De Bloemendaler minnezangster
(ca. 1875)–Anoniem Bloemendaler minnezangster, De– Auteursrechtvrij
[pagina 53]
| |
Men zag haast aan alle kanten
Van des werelds drijven zoet.
Iedereen die ging hem planten,
Aan de zoete watervloed,
Om te mengen hun verheugen,
Om te drinken groote teugen,
Wijn, wijn, wijn is medecijn,
Wijn doet ons nu vrolijk zijn.
Wijn is goed voor viese grieken,
Die in 't voorhoofd zijn gewond,
Wijn is dienstig voor veel zieken,
En ook voor die zijn gezond;
Wijn doet zingen, wijn doet springen
Wijn doet al te bedde brengen,
Wijn, wijn, wijn is medicijn,
Wijn doet ons nu vrolijk zijn.
Wijn is goed voor veel gebreken,
't Is den stok der ouderdom.
Wijn die doet de stomme spreken
Groote klappers maakt hij stom;
De wijn doet velerhande dingen,
wijn doet danzen, wijn doet springen,
wijn, wijn, wijn is medicijn,
wijn doet ons nu vrolijk zijn,
Wijn snelt zeer veel instrumenten.
Wijn doet pijp en snaren slaan,
Speelmans, monsieurtjes, studenten,
Zangers, kosters, kappelaan
Laten hooren hunne stemme,
Als hun tong in de wijn zwemme,
wijn, wijn, wijn is medicijn,
wijn doet ons nu vrolijk zijn,
wijn is goed voor de soldaten,
Om te scheppen nieuwe moed
| |
[pagina 54]
| |
Wijn is goed voor advokaten,
Want hij de hersens open doet;
Wijn doet al de wereld danzen,
Duitschers, Walen, Geuzen, Franschen,
Paap, non, kwezel en bagijn
Wijn die doet ons vrolijk zijn.
Wilt gij eenen vriend trakteeren,
Aan de tafel of den disch,
Gij zult voor een vrek passeeren,
Zoo daar geene wijn en is;
Wilt gij een gezondheid drinken,
Zonder wijn en zal 't niet klinken,
Wijn, wijn, wijn is medicijn,
Wijn die doet ons vrolijk zijn.
Oorlof wacht u wel van 't drinken,
Schenkt de roemers niet te vol,
't Sop mogt in uw voeten zinken,
En dan maakt het hersens dol,
En doet roepen als de koeten,
Ach mijn handen, ach mijn voeten
Matig wijn is medicijn,
Maar te veel dat is venijn.
|
|