Tweede Boudewijn Büchprijs uitgereikt
Op zaterdag 6 oktober is tijdens de Amsterdam Antiquarian Book, Map & Print Fair de Boudewijn Büchprijs uitgereikt. Deze onderscheiding, bestemd voor degene die er het best in geslaagd is een breed publiek voor het antiquarische boek te interesseren, ging dit jaar postuum naar de in juli overleden schrijver, dichter en bibliofiel Gerrit Komrij.
Voorafgaand aan de uitreiking ging Eva Rovers, Büchs biograaf, in gesprek met vier boekhandelaren over hun ervaringen met de bibliofielen Boudewijn Büch en Gerrit Komrij. Antiquaar Bert Hagen viste uit zijn archief een lange nota op, bestemd voor Büch. Achter de bedragen stond in handschrift: ‘opdelen’. Büch, die bij Hagen in zijn hoogtijdagen jaarlijks voor tweehonderdduizend gulden aan boeken kocht, wilde meerdere nota's, omdat het belastingtechnisch beter uitpakte.
Piet van Winden herinnerde zich een bezoek van Gerrit Komrij aan zijn antiquariaat in Leiden. Komrij stond op het punt om terug te vliegen naar Portugal, had het honorarium voor zijn optreden al langen breed aan boeken besteed, maar belandde toch in het ‘peeskamertje’ van Van Winden. Daar liet de antiquaar hem de net gearriveerde perkamenten Chaucer van de Kelmscott Press zien. Handelaar en verzamelaar waren dermate onder de indruk dat erop dit memorabele moment champagne geschonken moest worden. Juist toen liep Komrijs partner, Charles Hofman, de winkel binnen. Toen hij Komrij en Van Winden met het kostbare boek voor hen, champagneglazen in de hand, zag zitten, sloeg de schrik hem om het hart.
De presentatie van Eva Rovers was intelligent en luchtig. Zij zorgde ervoor dat iedereen aan het woord kwam. Antiquaar Ton Kok vertelde dat Boudewijn Büch zijn zaak altijd zonder vooropgezet plan binnenstapte. De verzamelaar kocht wat hem aansprak. Kok maakte eens mee dat Büch achter een kast dook, toen Komrij het antiquariaat betrad. Blijkbaar wilde hij niet gezien worden. Wijzend naar de achterwand van de zaal, waar Klaas Koppe foto's van Büch in zijn volle grachtenpand had uitvergroot, wist Kok zich te herinneren dar Büch hem toevertrouwde dat er in zijn huis heus wel plek was voor een vrouwspersoon. ‘Maar dan moet ze de koffers op de stoep laten staan.’
Veilingmeester Jeffrey Bosch verbleef een week in het Portugese huis van Komrij om er boeken uit te zoeken voor de veiling bij Bubb Kuyper. Er reed een zwaarbeladen vrachtwagen van Casa Branca naar Haarlem. ‘Komrij had vele deelverzamelingen: literatuur, kinderboeken, scatologie. Natuurlijk is niet alles geschikt voor de veiling, maar veel gelukkig wel, omdat Komrij oog had voor vluchtig en efemeer drukwerk, dat maar door weinig mensen bewaard is gebleven.’
Na de discussie volgde de plechtige uitreiking van de Boudewijn Büchprijs voor Gerrit Komrij. Hofman kreeg uit handen van Eva Rovers het beeld dat bij de prijs hoort: twee gestileerde, witte handschoentjes in een antiek glazen kastje. Dit object kon gerealiseerd worden dankzij De Boekenwereld. In zijn televisiereportages en bij Barend & Van Dorp trok Büch altijd handschoentjes aan als hij een zeldzaam of kostbaar bock ter hand nam.
Vervolgens overhandigde Suzanne Holtzer, hoofdredacteur van De Bezige Bij, het eerste exemplaar van Komrijs bundel Boemerang en andere gedichten aan een zichtbaar ontroerde Hofman. Tot slot beschreef Komrijkenner Onno Blom welke tactiek Komrij toepaste wanneer hij in een antiquariaat een onopgemerkt topstuk ontwaarde. ‘Gerrit deed of zijn neus bloedde en ging rustig door met het maken van een grote stapel. Bij het afrekenen vroeg Charles hem, met het gewilde boek tussen duim en wijsvinger, nonchalant of “dat boekje” ook nog mee moest. Geen antiquaar die er acht op sloeg.’