| |
| |
| |
Verschenen boeken
E. Bajkay e.a., Avant-garde Hongroise/Hongaarse avant-garde 1915-1925, Brussel, Brepols Publishers, 1999, 244 p., ISBN 2503509738, BF 12.000.
Hongarije was niet alleen ‘Schwerpunkt’ op de Frankfurter Buchmesse van 1999, maar was ook onderwerp van de Europalia in België. Een van de tentoonstellingen die in het kader van de Europalia werden gehouden is de tentoonstelling in Brussel over de Hongaarse avant-garde in de periode 1915-1925. Deze zogenaamde activistische beweging was voornamelijk gegroepeerd rond de kunstenaar en theoreticus Lajos Kassák (1887-1967) en zijn tijdschrift ma (Vandaag). Maar ook het tijdschrift A Tett (De Daad) had een grote invloed op de eigenzinnige mengeling van expressionisme, futurisme, dadaïsme en constructivisme in Hongarije. Hoewel in de catalogus overwegend aandacht wordt geschonken aan beeldende kunst, is het hoofdstuk over de culturele betrekkingen tussen Hongarije, Nederland en België van boekhistorisch belang. Met name voor geïnteresseerden in de tijdschriften De Stijl en Het Overzicht bevat dit hoofdstuk aardige informatie. De catalogus is in de beste traditie van de Europalia-uitgaven vormgegeven met veel illustraties, waarvan veel in I kleur en groot zijn afgebeeld. (KvO)
| |
Esther Blom, De vlam van het menselijk denken. Nico van Suchtelen (1878-1949), Amsterdam, Wereldbibliotheek, 1999, 239 p., ISBN 9028418415, f 39,50.
Bij het grote publiek was Nico van Suchtelen in de eerste plaats bekend als schrijver van romans als Quia Absurdum en De stille lach (met Annie Salomons), maar in de boekenwereld leeft hij voort als uitgever-directeur van de Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur, oftewel de Wereldbibliotheek. Zijn kleindochter Esther Blom beschrijft in dit boek leven en werk van deze idealist. Zij gaat daarbij chronologisch te werk, met gebruikmaking van lange citaten uit krantenstukken en brieven, en geeft veel aandacht aan Van Suchtelens maatschappelijke betrokkenheid, onder meer zijn protest tegen het opkomend fascisme. Over de uitgever Van Suchtelen komen we minder te weten. Blom kon putten uit nog niet eerder opgedoken handschriften uit het familiearchief, maar veel nieuwe inzichten levert dit niet op. De schrijfster heeft wel een vlotte pen, en de foto's, ook uit het familiearchief, zijn ontroerend. (LK)
| |
Onno Blom, Zolang de voorraad strekt. De literaire boekenweekgeschenken 1984-2000, Amsterdam, CPNB, 2000, 72 p., geïll., ISBN 9074336566, f 19,50.
Boekenweekuitgave van het cpnb, met daarin de verhalen van de totstandkoming van de boekenweekgeschenken uit de genoemde periode. Dat men over de literaire waarde van de boeken kan strijden (en heeft gestreden), vindt men terug in de zeventien artikelen die het boek vormen. Elk artikel begint met het verzoek van de cpnb aan de schrijver om het geschenk te maken en eindigt met de reacties in de pers op het resultaat. Wist u dat in 1983 Wim Kan de voorkeur kreeg boven Cees Nooteboom? Lees in en huiver om dit prachtig vormgegeven boek. (JvW)
| |
Marjan Boot e.a., Theo van Hoytema 1863-1917, Zwolle, Waanders Uitgevers, 1999, 144 p., geïll., ISBN 9040093873, f 49,50.
Iedereen kent ze wel: de kalender platen met vogels of bloemen van Van Hoytema. De originele kalenders zijn haast niet meer te vinden zodat sinds enkele jaren reprints op de markt verschijnen die in de boekhandel te koop zijn. Het Haags Gemeentemuseum organiseerde tot begin februari een overzichtstentoonstelling van het werk van Van Hoytema waarin ook andere aspecten van deze kunstenaar werden belicht die over het algemeen minder bekend zijn, zoals zijn werk op het gebied van de toegepaste kunsten (met name meubels en keramiek). Veel ruimte op de tentoonstelling en in de catalogus is ingeruimd voor de studies van dieren, met name vogels, en de verschillende toepassingen van deze studies in boekillustraties, schilderijen, toegepaste en vrije grafiek.
Het is aan de vooruitziende blik van de toenmalige directeur van het Haags Gemeentemuseum, H.E. van Gelder, te danken dat de uitgebreide collectie
| |
| |
schetsboeken, ontwerpen en tekeningen in de collectie van het museum werden opgenomen en nu als studiemateriaal kunnen worden aangewend. De werkgroep die zich heeft beziggehouden met de catalogus en de tentoonstelling is in haar opzet geslaagd een goed beeld neer te zetten van de zowel in het dagelijks leven als in kunsthistorisch opzicht opmerkelijke man. Waanders Uitgevers verdient een pluim voor het verzorgd uitgeven van de catalogus en het voortzetten van de reeks ‘Kunstenaars rond 1900’. (KvO)
| |
Marga Coesèl, Natuurlijk Verkade. Het verhaal van de albums, Warnsveld/Zaandam, Terra/Stichting Verkade, 1999, 104 p., geïll., ISBN 9062558720, f 39,90.
‘Ericus Verkade bezat op het moment dat hij zijn broodfabriek begon weinig kennis van het bakken van brood. Hij had echter wel reeds ervaring als fabrikant en hij was een ondernemend man.’ Zo wordt de man achter de plaatjesalbums geïntroduceerd door Coesèl. En dat hij een rasondernemer was, blijkt uit het feit dat Verkade de verkooptruc van de eeuw bedacht: bij de diverse Verkadeproducten werden plaatjes verpakt, die ingeplakt konden worden in speciale albums. Het werd een hype. In de Verkadefabriek werd zelfs een speciale plaatjesafdeling ingericht waar zeven mensen werkten. Er zouden in totaal 35 albums verschijnen en menig album beleefde herdruk op herdruk. Het boek van Coesèl biedt een rijk geïllustreerd overzicht van de geschiedenis van de Verkade-albums. Alle tekenaars passeren uitgebreid de revue, Portielje, Van Laren, Voerman, Kuylman en natuurlijk Thijsse. Met naamregister en uitgebreide bibliografie. Leuk voor de verzamelaar, maar plaatjes inplakken kan helaas niet. (IV)
| |
Anton Gerits, Op dubbelspoor en Pilatusbaan. Boeken als middel van bestaan, Zutphen, De Walburg Pers, 2000, 384 p., ISBN 9057300931, f 79,50.
Lezers van De Boekenwereld hebben al eens een voorproefje van Gerits' memoires mogen smaken. Nu de hoofdschotel is opgediend zullen zij zich in de handen wrijven. In zijn boek schetst Gerits zijn loopbaan bij de firma's Martinus Nijhoff nv, Mouton & Co, Ludwig Rosenthal's antiquariaat, Dekker & Nordemann en natuurlijk zijn eigen A. Gerits & Son. Daarnaast is er aandacht voor de verwikkelingen in zijn persoonlijk leven, en voor zijn activiteiten op literair terrein. Gerits schreef zijn boek aan de hand van onder meer de in- en verkoopfiches uit het archief van Martinus Nijhoff, zodat er ook veel gegevens in staan over de prijzen die bijzondere boeken hebben opgebracht. Tevens valt er voor een beginnend antiquaar ongetwijfeld veel uit dit boek te leren, over hoe met moeilijke klanten om te gaan en toch een goed humeur te behouden bijvoorbeeld. Maar het leukst zijn de anekdotes rondom collega-antiquaren, klanten of andere personages, die met gulle hand door het boek zijn gestrooid. Een boek dat je in één ruk uitleest. (LK)
| |
Hannie van Goinga, Alom te bekomen. Veranderingen in de boekdistributie in de Republiek 1720-1800, Amsterdam, De Buitenkant, 1999, 406 p., ISBN 9076452326, f 185,-.
Dit verzorgd uitgegeven proefschrift heeft de boekhandel in de achttiende eeuw als onderwerp, en vult daarmee een leemte die menig boekhistoricus heeft dwarsgezeten. Van Goinga heeft een aantal van haar eerder gepubliceerde artikelen herschreven en gebundeld. Dat het om artikelen gaat merk je bij het lezen wel, omdat de hoofdstukken niet logisch met elkaar verbonden zijn, maar de rode draad, de distributie, is onmiskenbaar aanwezig. Onderwerpen die aan bod komen zijn het adverteergedrag van boekhandelaren, de commissiehandel, de stoklijsten in advertenties (dat zijn de namen van boekwinkels waar het geadverteerde boek verkrijgbaar is), verschillende typen veilingen, ‘ramsj’ in de achttiende eeuw, de eerste Nederlandse antiquaar, leesbibliotheken en leesgezelschappen. Van Goinga breekt een lans voor de krant als bron, en geeft zelf het goede voorbeeld. Haar werkwijze is minutieus, wat het boek tamelijk doorwrocht maakt, maar dat kun je van een ware Fundgrube ook wel verwachten. Het boek bevat onder meer een bijlage waarin opgenomen de Amsterdamse
| |
| |
boekverkopers en drukkers werkzaam in 1740, ingedeeld naar belastingklassen.
Wel een leesbril aanschaffen, want de letter is klein. (LK)
| |
C. Greven, J.J. Heij e.a., Georg Rueter 1875-1966, Zwolle, Waanders, 1999, 208 p., geïll., ISBN 9040093245, f 65,-.
Monografie over een veelzijdig kunstenaar. Georg Rueter was schilder en boekverzorger, en ontwierp affiches, exlibris en kalenders. Ook bekwaamde hij zich in glas-in-loodramen; zo maakte hij er één in de Pieterskerk te Leiden ter nagedachtenis aan Marnix van St. Aldegonde. Voor diverse boeken van de Wereldbibliotheek ontwierp Rueter de banden én de fraaie schutbladen. Naast de vele boekbanden die hij maakte voor Thieme, Versluys en Querido vallen vooral de portretten op van tijdgenoten als Sjoerd de Roos, K.P.C. de Bazel, Dirk Nijland en Leo Simons (directeur van de Wereldbibliotheek). Het boek heeft 243 zwart-wit- en gekleurde illustraties en, met een knipoog naar de kunstenaar, hele mooie schutbladen. (CvdP)
| |
P. van Krieken e.a., Kerstnummer Grafisch Nederland 1999- Kerstmis, Amstelveen, Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen, geïll., ISBN 9070896125, f 89,-.
De makers van het kerstnummer 1999 van Grafisch Nederland zullen als opdracht hebben gehad dit keer de zintuigen tevreden te stellen, want inhoudelijk valt er voor boekenmensen niet veel aan te beleven. Het thema is (voor het eerst sinds 1963) ‘Kerstmis’, en de bijdragen in het volumineuze boekwerk behandelen diverse facetten van het feest dat goddank al weer vele maanden achter ons ligt. De artikeltjes, over kerstmenu, omzetstijging, ster van Bethlehem enzovoort, zijn zonder uitzondering prachtig geïllustreerd op pagina's die je kunt openvouwen. Dat er vele handen en stijlen in te herkennen zijn, beantwoordt aan de opzet van de ‘kerstnummer’-traditie. Het is immers een visitekaartje van de grafische industrie. (LK)
| |
José de Kruif, Liefhebbers engewoontelezers. Leescultuur in Den Haag in de achttiende eeuw, Zutphen, Walburg Pers, 1999, 368 p., geïll., ISBN 905730080X, f 79,50 (NBV-leden f 64,50).
Op 10 november vorig jaar werd in het Damesleesmuseum te Den Haag het eerste exemplaar van de handelseditie van de dissertatie van José de Kruif aangeboden aan de presidente van het museum, mevrouw A.M. Crommelin. Een toepasselijke entourage vanwege de Haagse invalshoek van De Kruifs onderzoek. In de achttiende eeuw nam de boekproductie van met name de wereldlijke literatuur een grote vlucht. Het leek of een steeds grotere groep mensen ging lezen. In Liefhebbers en gewoontelezers poneert De Kruif juist dat er van een toenemend lezerstal geen sprake was. De mensen die toch al lazen, werden hebberig door het toegenomen aanbod en zij gingen meer lezen. Leesbaar boek voor liefhebbers en gewoontelezers. (IV)
| |
Marius van Melle, Boekhandel in beweging. Driekwart eeuw boekenvak met de boekhandelsketens Ella en De Ark als invalshoek, Weesp, Heureka, 1999, 251 p., geïll., ISBN 9062624227, f 39,50.
Deze studie van de boekhandels Ella en De Ark en hun filialen geeft een beeld van de ontwikkeling van de ‘gewone’ boekwinkels in de twintigste eeuw. Ella, in 1922 opgericht door L. van Reijen, en De Ark, een creatie van zijn zoon Frans, stemden hun beleid inzake inkoop en reclame niet af op de intellectuele elite, maar op de doorsnee-boekenkopers. De Bredase firma Ella was wel opmerkelijk liberaal en L. van Reijen kreeg het daarom regelmatig aan de stok met katholieke gezagsdragers. Ella bezat later filialen in Rotterdam, Amsterdam, Hilversum, Den Bosch en Den Haag. De Ark zat in Schagen, Amsterdam, Bussum, Amersfoort en Almere en bestaat nog steeds. Hoewel dit boek de opzet van een jubileumboek verraadt, is de toon neutraal en de visie ruim. De auteur legt goed uit hoe de verschillende instanties in het boekenvak opereren en waar het soms mis kan gaan. Enigszins overdone is de toevoeging als bijlage van alle stukken (stukjes) die ooit
| |
| |
over de boekwinkels zijn geschreven. Een pluspunt zijn de authentieke illustraties. (LK)
| |
Nederlandse industriële boekbanden. Een keuze uit de collectie A.S.A. Struik in de Universiteitsbibliotheek Amsterdam, Amsterdam, Universiteitsbibliotheek Amsterdam, 2000, 104 p., geïll., ISBN 9061250943, f 30,-.
Tentoonstellingscatalogus met liefst 280 kleurenplaatjes! Door de tentoonstelling in de ub, de ophelderingen in de catalogus bij de boekbanden en de korte historische exposés die de banden in periodes indelen, ga je ineens zien hoe mooi veel van deze industriële bandjes eigenlijk zijn. En laten we daarbij niet vergeten hoeveel belangrijk werk oud-uitgever Albert Struik verricht heeft om deze collectie bij elkaar te brengen. Met los bijgevoegd een index op boekbandontwerpers en literatuurlijst. (JvW)
| |
Isabelle Olivero, l'Invention de la Collection. De la diffusion de la littérature et des savoirs à la formation du citoyen au XIXe siècle, Parijs, Éditions de l'imec, 1999, 335 p., ISBN 2908954518, FF 220.
Degelijke studie over een onderwerp waarvoor ook in Nederland belangstelling bestaat: series. Olivero bestudeert de opkomst van de serie als uitgeversstrategie in Frankrijk in de negentiende eeuw. Ze behandelt zowel de literaire als de populair-wetenschappelijke series en geeft speciale aandacht aan klassiekenreeksen. Een van de bekendste series was de Bibliothèque Charpentier waarin onder meer werk van Mme de Staël en Alfred de Musset verscheen. Het boek van Olivero valt in drieën uiteen: ze behandelt eerst de opkomst van de series, vervolgens de manier waarop ze samengesteld werden en met welk doel, en ten slotte de verspreiding van de seriedeeltjes en de manier waarop ze in de samenleving functioneerden. Olivero is een pupil van Roger Chartier, en dus een ‘histoire-du-livre’ - adept. Dat betekent dat zij naast gegevens over oplagen en titelselectie, in haar geschiedenis ook aandacht schenkt aan de historische context. Bevat vele bijlagen, waarin onder meer de samenstelling van enkele reeksen is opgenomen. (LK)
| |
Dorinde van Oort, Een wandeling naar de Koninklijke Bibliotheek. In het voetspoor van bewoners, architecten en kunstenaars, Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 1999, 63 p., geïll., ISBN 9062591426, niet in de handel (oplage 2000 ex.).
Enige jaren geleden kostte het nogal wat moeite de entree te vinden van het kb-gebouw, waarin behalve de Koninklijke Bibliotheek ook andere culturele instituten zijn gehuisvest, zoals het Letterkundig Museum en de rkd. De afgelopen paar jaar is er echter onder de bezielende leiding van de onlangs overleden architect Herbert van der Brugghen flink verbouwd. Zo ontstond onder meer een geheel nieuwe entree. Tegelijkertijd met de architectonische verbeteringen aan het gebouw werd een kunstproject gestart om het culturele karakter van het gebouw en al zijn instellingen te onderstrepen. Zowel binnen het gebouw als erbuiten werd een zestal kunstobjecten geïnstalleerd. Op een fictieve rondgang door en rond het gebouw vertelt de auteur, terwijl zij eigenlijk op weg is om op de afdeling bijzondere collecties van de kb het Visboock uit 1578 te bestuderen, aan de hand van interviews met de verschillende kunstenaars op gezellige babbeltoon het verhaal achter de passage-etalages, de verticale middeleeuwse dichtregel, Hiëronimus' studiecel, de ronde-spiegeltjeswand, de digi-hal en de culturele graffiti in de aula. (IV)
| |
Gerard Post van der Molen en Ronald Rijkse, 't Geluck waeit niemand in den mond. 20 jaar margedrukker De Ammoniet, Amsterdam/Middelburg, 2000, 256 p., ISBN 9072151186, f 47,50.
Gezamenlijke uitgave van de ub Amsterdam en de Zeeuwse Bibliotheek. Het boek, dat er van buiten en van binnen schitterend uitziet, bevat de geschiedenis van De Ammoniet en een uitputtende bibliografie. Door de advertenties achterin kon het boek neutraal geproduceerd worden, zodat de opbrengst voor de volle 100% ten goede komt aan de collecties bibliofiel en marginaal drukwerk van beide bibliotheken. Snel kopen dus dat boek, want de oplage is slechts 750 exemplaren groot. (JvW)
| |
| |
| |
Arend Fokke Simonsz., De boeknegotie in het toekomend jaar drie duizend, Utrecht, Veen Uitgeversgroep, 1999, 55 p., ISBN 9024535573. Niet in de handel.
Eind 1999 maakte de Veen Uitgeversgroep de sprong naar zelfstandigheid. Om deze stap kracht bij te zetten verscheen dit boekje met een voorwoord van René Gude. De boeknegotie in het toekomend jaar drie duizend geschreven in 1793 door de Amsterdamse uitgever Arend Fokke Simonsz. (1755-1812). In de tekst spreekt de schrijver zich vakbekwaam uit over het wel en wee van de boeknegotie in de verre toekomst. ‘Zijn visie is geen droom of giswerk. Het is verbeelding gebaseerd op feiten’ schrijft Gude in zijn inleiding. Hoewel het toekomstbeeld van Simonsz. over het algemeen somber en schokkend is, voorspelt hij juist een grote culturele en economische groei voor de boekenmakers. De burger van de toekomst begeert alleen nog boeken. Of, zoals Simonsz. schrijft: ‘(er is) zoo groot een trek in boeken, dat er in het jaar mmm ieder mens op valt; oud en jong leest even vlijtig.’ (KvO)
| |
Anne-Katrin Ziesak, Walter de Gruyter Publishers 1749-1999, Berlijn/ New York, Walter de Gruyter, 1999, 280 p., geïll., ISBN 3110167417, DM 58,-.
Wie op het juiste moment op de juiste plaats was, maakte op de Frankfurter Buchmesse van verleden jaar kans op een aardig cadeau van een uitgever. Uitgeverij Walter de Gruyter vierde in 1999 haar 250-jarig jubileum met onder meer een tentoonstelling in de Staatsbibliotheek van Berlijn en de uitgave van een gedenkboek waarin de geschiedenis van de uitgeverij is beschreven. De Gruyter staat bekend als een academische uitgever die zich heeft gespecialiseerd in uitgaven op het gebied van geesteswetenschappen, recht, medicijnen en de natuurwetenschappen. In de eerste vijf hoofdstukken van het boek worden de voorlopers (o.a. Georg Reimer, Karl I. Trübner en I. Guttentag) van de huidige uitgeverij uitvoerig beschreven. Na de Eerste Wereldoorlog kwamen zij samen in de Vereinigung wissenschaftlicher Verleger. Walter de Gruyter was de drijvende kracht achter de fusie. Met het plotselinge overlijden van De Gruyter in 1923 verloor de uitgeverij een hoofdfiguur, maar het betekende geenszins het einde van de VwV. De uitgeverij groeide door en breidde in de jaren zeventig verder uit door de aankoop van uitgeverijen in Nederland en Amerika en is momenteel een van de belangrijkste academische uitgeverijen in particuliere handen. Het boek is degelijk van opzet en spaarzaam doch smaakvol geïllustreerd. (KvO)
|
|