathlijnevest en de Lange Nieuwstraat. Het bedrijf bevindt zich vlak bij de nieuwe Beurs, op dat moment het kloppende hart van de Europese handel die zich in de 16de eeuw over de hele wereld zal uitspreiden. Hun hoekpand heet ‘In de vier winden’ of ‘Aux quatre vents’, want het ligt aan een kruising vanwaar vier straten zich uitstrekken naar de vier windstreken. Ook de prenten die het echtpaar uitgeeft zijn voorbestemd om in alle windrichtingen te worden verspreid. De fraaie etsen en gravures die zij vanaf 1548 op de markt brengen naar voorbeelden van kunstenaars als Raphael, Hieronymus Bosch, Agnolo Bronzino, Andrea del Sarto, Maarten van Heemskerck, Pieter Bruegel de Oude, Frans Floris, Hans Vredeman de Vries en vele anderen worden internationaal een succes. Binnen amper twee decennia groeit hun onderneming uit tot één van de grootste in haar soort. Het artistieke niveau van hun uitgaven blijft ongeëvenaard, vooral door de langdurige samenwerking met Pieter Bruegel de Oude. Tot zijn dood in 1569 zal Bruegel meer dan zestig modeltekeningen leveren voor grafiek, die behoort tot het allerbeste wat de 16de eeuw heeft voortgebracht.
Pieter I Bruegel, De hazenjacht, prent 1560. Koninklijke Bibliotheek van BelgiË, Prentenkabinet, Brussel
Cock en Diericx concentreren zich op de markt van hoogwaardige prenten, die in de eerste plaats zijn bedoeld voor kunstenaars en geleerden. Met de hulp van Antoine Perrenot de Granvelle, de machtige minister van Karel V, weten zij de topgraveur | |
[pagina 30]
| |
Giorgio Ghisi vanuit Mantua naar Antwerpen te halen. Die zal in Antwerpen voor ‘In de vier winden’ vijf grootschalige prenten maken, waaronder ‘De school van Athene’ en ‘Het dispuut over de Eucharistie’ naar de beroemde fresco's van Raphael in de Stanzen in het Vaticaan. Voor het eerst verschijnen deze kapitale werken van de hoogrenaissance in prent en kunnen kunstenaars en liefhebbers overal in Europa van deze meesterwerken kennis nemen. De verspreiding van vernieuwende artistieke ideeën zal in de komende decennia de uitgeverspolitiek van Cock en Diericx bepalen. De precieze taken van Volcxken binnen de onderneming kunnen we niet achterhalen, maar in ieder geval is zij betrokken bij de dagelijkse leiding. Zij is te zien op een gravure uit een reeks met perspectiefaanzichten naar ontwerp van Hans Vredeman de Vries, die in 1560 wordt uitgegeven. Cock poseert voor deze prent in de deuropening van het huis dat een uithangbord heeft met in vier windstreken blazende puttohoofdjes, met het onderschrift ‘IIII vens’. In de winkel staat Volcxken Diericx achter de toonbank. Door de rechter deuropening is niet toevallig een monumentale voorstelling van de ‘Oprichting van de koperen slang’ te zien. Dit thema is in verband te brengen met het motto van Volcxken: ‘Spaert heere U Volck’. Het zinspeelt op de bede van Mozes aan God om het volk van Israël te verlossen van de slangenplaag (Numeri 21:7). De oprichting van de koperen slang wordt traditioneel gezien als een prefiguratie van de kruisiging van Christus en de verlossing van de mensheid. Op verscheidene uitgaven van ‘In de vier winden’ vinden we naast het motto van Cock - ‘Houdt den Cock in eeren’, soms afgebeeld in de vorm van een rebus -, ook het devies van Volcxken, al dan niet in Latijnse vorm als ‘Paree populo tuo’. Volcxken komt - zowat als enige uitgeversvrouw in die tijd - heel nadrukkelijk naast haar man in beeld.
Prent van Joannes en Lucas van Doetecum naar Allart Duhameel, in: Belegering van de Olifant, ca. 1565. Koninklijke Bibliotheek van België, Prentenkabinet, Brussel
Na het overlijden van Hieronymus, op 3 oktober 1570, loodste Volcxken de uitgeverij nog dertig jaar lang met vaste hand door de meest woelige periode uit de Antwerpse geschiedenis. Hoewel ze die taak ongetwijfeld alleen aan kon, koos ze voor een tweede huwelijk. Eind 1572 hertrouwde ze met de bemiddelde ambtenaar Lambert Bottin. Was dit een verstandshuwelijk om haar sociale positie veilig te stellen? Waarschijnlijk speelde haar nieuwe echtgenoot nauwelijks een rol in het leiden van de uitgeverij. Een monogram LBF of LBE (‘Lambert Bottin fecit’ of ‘Lambert Bottin excudit’) komt voor op enkele uitgaven met het adres ‘Aux quatre vents’, die alle rond het midden van de jaren 1570 verschijnen. Bottin kan de ontwerper noch de graveur van deze prenten zijn geweest en het monogram leest dan ook meer als een toevoeging op het uitgeversadres. Het echtpaar Bottin-Diericx was wel bijzonder actief op de Antwerpse vastgoedmarkt. Gedeeltelijk met de opbrengst uit de handel in prenten werden huizen gekocht die vervolgens werden verhuurd. | |
[pagina 31]
| |
Als Bottin op zijn beurt in 1580 overlijdt, laat hij een steenrijke weduwe achter. Wanneer Volcxken dat had gewild, kon ze gaan rusten op haar lauweren. Ze kon doorgaan met het exploiteren van het rijke fonds dat ze met haar eerste echtgenoot had opgebouwd, maar in plaats daarvan bleef ze nieuwe reeksen en prenten produceren. De concurrentie binnen Antwerpen was toegenomen en er waren ook op politiek, economisch en religieus vlak veel dingen veranderd. De Habsburgse hofhouding en Kardinaal de Granvelle, die in de eerste twee decennia de activiteiten van ‘In de vier winden’ sterk begunstigden, hadden de Nederlanden voorgoed verlaten. De politieke religieuze en economische situatie werd steeds zorgwekkender, zeker na de Beeldenstorm van 1566 - de opmaat van de lange periode van oorlog en conflict, die later de Tachtigjarige Oorlog is gaan heten. Ondertussen was een nieuwe generatie kunstenaars en graveurs opgestaan. De gebroeders Johannes en Hieronymus Wierix hadden hun vroegrijpe talent nog bij het leven van Cock ingezet voor de uitgeverij. Ook voor Volcxken sneden zij prenten naar ontwerpen van Maarten de Vos, waarin de religieuze omwentelingen van die tijd worden weerspiegeld. Deze nieuwe ster in de Antwerpse kunstwereld zal zich in de laatste decennia van de 16de eeuw ontpoppen tot de meest productieve prentontwerper van zijn tijd. Aan Volcxken leverde hij de ontwerpen voor enkele reeksen en bladen die onder meer door de jonge Hendrick Goltzius in prent werden gebracht. Als niet meer zo jonge weduwe gaat Volcxken met succes investeren in jong talent en weet ze met nieuwe publicaties aan te sluiten bij recente evoluties op de prentenmarkt. Dat Volcxken uit het goede hout was gesneden en haar rol als prentuitgeefster met verve speelde blijkt uit de lovende woorden die Dominicus Lampsonius in 1572 in een lofdicht richt aan de schim van Cock en aan diens weduwe: Je hebt je dapper aan een onderneming
gewaagd die jouw sekse overstijgt
en gaat nu dezelfde weg die voordien
je man heeft betreden:
steeds weer ervoor zorgend dat
wat kunstminnaars kan boeien
in koper wordt gegraveerd en wordt uitgegeven.
De dood, die jullie lichamen heeft gescheiden,
zal er dus niet in slagen
de geestelijke band tussen jullie ook maar
één dag te verbreken.
Zo zal ook in mijn verzen, Volcatia,
de onsterfelijke Roem
jouw lof bezingen in één adem met die
van je man, Cock.
Giorgio Ghisi naar Rafaël. Dispuut over de Eucharistie, prent gedrukt van twee platen. Koninklijke Bibliotheek van België, Prentenkabinet, Brussel
Joannes en Lucas van Doetecum naar Hans Vredeman de Vries. Imaginair zicht op een straat met het huis ‘In de vier winden’, prent uit 1560. Koninklijke Bibliotheek van België. Prentenkabinet, Brussel
Van 14 maart tot en met 9 juni 2013 loopt in M - Museum Leuven de tentoonstelling ‘Hieronymus Cock - De renaissance in prent’. Dit project is een partnerschap tussen de Koninklijke Bibliotheek van België, M - Museum Leuven, de Fondation Custodia - Collection Frits Lugt in Parijs en Illuminare - Studiecentrum voor Middeleeuwse Kunst (KU Leuven). Van 18 september tot 15 december 2013 is de tentoonstelling te gast in het Institut Néerlandais in Parijs. Joris van Grieken. Ger Luijten en Jan van der Stock (red.), Hieronymus Cock. De renaissance in prent. Gebonden. 416 p. 320 ills. in kleur. De catalogus wordt door het Mercatorfonds uitgegeven in het Nederlands en Frans. door de Yale University Press in het Engels. ISBN 978 0300 1918 44. €64,95. |
|