De boekzaal van Europe. Deel 9
(1700)–Pieter Rabus– Auteursrechtvrij
[pagina 179]
| |
Gemerkte* Titels, van nieuwe boeken, welker Uittreksels naast aanstaande zijn, en andere.Voor alle zullen de voorrang hebben de twee treffelijke werken | |
I.MOZAIZE Historie der Hebreeuwse Kerke, zoo als dezelve was in de Stam-Huizen der H. Vaderen des Ouden Verbonds, voor en onder de Beloften; en in alle die plegtelijke Toebereidselen van het dienstbare Jeruzalem; door welke de Goddelijke Wetgever Mozes, een Ceremoniëele Godsdienst aan den Berg Sinai heeft ingesteld; om het Zaad van Abrabraham, door de Vader Jakob in 't Afgodisch Egypten overgeplant, na derzelver Uitgang, van heel de Bygeloovige Wereld af te zonderen; en in het Land Kanaans, tot een heilig Volk en Koninklijk Priesterdom in bewaringe te stellen tot op de verschijninge van den Messias. Uit d'alleroudste geheugnissen der Hebreen; Chaldeen, Zabeen, Egyptenaren, Syriers, Fenieiers, Grieken en Romeinen opgehelderd; en doorgaans met veel naauwkeurige Printverbeeldingen gestoffeerd; door een Liefhebber der Joodse Oudheden. Vervat in vier deelen. Gedrukt voor den Autheur, en worden te koop | |
[pagina 180]
| |
gevonden tot Amsterdam by deszelfs Zonen, Willem en David Goeree 1700. in fol. | |
II.* Thesaurus antiquitatum Romanarum, in quo continentur lectissimi quique scriptores, qui superiori aut nostro seculo Romanae Reipublicae rationem, disciplinam, leges, instituta, sacra, artesque togatas ac sagatas explicarunt & illustrarunt, congestus a Joanne Georgio Graevio. Accesserunt variae & accuratae tabulae aenea. Tomus primus.
Dat is, Schat der Roomsche Oudheden, waar in vervat worden allerley uitgelezenste Schrijvers, die in de voorgaande of onze eeuw den Toestand van den Roomschen Staat, deszelfs tugt, wetten, inzettingen, heiligdommen, en bedrijven, zoo van Vrede als Oorlog, hebben verklaart en opgeheldert, by een vergaderd van Joannes Georgius Grevius. Daar komen verscheide en naauwkeurige platen by. Het eerste stuk. Te Utrecht en te Leiden by Fr. Halma, en P. Vander Aa. in fol. Dan zal volgen | |
III.* Johannis Marckii in Micham, Nahumum, Habbakkukum & Tsephanjam Commentarius, seu Analysis exegetica, qua Hebraeus Textus cum Versionibus Veteribus confertur, vocum & phrasium vis indagatur, rerum nexus monstratur, & | |
[pagina 181]
| |
in sensum genuinum cum examine variarum interpretationum inquiritur.
Dat is, Johannes Mark 's Verklaring, of uitbreidende ontbinding van Micha, Nahum, Habakuk, en Zephania, waar in de Hebreeuwsche text met de oude Overzettingen word vergeleken, de kragt der woorden en spreekwijzen nagevorscht, de samenschakeling der zaken aangewezen, en de regte zin met onderzoek van verscheide uitleggingen nagespoort. t'Amsterdam by Gerard Borstius 1700. in 4. | |
IV.* Gerardi Goris, M.D. Medicina contempta propter λογομαχιαν vel ignorantiam Medicorum. Discursus brevis per vastissima utriusque Medicinae tam Veteris quam Novae spatia, in quo de integerrimae Artis vitiis ob Artificum indolem & mores Vulgique errores obiter & succincte tractatur. Accedit Appendicula Observationum & Curarum aliquot Medicarum.
Dat is, Gerard's Goris M.D. versmade Geneeskonst wegens den woordenstrijd of onkunde der Artsen. Zijnde een korte redenering door het zeer wijd beslag der Geneeskonst, zoo oude als nieuwe, waar in de gebreken van die regtschape Wetenschap, ter zake van den aart en zeden der Oeffenaars, en dolingen des gemeenen volks, kort en bondig verhandelt worden. Daar komt | |
[pagina 182]
| |
by een Aanhangseltje van eenige Artzenykundige Waarnemingen en Genezingen. Te Leiden by Abraham de Swart 1700. in 4. | |
V.* Viri clarissimi Stephani Le Moyne, dum viveret S.S. Theol. Doct. ejusdemque facultatis in Academia Lugd. Bat. Professoris Dissertatio ad locum Jerem. XXIII. VI. De Jehovah Justitia nostra. Nunc demum tenebris, quibus obruta erat, exempta, & publicae luci exposita.
Dat is, Godgeleerd vertoog over de plaats van Jeremias XXIII. VI. Jehovah onze Geregtigheid van Steven Le Moyne, in zijn leven Leeraar der H. Godgeleerdheid, en daar in Professor in de Leidsche Hooge Schole, nu eerst uit de duisternisse, waar in het begraven lag, voor den dag gehaald, uitgegeven. Te Dordregt by Dirk Goris 1700. in 8. Hier komt by een herdrukt werkje van Stephanus Morinus. | |
VI.* 't Leven van den Heer Descartes, behelzende de historie van zijne Wijsbegeerte, en zijne andere Werken: gelijk ook 't geen hem 't aanmerkelijkst geduurende den loop van zijn leven is wedervaren, uit het Fransch in Nederduitsch gebragt door G.V. Broekhuizen. t' Amsterdam hy Willem de Coup. 1700 in 8. | |
[pagina 183]
| |
VII.* Johannis Vander Wayen sermo Academicus de Numero septenario, iterato editus; additis Vindiciis & tentata collatione temporis secundae cum prima Hebdomade primae Creationis.
Dat is, Johannis Vander Waayen 's Vertoog, op de Hooge Schole gedaan, over het zevental, ten tweedenmaal uitgegeven; daar is by gevoegd deszelfs verdediging en een proeve van vergelijking des tijds van de tweede, met de eerste weke der eerste, Scheppinge. Te Franeker by Hans Gijzelaar 1699. in 4. | |
XVIII.* Goddelijke Eigenschappen, verhandeld in XIII Predikaatsien, met byvoeginge van een Kerkreden aangaande het goed doen, door den Heer Johannes Tillotson, in zijn leven Aarts-Bisschop van Kantelberg, en Opperkerkvoogd van geheel Engeland, uit het Engelsch vertaald. Te Rotterdam by Barend Bos. 1700. in 8. | |
IX.Dezelve heeft herdrukt * J.V. Vondels Bespiegelingen van God en Godsdienst in 4. | |
X.* De Brief van den Heer P. Hamer, uit Nu- | |
[pagina 184]
| |
mansdorp aan P.R. geschreven, zal ook haar plaaats krijgen. Ze kon niet eer geschikt werden. | |
XI.De Roozendaalsche Vermakelijkheden, met een Geestelijk oog beschouwd, in digtmaat gesteld, en opgedragen aan de hoog welgeborene Heer en Mevrouwe van Roozendaal, en Mevrouwe Douariere van Heiden, door Johan d'Outrein. t'Amsterdam by Gerardus Borstius. 1700. in 4. | |
XII.Brief aan den Heer Fredericus Spanhemius, Professor der H. Godgeleerdheid en der Historien in de beroemde Hooge School te Leiden, waar in de leere der Doopsgezinden nader uitgelegt en verdedigt werd, tegen vele zware beschuldigingen die zijn E.E. ten laste van dezelve gezindheid optelt in zijn Tractaat genaamt Historisch en Godsgeleerd Register der uitgelezenste verschillen van den Godsdienst, door Engel Arentszoon van Dooregeest, Leeraar der Doopsgezinden tot Rijp, de derde druk, vermeerderd met een brief aan den Eerwaarden Hermannus Schijn, Leeraar der Doopsgezinden en der Medicijne Doctor tot Amsterdam, waar in de leere en goede naam der Doopsgezinden tegens den voorgemelden Heer F. Spanhemius nog verder beschermt ende verdedigt word, door den zelven Autheur. t'Amsterdam by Gerardus Borstius 1700. in 8. | |
[pagina 185]
| |
XIII.Brevis dissertatio, qua probater Coenam Domini non esse signum vel partem commixtionis & familiaritatis privatae, adeoque declarationem quorundam, qua profitentur sese cum diversa sentientibus & leges quasdam Christi diverso modo explicantibus ac exequentibus, nullam comestione sacri panis commixtionem testari velle, prorsus esse supervacaneam.
Dat is, Een kort vertoog, waar in bewezen word, dat des Heeren Avondmaal niet is een teiken of gedeelte van een byzondere vermenging en gemeenzaamheid, en derhalven dat de verklaring van sommige, met welke zy belijden te willen betuigen met die genen die van hun anders gevoelen, en de eenige wetten van Christus op een verscheide wijze uitleggen en achtervolgen, door het eten des broods geen gemeenschap te hebben, overtollig is. t'Amsterdam uit de Proeflezery van S. Petzold 1700. in 8. | |
XIV.Aanmerkinge op en tegen de eerste en tweede nieuwe geinventeerde Almanakken van Mr. Andreas van Luchtenburg over de jaren 1699 en 1700, door Matth. van Nispen, Landmeter van de Graaflijkheid in Zuid-Holland en van den Alblasserwaart &c. t'Amsterdam by Jakob Van Royen in 4. | |
[pagina 186]
| |
XV.Eindelijk nog wat overfraais, dog alleen voor geleerde. By den Heer Francois Halma is uitgegeven, ten byzonderen gebruike van den Vorst van Nassauw, KALENDARIUM Juliano-Romanum Perpetuum, auctum cyclis Solis & Lunae, Feriis dierum, Fastis seu Festis Vet. Rom. Diario Rerum memorabilium, Lunationibus, & Indice Dierum quotidiano. Daarenboven, of daar nevens, het KALENDARIUM Graecum & Kalendarium Hebraicum. Auctore NICOLAO HARING. De ongemeene deugd van deze eeuwigduurende Almanakken, of Tijdwijzers, welker kringen yder hare verklaring hebben, blijkt by het gebruik. Zy zijn met ongeloofelijken arbeid opgesteld, keurelijk in koper gesneden, en op Olifants papier gedrukt. Men kan ze zoo laten opmaken, dat de groote Schijf van de Roomsche draait, en dit stuk wederzijds door het Hebreeuwsch en Grieksch besloten werd. |
|