In memoriam Edgar Franco (1915-1999)
P.J. Buijnsters
Edgar Franco, 1995. Foto Reinier Hummelen.
Op 23 april 1999 overleed na een kortstondige ziekte Edgar Franco, voor velen het gezicht of liever de sprekende stem van antiquariaat/veilinghuis J.L. Beijers bv te Utrecht. Hij was niet de enige antiquaar die dit jaar is heengegaan. Maar terwijl anderen - Frits Knuf, Gert Gijsbers en J. van Loon - zich reeds lang uit het actieve zakenleven hadden teruggetrokken, bleef Franco tot voor kort bij Beijers dagelijks in de weer. Wie daar, ‘zomaar’, het statige pand Achter St. Pieter 140 binnenstapte, had een goede kans eerst begroet te worden door de aimabele ‘mijnheer Franco’ met zijn eeuwige strikdasje. Al meteen ging het gesprek over boeken die Franco pas beschreven of nog niet helemaal beschreven had. Men kreeg nooit de indruk dat daar haast mee geboden was. Integendeel, Franco gaf je het bevrijdende gevoel dat de wereld best nog wel even zou doordraaien inclusief de parkeermeter waar de gehaaste bezoeker zijn voertuig gestald had.
Intussen vernam men, hoe spraakzaam Franco zich ook toonde, zelden iets van persoonlijke aard. Over zijn weg naar het antiquariaat kwam ik pas wat te weten, toen ik hem mocht interviewen voor de gedenkbundel bij het vijftigjarig bestaan van de Nederlandsche Vereeniging van Antiquaren: Offeren aan Mercurius en Minerva uit 1995. Toen eerst kreeg de buitenwacht enig beeld van de werkelijk kosmopolitische achtergrond van deze op 3 januari 1915 te Smyrna geboren, later in Parijs (1933-1940) en Londen werkzame antiquaar, die ten slotte sinds 1 juli 1964 als vennoot en mededirecteur bij de firma Beijers zijn eindbestemming vond. Samen dan met zijn (tweede) vrouw Nel Schinkel.
Het zou overdreven zijn te zeggen dat Franco iemand was die nadrukkelijk zijn stempel heeft gedrukt op het Nederlandse antiquariaat. Daarvoor was hij, bij al zijn eruditie, ook veel te bescheiden, eigenlijk meer gericht op research dan op een snelle zakelijke transactie. Vandaar dat zijn rol bij Beijers altijd beperkt bleef tot het antiquariaat. Het veilen liet hij wijselijk over aan de dominante directeur Hans Ludwig Gumbert en na diens overlijden in 1994 aan zijn vrouw Nel, ‘die Dritte im Bunde’.
Als antiquaar had Edgar Franco, mede door zijn Franse moeder, een levenslange affiniteit met het Franse boek. Als hij ergens in gespecialiseerd mocht heten dan op het gebied van de economische geschiedenis. Zelf verzamelde hij ove-