Die eerste Bliscap van Maria en Die sevenste Bliscap van Onser Vrouwen
(1978)–Anoniem Bliscapen van Maria– Auteursrechtelijk beschermd
Ga naar margenoot+
Nijt
Och Lucifer, meester, hoe ghevaren?aant.
Ga naar voetnoot76
Wy, die daer aen gescreven warenGa naar voetnoot77
Int boeck des levens metten here,Ga naar voetnoot78
Sijn nu gecondampneert met sereGa naar voetnoot79
80[regelnummer]
Die ewige doot te liden, wachermen,Ga naar voetnoot80
Sonder verganc ocht sonder ontfermenGa naar voetnoot81
Van hem, die ons hier neder velde
Om dat wy boven sijn gheweldeGa naar voetnoot83
Ons wilden verheffen. Dies moeten wi blivenGa naar voetnoot84
85[regelnummer]
In dit verdriet!
Lucifer
Ja, als keytiven,Ga naar voetnoot85
Diene by minen rade vererreden.Ga naar voetnoot86
By uwen consente, Nijt, wi ontferredenGa naar voetnoot87
Der bliscap ende der ewiger erven.Ga naar voetnoot88
Dies wi hier ewelic moeten stervenGa naar voetnoot89
90[regelnummer]
In swaerder ellinden, in groter smae.Ga naar voetnoot90
Ons mochts wel rouwen!
Nijt
Neen, dats te spae,
Meester, van onsen berou te sprekene.
Maer dbest es: pinen wijs ons te wrekeneGa naar voetnoot93
Ende met ons int strec te bringene,Ga naar voetnoot94
95[regelnummer]
Die nu bi hem sijn, ic weetse te ringene!Ga naar voetnoot95
| |
[pagina 58]
| |
Ja meester, op dat ghijs radich sijt,Ga naar voetnoot96
Ic crijchse by ons.
Lucifer
Jaic seker, Nijt,
Ic hulpse u bringen oec int sneven.Ga naar voetnoot98
By ons was den raet bedreven,aant.
Ga naar voetnoot99
100[regelnummer]
Ga naar margenoot+Dat wi ons stelden tegen de weerdenGa naar voetnoot100
Des heren, bi nide ende bi hoverden.Ga naar voetnoot101
Dus es ons dit mesluc gesciet,Ga naar voetnoot102
Dat wi sijn comen int verdriet.
Dus dan, Nidicheit, soe ghi gesprokenGa naar voetnoot104
105[regelnummer]
Hebt, hulpt dat wi worden gewroken,
Ende brinctse bi ons int jammer dal,
Die de here vercoes.
Nijt
Vrilic, ic sal!Ga naar voetnoot107
Soe uterlic sere eest mi spitende,Ga naar voetnoot108
Dat ic mi selven ga al verbitende:Ga naar voetnoot109
110[regelnummer]
Uut rechter hatyen etic mijn handeGa naar voetnoot110
Van ongenuechten.Ga naar voetnoot111
Lucifer
Dat scijnt uwen tande,aant.
Die ghi dor cnauwelt hebt en versletenGa naar voetnoot112
Van groten spite.Ga naar voetnoot113
Nijt
Ic heb, seg, gheeten
Mi selven, alsoet oec wel es scinende
| |
[pagina 59]
| |
115[regelnummer]
Aen mijn fautsoen: ic ga al dwinendeGa naar voetnoot115
Tot eender scaduwen, soe nipet my,Ga naar voetnoot116
Dat iemen bat varen soude dan wi.Ga naar voetnoot117
Ende na mijn macht salict bevellenGa naar voetnoot118
Tot ewigen tiden.
Lucifer
Ghi sijt der hellen
120[regelnummer]
Seer profitelic, claerlic, Nijt!Ga naar voetnoot120
Maer segt, wies dat ghi tornich sijt,Ga naar voetnoot121
Ende wien ghi sout, quaemt tuwen wensche,
Ga naar margenoot+Bi ons hier stieren.Ga naar voetnoot123
Nijt
Wat? trouwen den mensche;
Dien hopic, canic, te verdullene,Ga naar voetnoot124
125[regelnummer]
Dien God gestelt heeft te vervulleneGa naar voetnoot125
Bi sijnre hoger caritatenGa naar voetnoot126
De stoele, daer wi als ingele saten.
Daer benic op uut, om dien te geckeneGa naar voetnoot128
En hier int demster bi ons te treckene.Ga naar voetnoot129
130[regelnummer]
Lucifer, meester, dit hebbic vorenGa naar voetnoot130
Te trapeneerne!Ga naar voetnoot131
Lucifer
Constu dat gelaboren,
Nijt, ons saken die souden versconenGa naar voetnoot132
Ende sere versoeten!Ga naar voetnoot133
Nijt
Ic salne wel honen.
Laet mi gewerden, ic saelt wel coken!
| |
[pagina 60]
| |
135[regelnummer]
Hoverde, Giericheit selent oec stokenGa naar voetnoot135
Bedectelijc; ic weed dbedrijfaant.
Ga naar voetnoot136
Wel bi te bringene.Ga naar voetnoot137
Lucifer
Tempteret dwijf:
Si en es soe vast niet als de man
Van wederstane.
Nijt
Ic brinct haer best an
140[regelnummer]
Biden serpente, dat onbevlect
Nu bi haer es; het gaet ende sprectaant.
Ga naar voetnoot139-141
In dat eerdsche paradijs.aant.
Oec eest seer listich, subtijl en wijs.Ga naar voetnoot143
Ga naar margenoot+By dien soe hopic stille ocht ludeGa naar voetnoot144
145[regelnummer]
Den mensce te bedriegene.
Lucifer
Dat worden de crude
Dier toe dienen, seker soe doent.Ga naar voetnoot146
Scoey duvel, scoey! Ten doech gesermoentGa naar voetnoot147
Niet langere; hets den besten sinGa naar voetnoot148
Tot onzen profite.
Nijt
Tword groet ghewin
150[regelnummer]
Der ganser hellen, maecht soe gescien.Ga naar voetnoot150
Dits wech.Ga naar voetnoot151
Ic heb de stat versien
Daer de here na sijn gelieven
In heeft gestelt Adam en Yeven,
| |
[pagina 61]
| |
Om daer te verdienen, sonder lac,Ga naar voetnoot154
155[regelnummer]
De vroude daer hi ons selve uut stac,Ga naar voetnoot155
Dwelc ons te lidene es onsoete.
Tsus, laet geworden: yuust te gemoeteGa naar voetnoot157
Comt mi tserpent; dat lopic smeekenaant.
Ga naar voetnoot158
Mit bliden geveerte. Dits wel .j. teekenGa naar voetnoot159
160[regelnummer]
Van voortgange mijns bedrijfs geveyst.Ga naar voetnoot160
Zerpent, hoord mi: ic heb ghepeyst
Nutte saken, reyn int becliven,Ga naar voetnoot162
Tot uwen orbore.Ga naar voetnoot163
Tserpent
Consti die bedriven,
Daer wildic toe hulpen en pinen eenpaerlic,Ga naar voetnoot164
165[regelnummer]
Haddics de macht.Ga naar voetnoot165
Nijt
Jaghi soe, claerlic.
Ja, wildi werken bi minen avise?Ga naar voetnoot166
Ga naar margenoot+In midden van desen paradise
Daer steet een boem, si u gewaecht,Ga naar voetnoot168
Die orborlike vruchten draecht.Ga naar voetnoot169
170[regelnummer]
Wiste Adam hoe datse smaken,
Hi soudse plucken.
Tserpent
Wat connen si maken,Ga naar voetnoot171
Die vruchten alsoe hoge gepresen,
Ochtse Adaem nutte?Ga naar voetnoot173
Nijt
Soe wordhi genesen
Vander natuerliker doot.
| |
[pagina 62]
| |
175[regelnummer]
Oec wordhi verheven en also groot,
Volmaect en van so hoger weerden,
Al es diene hier sciep van eerden.Ga naar voetnoot177
Ende voord soe soudi onverspletenGa naar voetnoot178
Alle die grote sciencien weten,Ga naar voetnoot179
180[regelnummer]
Die liggen verborgen inden here,
Diene hier stelde.
Tserpent
Nu dan, ic keere
Tot Yeven. Canicser toe beringen,Ga naar voetnoot182
Si salre Adame wel toe bringen,
Niet jegenstaende dat God verbood.
185[regelnummer]
Der vrouwen list es alsoe grood,
Dat si volcomen selen haer saken,Ga naar voetnoot186
Al souden sire qua note om smaken.Ga naar voetnoot187
Dus werdet best soe aen geleit
Om voordganc te hebbene.Ga naar voetnoot189
Nijt
Hets claer besceit.
190[regelnummer]
Ga naar margenoot+Gaet vrou Yeven aen subtylic,Ga naar voetnoot190
Het sal volcomen.Ga naar voetnoot191
Tserpent
Gheerne, vrilic;
Ic saelt besorgen op een cort.Ga naar voetnoot192
Vertrec! ic meent ons orboer wort.
Yeve, vrouwe van desen vergiere,Ga naar voetnoot194
195[regelnummer]
Die hier de here reyn van bestiereGa naar voetnoot195
By sijnre groter gracien wrachte,
Om dat ghi ende al u geslachteGa naar voetnoot197
Verdienen sout, om cort verclaren,Ga naar voetnoot198
De glorie, daer dingele in waren,
| |
[pagina 63]
| |
200[regelnummer]
Ja, vrouwe, bi sijnre groter genade -
Maer wildi werken bi minen rade,
Ic weet u selc avijs te gevene,
Dat u ewelic steet te levene,Ga naar voetnoot203
Ende selt oec weten hoe ende watteGa naar voetnoot204
205[regelnummer]
Van allen wijsheden.
Tserpent
Van goeder minenGa naar voetnoot207
Staet hier een boem in desen pleyne,Ga naar voetnoot208
Wies appele soe soet sijn ende soe reyne,
210[regelnummer]
Diere nutte, hi leefde emmermeere.Ga naar voetnoot210
Oec soude hi sijn gelijc den here
In vruechden, in vreden, sonder verdriet,
Teewigen dagen.Ga naar voetnoot213
Yeve
Ga naar margenoot+Na dijn bediet
Serpent, waert groet om ons, vorwaer!Ga naar voetnoot214
215[regelnummer]
Adam, verstaet mijn redene claer:
Ic bringe u meere, die emmer geproeftGa naar voetnoot216
Moet sijn ende die ons sere behoeftGa naar voetnoot217
Te doene, want wijs selen genesenGa naar voetnoot218
Vander doot.
Adam
Wat soude dat wesen,
220[regelnummer]
Vrou Yeve, dat ghi met nernste begeertGa naar voetnoot220
Aen mi? Eest dat ghijt mi vercleert,Ga naar voetnoot221
| |
[pagina 64]
| |
Ic salre in doen sonder verdrachGa naar voetnoot222
Tuwer liefden, dies ic vermach.Ga naar voetnoot223
Want noode so soudic u vererren,Ga naar voetnoot224
225[regelnummer]
Soet redelic si.Ga naar voetnoot225
Yeve
Dan sonder merren,
Adam, so wilt na mijn begeren
Deser vrucht nutten, sonder ontberen,Ga naar voetnoot227
Van die in midden staet gegroyt
Den paradise; want claerlic doyt:Ga naar voetnoot229
230[regelnummer]
Ghi werter bi, dats wel mijn weten,
Ontsterfelic en groot.
Adam
Ja? hebdi vergheten
Dat ons de here sonder genoetGa naar voetnoot232
Van diere vrucht te eten verboet?
Ende dat wi elder na ons gevoechGa naar voetnoot234
235[regelnummer]
Van allen vruchten nutten genoech,
Maer dat wi emmer niet en dadenGa naar voetnoot236
Teghen tgebod?
Yeve
Laet u geraden,
Lieve Adam! Op alle trouwe,Ga naar voetnoot238
Et vander vrucht.Ga naar voetnoot239
Adam
Ach weerde vrouwe,
240[regelnummer]
Wi en hebben emmer geen noot van dien,Ga naar voetnoot240
Te doene tegen des heren verbien.
Hier staet soe menegen boem seer lieflic
| |
[pagina 65]
| |
Gegroyt, wiens vruchten sijn gerieflicGa naar voetnoot243
Van scine, van roke, ende oec van smaken.Ga naar voetnoot244
245[regelnummer]
Wat node waers, dat wy dan brakenaant.
Tgebod Gods ende tegen sijn woerden
In contrarien dan overhoerden,Ga naar voetnoot247
Die ons tsier lieften heeft besnedenGa naar voetnoot248
Te deser hoecheyt?
Yeve
Keeren, sijt te vredenGa naar voetnoot249
250[regelnummer]
Adam! Wi selen den here wel payen.Ga naar voetnoot250
Getroest u dies, laet u gerayen.
Wi selender vrame bi ontfaen,Ga naar voetnoot252
Dat hopic. Hout, siet!Ga naar voetnoot253
Adam
Ic saelt bestaen,
Al eest mi tegen; maar tuwen begeerne
255[regelnummer]
En willic mi niet pinen te weerne. -Ga naar voetnoot255
Ic hebt gedaen. God laet ons vromenGa naar voetnoot256
Ende tenen salegen ynde comen!
Selete cort.
God
Ic, die ben ende hebbe ghemaectaant.
Ga naar margenoot+Alle dinc ende van nieute omstaectGa naar voetnoot259
260[regelnummer]
Ende op rechtverdicheit gescepen,Ga naar voetnoot260
Ben nu bi redenen in dien begrepen,Ga naar voetnoot261
Dat ic justicie sal doen barenGa naar voetnoot262
| |
[pagina 66]
| |
Op hen, die overhorich warenGa naar voetnoot263
Mijns geboots, reyn int behagen.Ga naar voetnoot264
265[regelnummer]
Dies selen sire penitencie om verdragenGa naar voetnoot265
Soe lange, als recht met redenen brieft,Ga naar voetnoot266
Dats hem van desen boete gelieft.Ga naar voetnoot267
Dan sal mijn gramscap sijn geswicht
Ende peys dan weder tot hen ghestichtGa naar voetnoot269
270[regelnummer]
Vanden sonden, die si in myGa naar voetnoot270
Hebben bedreven.
Adam, waer sy?Ga naar voetnoot271
Adam sal comen met eenen blade gedect, Ende Yeve oec.
Adam
Here, ic hoorde u stemme ende wert in vare,Ga naar voetnoot272
Mids dat ic naect dus ben int clare.Ga naar voetnoot273
God
Adam, wie hevet u doen weten,
275[regelnummer]
Dat ghi naect waert? Dan, du hebs ghetenGa naar voetnoot275
Der vrucht des houts, dwelc ic verboet?
Adam
Dwijf, die ghi als mijn genoet
Teenre ghesellinnen hebt gegeven,
Gaf mi den raet.
God
Twi hebstuut bedreven?Ga naar voetnoot279
| |
[pagina 67]
| |
Ga naar margenoot+
God
Wantstuut hebt gedaen,Ga naar voetnoot281
Serpent, soe seldi vermalendijt
Sijn ende bliven tewiger tijt
Onder alle dieren ende beesten ter erden.
285[regelnummer]
Ende tusscen di ende dwijf sal werden
Viantscap, ende haren ende uwen sade,Ga naar voetnoot286
Ende u hoet sal vroech ende spadeGa naar voetnoot287
Bedruct wesen onder haer voete.
Ende Yeve, ic sal di onsoeteGa naar voetnoot289
290[regelnummer]
Vermenichfuldegen u ermoe.Ga naar voetnoot290
In arbeide seldi spa ende vroeGa naar voetnoot291
Dijn kinder baren, ende sonder fijnGa naar voetnoot292
Seltstu onder tsmants macht sijn.
Adam, om dat ghi sonder nootGa naar voetnoot294
295[regelnummer]
Uut uws wijfs rade, dwelc ic verboot,aant.
Ga naar voetnoot295
Aet vanden bome, sal deerde, wilt merken,
Vermalendijt sijn in uwen werken:
In arbeide seldi van haer gevoet sijn.
Dornen, distelen, aldus moet sijn,
300[regelnummer]
Sal si u bringen; crude seldi eten
Der eerden; oec seldi int zweten
Dijns aenscijns dijn broet eten vornoemt,aant.
Ga naar voetnoot302
Tot dat ghi weder ter erden coemt.Ga naar voetnoot303
Want van slike ende van eerden
305[regelnummer]
Sidi gemaect, ende weder selt werden,Ga naar voetnoot305
Mids dien dats tu dus hebt gebrokenGa naar voetnoot306
| |
[pagina 68]
| |
Mijn hoge gebod; tmoet sijn gewroken,Ga naar voetnoot307
Des en can nyemen doen beweerte.Ga naar voetnoot308
Bi mi moet risen rechts begeerte;Ga naar voetnoot309
310[regelnummer]
So wel hem diet volcht ende na mi hayt.Ga naar voetnoot310
Ga naar margenoot+Waer sidi, mijn ingele? Hebdi genayt
Van desen besondegen haer lieder cleere,Ga naar voetnoot312
Soe ict beval?
Een Ingel
Siet, ja wi, here.
Si sijn bereet tot uwen vermane,Ga naar voetnoot314
315[regelnummer]
Soet redelic sy.
God
Nu, doetse hen ane.
Ic sal hem hulpen decken haer leeGa naar voetnoot316
Ende slutense hier uut deser stee,
Daer van nu voert na desen tijtGa naar voetnoot318
Ne geen natuerlic mensce en blijt,Ga naar voetnoot319
320[regelnummer]
Ja, sonder enege die int versterkenGa naar voetnoot320
Mijn prophecie selen vol werken,Ga naar voetnoot321
Ter vramen van hem die na dbehorenGa naar voetnoot322
In minen name werden herboren
Int salege doepsel, sonder verlaet,Ga naar voetnoot324
325[regelnummer]
Tot haren behouwe. Nu, Adam, gaet!
Hier uut moetti gesloten werden
Ewelic, om u overterden.Ga naar voetnoot327
Ghi hadt te wensche al uwen cuere.Ga naar voetnoot328
Serubin, blijfter staende vuere.
| |
[pagina 69]
| |
330[regelnummer]
Met uwen zwerde, sonder sparen,Ga naar voetnoot330
Seldi dese suver stat bewaren.
Hets mijn bevelen dat ghijt doet.
Dingel Cherubin
blijft staende tot Adams doot
O here vol gracien, in uwer oetmoetGa naar voetnoot333
Ghevic mi over, sonder verdrach.Ga naar voetnoot334
335[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ghi hebbet al in uwer behoet,Ga naar voetnoot335
Want ghi in uwer genaden soet
Hebt doen verscheeden nacht ende dach.Ga naar voetnoot337
Van uwer groetheit niemen en mach
Te vollen begripen, benic wel vroet.Ga naar voetnoot339
340[regelnummer]
Ghi blijft ende waert, eer oude plach.Ga naar voetnoot340
Grondeloes vloyende soe es u vloet.Ga naar voetnoot341
Dies men u lof toe scriven moet.
Selete; sanc of spel
Adam
O laes, wat salic nu bestaen,Ga naar voetnoot343
Erm, onsalich knecht, vol rouwen!Ga naar voetnoot344
345[regelnummer]
Wat salic maken, waer salic gaen?
Hoe hebdijt, erm keytijf, gebrouwen?Ga naar voetnoot346
In weelden haddi u mogen houwen,Ga naar voetnoot347
Daer ghi nu ellindich blijft.
Die duecht wilt lonen met ontrouwen,Ga naar voetnoot349
350[regelnummer]
Hets redelic dat hijs druc bedrijft.Ga naar voetnoot350
Ic heb gesteken ende ghekijftGa naar voetnoot351
Tegen den meester der meesteren gemeene.Ga naar voetnoot352
| |
[pagina 70]
| |
My selven hebbicker mede ontlijftGa naar voetnoot353
Ende ewelic brocht in bitteren weene.
Yeve
355[regelnummer]
Ay laes, nu vinden wi ons alleene,
Die tierst van Gode waren bevrijt!Ga naar voetnoot356
Tserpent, die scalke beeste onreene,Ga naar voetnoot357
Heeft ons by rade aldus ontwijt.Ga naar voetnoot358
Wy moesten emmer sijn benijt,Ga naar voetnoot359
360[regelnummer]
Om dat wi dus in eren saten.
Wi hebben ons qualic daer in gequijt,
Dies sijn wi nu aldus verwaten!Ga naar voetnoot362
Adam
Ga naar margenoot+Vrou Yeve, ten can ons niet gebaten,
Dat wi veel meer rouwen dreven.Ga naar voetnoot364
365[regelnummer]
Maer hopen wi inder caritaten,
Die ons de here van desen wil geven.Ga naar voetnoot366
Wi hebben ons selven brocht int snevenGa naar voetnoot367
Onversien, bi dommen rade.Ga naar voetnoot368
Dies laet ons bidden den here verheven,
370[regelnummer]
Dat hi ons toene sijn genade.
Yeve
Gheminde man, hout, nemt dees spade,Ga naar voetnoot371
Daer mede soe moetti wercs beginnen.
Met bitteren arbeide ende met smadeGa naar voetnoot373
Soe moeten wi onsen nootdorst winnen.Ga naar voetnoot374
Adam
375[regelnummer]
Laes, int paradijs daer bynnen
En hadden wi des ne genen noet,
Want alle vruchten, na tsheren verzinnen,Ga naar voetnoot377
Die wiesen alsoe hise geboet,
Eer hi ons dus daer buten sloet.
Selete; pause
| |
[pagina 71]
| |
Nijt
380[regelnummer]
O Lucifer, meester, verhuecht u, lieve!
Lucifer
Hoe gevaren, Nijt?Ga naar voetnoot381
Nijt
Juust tonsen gerieve
Eest comen, wi en souden cume anders wenscen.
Lucifer
Eest waer, duvel, eest waer?
Nijt
Jaet, alle menscen
Ga naar margenoot+Die moeten nu sterven, dats verloren!Ga naar voetnoot384
385[regelnummer]
Ende dan selense ons toebehoren
Ende bliven bi ons hier inder qualen,Ga naar voetnoot386
Ocht thoechste recht sal moeten falenGa naar voetnoot387
Ende dat voertstel des groets heren.Ga naar voetnoot388
Maer hemel ende erde soude eer verkeren,
390[regelnummer]
Eer hi veranderde luttel of yetGa naar voetnoot390
Die regle van rechte.
Lucifer
Dats wel bespiet!Ga naar voetnoot391
Hulpe longeren, nu horic vry!Ga naar voetnoot392
Comt dus die mensce met ons hier bi,
Soe sal hi betalen ons gequel,
395[regelnummer]
Dat wi hier lyen!
Nijt
Mijn mager vel,Ga naar voetnoot396
Dat ic dus na heb liggen verbiten,Ga naar voetnoot397
Es nu soe vrolic, het waent spliten,
Om dies dat ic den mensce, verheven
Met Gode, dus heb gebracht int sneven!
| |
[pagina 72]
| |
400[regelnummer]
Hadde hi de vroude beseten so soete,Ga naar voetnoot400
Ic hadde af gheeten hande en voete,Ga naar voetnoot401
En haen wijs hem niet connen bewerenGa naar voetnoot402
Haer welvaert.Ga naar voetnoot403
Lucifer
En weet mi hoe gebeeren.
Mi selven en canic niet bedwingen!
405[regelnummer]
Ic sal uut minen velle springen
Van bliscepen, dat ghise dus uut duechden
Hebt getrocken. Soe groten vruechden
En hadde noyt duvel vor desen int lijf!Ga naar voetnoot408
Ga naar margenoot+Nijt, ic geef u vor dit bedrijf,Ga naar voetnoot409
410[regelnummer]
Dat ghi aen Adame hebt bedreven,
Dat ghi voert ewelic selt levenGa naar voetnoot411
Op deser werelt ende daer na erfelic
Seldi wesen altoes onsterfelic;
Oec blijfdi hier met mi gecroentGa naar voetnoot414
415[regelnummer]
Inder hellen.
Nijt
Soe worden gehoentGa naar voetnoot415
Veel sielen, die ic noch sal betrapen.
Ende clerke, moencke, canoenke, papen,Ga naar voetnoot417
Die pittereren selen te strieGa naar voetnoot418
Op anderen, bi giericheien en bi nie,Ga naar voetnoot419
420[regelnummer]
Die salic hier noch met hopen bringen
En doense in onsen ketel springenGa naar voetnoot421
Van boven neder, bi menegen cuddeGa naar voetnoot422
Ongetelt!
Lucifer
Ic lache dat ic scudde,
Om dat de mensce, die was verheven,
| |
[pagina 73]
| |
425[regelnummer]
Aldus der gracien es ontdreven,Ga naar voetnoot425
Die hem die here dor sijn gena
Verleende, ende sal nu moeten met sma
Bi ons sijn. Twas een abel practike,Ga naar voetnoot428
Dat ment soe coecte!
.j. Duvel
Noyt des gelike
430[regelnummer]
En hoorde geen duvel singen noch lesenGa naar voetnoot430
Van liste! Nijt, ghi sult claer wesenGa naar voetnoot431
Lucifers raet in allen dingen;
Ghi selt allene meer wercs toe bringenGa naar voetnoot433
Ga naar margenoot+Dan al de duvels of neckers broetGa naar voetnoot434
435[regelnummer]
Der ganser hellen. De sake eyscht spoet
Om te vervolgene tot meer profijts,Ga naar voetnoot436
Hoe dat verkeerde.Ga naar voetnoot437
Lucifer
Nu toe, in tijts
Vor den rechtere, soet behoert,
Eer dat vercoele; wi selen hem dwoert
440[regelnummer]
Verhalen, dat hi hen lieden spelde,Ga naar voetnoot440
Als hise int paradijs ierst stelde.
Dan als wijt hem aldus vor bringen,Ga naar voetnoot442
Hi en saels niet loechenen.Ga naar voetnoot443
Nijt
Hi en canse niet verdingen
Bi rechte; ende anders in genen kereGa naar voetnoot444
445[regelnummer]
Dan redene ende recht en gheert de here.Ga naar voetnoot445
Tegen recht en ginchi niet een hoyGa naar voetnoot446
Om hemel en eerde.
| |
[pagina 74]
| |
Lucifer
Scoy duvel, scoy
Tot vor den rechtere; het geeft wel vrame
Ter stont te besoekene. Brinct met Adame,Ga naar voetnoot449
450[regelnummer]
Dat hi sijn vonnesse hoer. Laet sien,Ga naar voetnoot450
Na sijn mesdragen sal recht gescien,Ga naar voetnoot451
Dat hopic aen die gerechticheGa naar voetnoot452
Des groets heren.
Nijt
Nu ghi moet me,Ga naar voetnoot453
Adam, aenhoren tvonnesse van Gode.
455[regelnummer]
Ghi hebt contrarie sinen gebode
Bi uwen consente willen sondegen.Ga naar voetnoot456
Ga naar margenoot+Dies seldi van ons horen becondegenGa naar voetnoot457
Wat boeten datter toe behoert
Tselker mesdaet; ende ghi, tert voert,Ga naar voetnoot459
460[regelnummer]
Yeve. Ghi hebt bedreven tfeit,
Dus moettier oec an.
Adam
Het es de waerheit,
Dat wi bi onversienen raeGa naar voetnoot462
Tgebod braken; des hoert genae
Des heren ter saken, om cort verclaren.Ga naar voetnoot464
465[regelnummer]
Want wiere doch verleit in warenGa naar voetnoot465
Van u, viant, die ons uut spite
Brocht hebt aldus te Gods verwite.Ga naar voetnoot467
Ende uut u es, lude en stille,
Geresen den swaren overwille,Ga naar voetnoot469
470[regelnummer]
Die wi in mensceliker natieGa naar voetnoot470
Broesscelic wrachten; dies hort wel gracie
Vanden rechtere. Dit aengesien,
Hopix genade.
| |
[pagina 75]
| |
Lucifer
Neen, wacht u van dien!Ga naar voetnoot473
Van gracien en wasser niet gesproken.
475[regelnummer]
In rechte begeric, dat si gewrokenGa naar voetnoot475
Die sonde des overwils, bedreven
Van u beiden, en dat int snevenGa naar voetnoot477
Ghi ende u afcomst gemeeneGa naar voetnoot478
Ewelic bliven selt in weene,
480[regelnummer]
Want ghi verhoert hebt den volleestereGa naar voetnoot480
Des hemels enter erden.
Nijt
Alsoe waest, meestere!Ga naar voetnoot481
Ga naar margenoot+Dat sijn de crude, vor waer soe sijnt!Ga naar voetnoot482
Al waerdi van ons in dien gepijnt,Ga naar voetnoot483
Dat ghi dit deet en hebt gedaen,
485[regelnummer]
Ghi haddet mogen wederstaen,
Want ghi van Gode hadt uwen wille
Te doene; aldus te desen gescilleGa naar voetnoot487
En hoert geen gracie, ic zegt u plat.Ga naar voetnoot488
Ende oft ghi uwen wille hadtGa naar voetnoot489
490[regelnummer]
Te doene, en consti dan ons bezwaringeGa naar voetnoot490
Niet wederstaen, tes al plaringeGa naar voetnoot491
Dat ghier tegen te seggen moegt weten.
Bi rechte salment u af meten.Ga naar voetnoot493
Tes verloren veel gemautGa naar voetnoot494
495[regelnummer]
Ocht gepluert.
Lucifer
Mi hoert, alst naut,Ga naar voetnoot495
Oec daer in te sprekene een woert.
O alder rechtverdichste rechter, hoert!
Ic bid u, dat ghi hier op let:
Ghi hebt den mensce gegeven .j.wet
| |
[pagina 76]
| |
500[regelnummer]
Ende in menichfuldegher wyseGa naar voetnoot500
Gestelt in uwen paradyse
Ende hem geseit en weten laten:
Te wat uren si vanden houte aten,Ga naar voetnoot503
Dat daer in midden der pleyne stoet,
505[regelnummer]
So sou hi sterven. Dus, rechter goet,
De mensce heeft ongehorsamheit
Bewijst ende u gebod weerleit.Ga naar voetnoot507
Dies eyschic, datti sterve al vorenGa naar voetnoot508
Ende dat mi dan sal toe behoren
510[regelnummer]
Sijn siele, ende daer na emmermeere
Ga naar margenoot+Sijnder nacomers.
Nijt
Tes redelic, heere,Ga naar voetnoot511
Want de mensce, also men weet,
Heeft afgeworpen u zuver cleetGa naar voetnoot513
Ende es uwer gracien contrarie vonden
515[regelnummer]
Ende ons cleder aen gedaen van sonden.Ga naar voetnoot515
Ten es geen wonder, dat ghi u bolcht:Ga naar voetnoot516
Hijs u ontgaen ende ons gevolcht.Ga naar voetnoot517
Ende oft hi, here, aldus int fijnGa naar voetnoot518
Met u niet en wilde, so moesti met ons sijn.
520[regelnummer]
Want u contrarie in recht bedietaant.
Ga naar voetnoot520
Ons gebod dede ende duwe liet.
Aldus en can hi hem niet bewerenGa naar voetnoot522
Bi genen rechte, na ons vercleren,
Hi en moet ons ewelic horen toe
525[regelnummer]
Ende al de sine.
God
Lieve Adam, hoe
So hebdi u selven hier toe gegeven?
| |
[pagina 77]
| |
Waerdi van mire gracien moe,
Daer ic u toe hadde verheven?
Ghi hadt hier binnen mogen leven
530[regelnummer]
Termijn van redeliken jaren;Ga naar voetnoot530
Dan haddi ewelic, sonder sneven,Ga naar voetnoot531
Daer boven in dewige vruecht gevaren.
Nu es verloren dijn mesbaren;
De regle van rechte sal moeten gescien.Ga naar voetnoot534
535[regelnummer]
De duvels eysschen om u mesvaren,Ga naar voetnoot535
Dat ic u wise te hem lien.Ga naar voetnoot536
Wetti iet te seggene te dienGa naar voetnoot537
Ga naar margenoot+In u behulp op tsviants treeken,Ga naar voetnoot538
Sprect op! Elcx sake wel oversien,Ga naar voetnoot539
540[regelnummer]
Soe en sal hier niemen geen recht gebreken.
Adam
Lacen, here God, en weet wat spreken!Ga naar voetnoot541
Ic kynne, dat ic de sonde dede.Ga naar voetnoot542
Maer genadechlic soe wiltse wrekenGa naar voetnoot543
Op my ende minen nacomers mede.
545[regelnummer]
Selen die moeten den ewigen vrede
Derven om onser beider sonden,
Dan dunct mi geen gerechtichede.Ga naar voetnoot547
En si mesdadich niet en sijn vondenGa naar voetnoot548
Anders dan wise hebben gebonden
550[regelnummer]
In sonden, bi onversienen rade,Ga naar voetnoot549-50
Mi dunct, hier hoert wel toe genade.
Nijt
Antworde van desen, here, wilt verstaen.Ga naar voetnoot552
Die sondare die moet loen ontfaen,
Na dat es sijn weerdichedeGa naar voetnoot554
| |
[pagina 78]
| |
555[regelnummer]
Van hem, daer hi de sonde aen dede.
Oec sidi geduerech rechter, here;Ga naar voetnoot556
Dus moet de beteringe emmermereGa naar voetnoot557
Vanden sondare sijn bedreven,
Die tsegen u in sonden sneven.
560[regelnummer]
Oec dor u groetheit, hort wes ic meene,Ga naar voetnoot560
Waer die emende veel te cleeneGa naar voetnoot561
Van hem gedaen, die tfeit selve wrachte.
Dus moet dan arnen al tgeslachte.Ga naar voetnoot563
Ende noch, en dade uws selfs gevoech,aant.
565[regelnummer]
En waer u dit niet groet genoech
- U grote mogentheit aen ghesien -,
Ga naar margenoot+Wistmen meer wraken te doen gescien
Dan aenden mensceliken knecht.Ga naar voetnoot564-68
Bi redenen, ende dies versuekic recht,Ga naar voetnoot569
570[regelnummer]
Here, op een cort, sonder verdrach.Ga naar voetnoot570
God
O mensce, wat horic van di, o wach!
Rechts soe salic mi moeten bewinden.Ga naar voetnoot572
Want na dat redene en recht vermach,
En condier geen onscout tegen vinden.Ga naar voetnoot573-74
575[regelnummer]
Ic dede u lieden als mijn vermindenGa naar voetnoot575
Ende coes u te mire glorien bequame,Ga naar voetnoot576
Maer ghi hebt u laten verblinden;
Dies salder u af risen blame.Ga naar voetnoot578
Want al dat mensceliken name
580[regelnummer]
Voert aen sal dragen, na desen tijt
Geboren werdende van Adame,
Die worden van mi vermalendijt
| |
[pagina 79]
| |
Ende geefse u over in u berijt,Ga naar voetnoot583
Viant. Wanneer si selen sterven,
585[regelnummer]
Soe seldise om deser sonden spijtGa naar voetnoot585
Met u inder hellen erven.
Dit vonnesse gevic te deser werven.
Lucifer
Lof, rechter, van uwen rechte vercoren.Ga naar voetnoot588
Wi dancken ons uwer weerdicheien!Ga naar voetnoot589
Nijt
590[regelnummer]
Ghi hebt gemindert onsen toren.Ga naar voetnoot590
Lof, rechter, van uwen rechte vercoren.
Lucifer
Wy selen gaen stampen en smorenGa naar voetnoot592
Ende tegen hem lieden ons coken bereyen.Ga naar voetnoot593
Nijt
Lot, rechter, van uwen rechte vercoren.
595[regelnummer]
Wi bedancken ons uwer werdicheyen!
Lucifer
Scoyen wi, duvel, sonder beyenGa naar voetnoot596
Tot inden groten kakebo!Ga naar voetnoot597
Gawi de plaetse lingen en breyen:Ga naar voetnoot598
Het comter nu al, des ben ic vro!
Nijt
600[regelnummer]
Het worter bestiert, seg, so, heer, so!Ga naar voetnoot600
Laet werden, laet wassen Adams tronc.Ga naar voetnoot601
Si moeten alle in desen noGa naar voetnoot602
| |
[pagina 80]
| |
Bi ons springen enen spronc,
Ja, sijnse out of sijnse jonc!Ga naar voetnoot604
Lucifer
605[regelnummer]
Ghi helle, hoert wes ic doe bekint:
Doet maken alrande instrumint
Van ruesters, van craulen en van tangen,Ga naar voetnoot607
Daer ghi den mensce met selt ontfangen,
Van cupen, van pannen ende van ketelen,
610[regelnummer]
Van pecke en van gloyende zeetelen,
Om yegeliken nae sinen state
Tontfane, coninge en prelate.
Al saelter comen, rijf en raf!Ga naar voetnoot613
Maect u bereescap en comes af,Ga naar voetnoot614
615[regelnummer]
Sijt blide en vro! Helle, maect feeste,
Het wert al onse, beide minste en meeste!
Groet gerommel ende geruusch salmen inde helle maken met alrehande geruchte. Ende dan selete
Adam
seit tot sinen kinderen:
Ga naar margenoot+Och lieve, geminde kinder vercoren,
Wi hebben de gracie Gods verloren.
Des moeten wi alle als erme slaven
620[regelnummer]
Labueren, luken, dersschen en gravenGa naar voetnoot620
Ende winnen in regen, in couden, met sere,
Daer wy bi leven.
Adam
O laes, mijn uutvercoren kindere,
625[regelnummer]
Ic werde versleten, out en cranc.Ga naar voetnoot625
Dus dese ellinde valt mi te lanc,
| |
[pagina 81]
| |
Want ic heb hier in pinen sware
Geleeft over .ixc. jare.
Dies mijn siecte es ongemeten.Ga naar voetnoot629
630[regelnummer]
Lacen, nu soudic geerne weten,
Wanneer dat ic de medicine
Gecrigen sal van mire pine.
Woude mi yemen den zin ontbinden,Ga naar voetnoot633
Soe waric vroe.
Dander Kint
Wildi yet sindenGa naar voetnoot634
635[regelnummer]
Ten paradise, datmen daer vrage
Om medicine tot onsen behage,Ga naar voetnoot636
Hoe dat u boete sal gescienGa naar voetnoot637
Van uwer qualen?
Adam
Set, gaet besienGa naar voetnoot638
Ten paradise in corten stonde,aant.
Ga naar voetnoot639
640[regelnummer]
Want mi lanct na mijn gesonde.Ga naar voetnoot640
Ga naar margenoot+Dies vraecht den ingel, wanneert sal wesen
Dat ic mire qualen worde genesenGa naar voetnoot642
Ende hoemen blusschen mochte dmesval.Ga naar voetnoot643
Gaet, spoet u, lieve.
Set
Wel vader, ic sal
645[regelnummer]
Daerwert lopen met groter haesten
Ende besoeken ten alder naestenGa naar voetnoot646
Die medicine, die u mach falen.Ga naar voetnoot647
Adieu, dits wech, om cort verhalen:Ga naar voetnoot648
God wil u hoeden altijt vor lee.Ga naar voetnoot649
Adam
650[regelnummer]
Lieve kinder, mi es soe wee!
| |
[pagina 82]
| |
Mijn herte wert zwaerder dan .j. loot.Ga naar voetnoot651
Lacen, mi naect de bitter doot!
Mijn aderen crempen, mi cout mijn bloet.Ga naar voetnoot653
Ic moet van hier.
.j. Kint
Hebt goeden moet,
655[regelnummer]
Vercorne vader, ic hoep ghi saen
Vertroest selt werden.
Adam
En mach niet ontgaen
Der doot, mi wert soe wee ter herten.Ga naar voetnoot657
En can niet meer van groter smerten.
Mijn zenuwen crympen, mi faelgeren de sinnen.Ga naar voetnoot659
660[regelnummer]
Dus leyt mi te mijnder cameren bynnen.
Mijn herte bezwijct my, ic werde soe cranc
De doot die noept my.Ga naar voetnoot662
.j. Kint
Ga naar margenoot+O vaderlijc sceiden, wreet ende stranc,
Die nu den ganc der doot moet terden!Ga naar voetnoot663
Haddy mogen verbeyden dontfanc
665[regelnummer]
Van Sed eerlanc, oft ghi verlost mocht werden,
Die ten paradise wert es met groten scerden,
Het soude volherden u, hopic, algadereGa naar voetnoot664-67
Ga naar margenoot+Al dinen druck.
Dander Kint
O lieve vadere
Adam, nu sidi, soet God begeerde,
670[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ghestorven. - Nu laetten ons inder eerdeGa naar voetnoot670
Begraven ende bidden Gode den here,
Dat hi sijn gracie op hem kere.
| |
[pagina 83]
| |
.j. Kint
Wel broeder, ic ben bereet tot desen.
O laes, tmoet al gestorven wesen.
Dander Kint
675[regelnummer]
Orlof Adam, geminde vadere,Ga naar voetnoot675
Tenen sceidene so eest nu comen.
.IXc.ende.XXX.jaere hebdi geleeft te gadere,Ga naar voetnoot677
Nochtan hebdi nu inde genomen.
Wat mach den langen tijt dan vromen?Ga naar voetnoot679
Set
680[regelnummer]
God danc, ic heb so lange geronnen,Ga naar voetnoot680
Dat ic sie blieken gelijc der zonnenGa naar voetnoot681
Dat paradijs, groet van gewichte,Ga naar voetnoot682
Dwelc God met siere hant selve stichte
Tot tsmenscen vrame, reyn int gescien.Ga naar voetnoot684
685[regelnummer]
Oec hebbic den sconen ingel gesien,
Die God dor sijn hoge weerdeGa naar voetnoot686
Daer voer stelde met enen zweerde.
Des willic hem te desen stonden
Gaen vragen na mijns vader gesonden,Ga naar voetnoot689
690[regelnummer]
Met groten nernste, sonder versagen.Ga naar voetnoot690
Eerwerdich ingel, ic come u vragen
Na die over sware mesquameGa naar voetnoot692
Van minen geminden vader Adame,
Ocht enege medicine tot dienGa naar voetnoot694
695[regelnummer]
Bi gracien tsheren sal gescien.
Sier quetsen naem hi geerne bet,Ga naar voetnoot696
Dies bidt hi om raet.
| |
[pagina 84]
| |
Dat hi sire qualen, die hem let,Ga naar voetnoot699
700[regelnummer]
Gecrigen sal gesondichede.
Dit es den boem, daer hi aen dedeGa naar voetnoot701
De sonde hier inden paradise.
Bi hem soe sal hem oec den vredeGa naar voetnoot703
Comen in menichfuldeger wise.
705[regelnummer]
Ghi selt verstaen: met desen rise,Ga naar voetnoot705
Die ic van desen bome u trac,
Daer sal Adam, die oude grise,Ga naar voetnoot707
Bi werden verlost sijn ongemac.
Gaet henen, plant mi desen tac
710[regelnummer]
Uwen vader onder sijn hoet.Ga naar voetnoot710
Hi sal op groyen, sonder lac,Ga naar voetnoot711
Ende werden een boem scoen en groet.
Adame soe seldi vinden doot.
Dus doet als ic u heb geseit.
715[regelnummer]
Bi desen wert hi verloest sier nootGa naar voetnoot715
En brocht tot sire gesondicheit
Van selker qualen als hi in leit.
Set
Lof en danc, God, Here bequame,Ga naar voetnoot718
Soe moet u ewelic toe vloyen,
720[regelnummer]
Dat uten rise tot smenscen vrameGa naar voetnoot720
Medicine van sonden sal bloyen.
Maer lacen, den ghenen sal seer vernoyen,Ga naar voetnoot722
Die selen liggen in bitteren clagen,
Na tgene dat God sijn gracie sal spoyenGa naar voetnoot724
725[regelnummer]
Op trijs, dat medicine sal dragen.
Ga naar margenoot+Orlof, her ingel! Na Gods behagenGa naar voetnoot726
Soe sal u hoge begeerte gescien.
Doch hopic, sal yemen gebyen den dagen,Ga naar voetnoot728
Datmen vruchtbarich dit rijs sal sien.
| |
[pagina 85]
| |
730[regelnummer]
Om te volcomene als van dien,Ga naar voetnoot730
Dat mi die ingel maecte cont,
Soe willic sier hoger begeerten plienGa naar voetnoot732
Ende planten trijs in corter stont,
Ten teekene dat noch sal maken gesont,Ga naar voetnoot734
735[regelnummer]
Bi gracien tsheren, al ons geslachte
Ende dier nu bitterlic liggen gewontGa naar voetnoot736
Inder demster hellen grachte.Ga naar voetnoot737
Ic bevele u, rijs, des heren crachte.Ga naar voetnoot738
Hier salmen singen of spelen, Ende dan comt Lucifer.
Lucifer
O duvels alle, versterct u neringe!Ga naar voetnoot739
740[regelnummer]
Hier wert so over grote geeringeGa naar voetnoot740
Vanden sielen die hier zweymen,Ga naar voetnoot741
Wi en selense waer weten heymen.Ga naar voetnoot742
Mijn buuc sal bersten int verblien
Van deser conscilien.Ga naar voetnoot744
Nijt
Tmoet hier al lien,
745[regelnummer]
Dat vanden geslachte van Adame
Es comen. Dat blijct aen Abrahame
Ende Melchisedech, den iersten pape,Ga naar voetnoot747
Die hier oec sit.
Lucifer
Hets tonsen betrape,
Ga naar margenoot+Dat bi naturen geboren es:Ga naar voetnoot748-49
750[regelnummer]
Jacob, Joseph ende Moyses,
Josue, Sampsoen ende meer andere,
| |
[pagina 86]
| |
Yesse, Salemoen ende Alexandere,Ga naar voetnoot752
David, Job ende Ezechias,
Daneel ende oec Ysayas;
755[regelnummer]
En soudse half niet connen bedienGa naar voetnoot755
Wat hier getont es.Ga naar voetnoot756
Nijt
Den duvel van lien!
Het comt hier al, eest leec of clerc!
Hoe wijs, hoe constich, of hoe sterc
Dat si sijn mogen, tcomter al na.
760[regelnummer]
En elc sit hier na sinen sta.Ga naar voetnoot760
Den last valt groet, al doe wijt geerne.
Wie saelt ons beletten?
Lucifer
Twaer quaet te beweerne.Ga naar voetnoot762
Niemen en mocht ons so verdullen,
Wi[ne] selen den groten kakebo vullen!Ga naar voetnoot763-64
765[regelnummer]
Noit scuere en was so vol gestommeltGa naar voetnoot765
Met scoven!
Groet geruchte inde helle.
Nijt
Hoort hoemen rommelt!
Het duncken mi horselen die daer swermen,
Soe crijsschen de zielen.
Lucifer
Laet criten, laet kermen!
Wy selen ons selven aen hem wreken.
| |
[pagina 87]
| |
770[regelnummer]
Scoy wech, laet ons de brander vort steken.Ga naar voetnoot770
Ga naar margenoot+
Gheruchte.
Dits tclagen ende tkermen inde helle vanden vaders.
Adam
O alder rechtverdichste rechter verheven,
Hort mi, Adam, het dunct mi tijt,
Want inden boeken so staet gescreven:
Nader grootheit der sonden bedrevenGa naar voetnoot774
775[regelnummer]
Soe moetment beteren sonder respijt.
Ende wie dat in dootsonden blijtGa naar voetnoot776
(Vintmen inder scrifturen claer),
Die moet der penitencien lijtGa naar voetnoot778
Daer voer gedogen ende int gestrijtGa naar voetnoot779
780[regelnummer]
Der pinen bliven menich jaer.
O here, nu eest wel oppenbaer,
Dat wi .vM. jaer tuwer weerdenGa naar voetnoot782
Hier hebben geseten, ende op der erden
.IXc. jaer oec hebben gedaen
785[regelnummer]
Penitencie; dies wilt opslaen
U ogen van gracien tonser vrame,
Here, dor uwen weerdegen name!
Yeve
Eest u bequame, o here, ic, Yeve, bid u om genaGa naar voetnoot788
Der mesdaet, die bi minen ra
790[regelnummer]
Gesciet es, dwelc alle creaturen
| |
[pagina 88]
| |
Genieten, dat mi nu rout te spa.Ga naar voetnoot791
Ontfermt u onser sonden qua,
Die donsculdege met ons besueren
In desen kerkere.
.i. Ander
Hoe lange saelt dueren?
795[regelnummer]
O God, of ghi den hemel scordet,Ga naar voetnoot795
Ga naar margenoot+Soe waer ons allen wel ghesciet,
Met uwer claerheit tdoncker dorbordet,
Ende brocht ons daermen ewelic siet!
David
O waer sijn, here, die ontfermicheden,Ga naar voetnoot799
800[regelnummer]
Die ghi besworen hebt vorleden
Davitte, dinen knecht getrouwe,
Die hier nu met bitteren rouwe
In zwaerder ellinden sit geplaecht?
Ontfermt sijns, die u dliden claecht,
805[regelnummer]
Want seker, wi sijn in bitteren sere!
Job
O God, antwordt mi, lieve here,
Hoe vele gerechticheiden van mesdadenGa naar voetnoot807
Ic, Job, sal moeten liden noch meere,
Ende wilter mi cortelinge af ontladen!Ga naar voetnoot809
810[regelnummer]
Oec toent mi, here, dor u genaden,
Twi ghi u aenscijn bercht dus langeGa naar voetnoot811
Vor my? Hoe moechdi ons dus gestadenGa naar voetnoot812
Te laten inder duvele bedwange?
Tverdinken van desen valt mi seer strange!Ga naar voetnoot814
815[regelnummer]
O here, ontbint den zwaren bant!
Ic loefdu met woerden ende met sange;
Nu houdi mi, scint, vor uwen viant.Ga naar voetnoot817
Ysayas
Alsoe ic inder scrifturen vant,
| |
[pagina 89]
| |
Doen ic op de werelt was,
820[regelnummer]
Doe dedic van doen u allen becant,Ga naar voetnoot820
Als die prophete Ysayas.
Soe seidic u, hoe dat ic las,
Dat .j. kint soude sijn geboren
Ga naar margenoot+Van eenre maecht, sijt seker das,Ga naar voetnoot824
825[regelnummer]
Dat lossen soude dat was verloren.Ga naar voetnoot822-825
Dat kint soude na sijn behorenGa naar voetnoot826
Heten God, na mijn verclaren.
Dus vriende, soe ic u seide te voren,
Saelt al volscien. Drijft geen mesbaren:Ga naar voetnoot829
830[regelnummer]
Den tijt die naect ons sonder sparen!Ga naar voetnoot830
Adam
Verhuecht u, vriende, ende blijft in hopen:Ga naar voetnoot831
Die prophecie en mach niet liegen.
.i. Ander
De gracie Gods steet al noch open.
Verhuecht u, vriende, ende blijft in hopen.
David
835[regelnummer]
Hoe ons dees demsterheit mach nopen,Ga naar voetnoot835
Gods woert en sal ons niet bedriegen.
Adam
Verhuecht u, vriende, ende blijft in hopen,
Die prophecie en mach niet liegen.
Sanc of spel.
Bitter Ellinde op crucken, ermelic gecleet.
Bitter Ellende
Lof heb de gracie des heren volmaect!
840[regelnummer]
Doch benic met groter pinen geraectGa naar voetnoot840
Tot op dees werelt, soemen siet,
Daer ic eens mijn vriendinne liet,
Die mi beloefde hier in mijn stede
| |
[pagina 90]
| |
Te blivene, ende heet Innege Bede,
845[regelnummer]
Ende es getrouwe, altoes bereit
Vor de hoghe drievuldicheit.
Daer willic aen gaen sonder versagenGa naar voetnoot847
Ga naar margenoot+Ende haer dat bitter liden clagen,
Die Moyses ende haer vriende gemeeneGa naar voetnoot849
850[regelnummer]
Gedogen in den kerker steeneGa naar voetnoot850
Der hellen, te haren ongevoege,Ga naar voetnoot851
Op dat sijt vor den hoechsten droege;Ga naar voetnoot852
Hen souts, dat hopic, gracie gescien.
God danc, doch hebbicse versien!Ga naar voetnoot854
855[regelnummer]
Dies hopic een sake goet van gewinne.
God gruetu, vrouwe!
Innich Gebet
God loens u, vriendinne.Ga naar voetnoot856
De gracie des heren wil u bescermen.Ga naar voetnoot857
Ghi scijnt sere mesmaect.Ga naar voetnoot858
Ellindicheit
Dat ben ic, wachermen!
Soet blijct en was noit niemen soe weeGa naar voetnoot859
860[regelnummer]
Als my.
Innich Gebet
Hebdi de beene ontwee,Ga naar voetnoot860
Dat ghi soe deerlic, en weet hoe,Ga naar voetnoot861
U leede sleept?
Ellindicheit
Jaic, en trugbeen toe.Ga naar voetnoot862
En can gestupen, gecnielen, gebucken.Ga naar voetnoot863
Dies moetic jammerlic op mijn crucken
| |
[pagina 91]
| |
865[regelnummer]
Dus henen sweyven in zwaerder allinde,Ga naar voetnoot865
Alsoe ghi siet.
Innich Gebet
Wie sidi, geminde?
Ghi scijnt so druckich dat ghi mi deert.Ga naar voetnoot867
Hoe es u name?
Ellindicheit
Dat wert u vercleert,
Wie dat ic ben, van ende tende,Ga naar voetnoot869
870[regelnummer]
Ende wanen ic come. Och, Bitter EllendeGa naar voetnoot870
Soe es mijn name. Hort mi vertellen:
Die oude vaders, die inder hellen
Noch liggen moeten [ende] houden stede,Ga naar voetnoot873
Die namen geerne, Innich Gebede,Ga naar voetnoot874
875[regelnummer]
Sercoers van haren bitteren lidene.
Dus, vrouwe, wistise te verblidene,Ga naar voetnoot876
Ghi daetter wel aen boven maten.
Want si hebben u hier gelaten
In haer stat om Gods behagen,Ga naar voetnoot879
880[regelnummer]
Dat ghi haer boetscap sout gewagenGa naar voetnoot880
Aenden here, die u vermintGa naar voetnoot881
Om u snelheit.
Innich Gebet
Dats waer, ic kint,Ga naar voetnoot882
Dat si mi te meneger stede
Gelast hebben als Innich Gebede,
885[regelnummer]
Dat ic hen soude sijn bereet,Ga naar voetnoot885
Soet inden soutere ende elder steet,Ga naar voetnoot886
Die Moyses, Saelmon ende DavitGa naar voetnoot887
Ordineerden. Maer dat ghijt wit:Ga naar voetnoot888
| |
[pagina 92]
| |
Mijn jagen, mijn vliegen ende mijn volgenGa naar voetnoot889
890[regelnummer]
En baet niet; de heer es [so] verbolgen,
Dat ic hem, vrouwe, in desen saken
En der aenrueren noch genaken.Ga naar voetnoot892
Hi es verherdicht al in eenGa naar voetnoot893
Ende ruect mijns lutter.
Ellindicheit
Ga naar margenoot+Ach lacen, neen!Ga naar voetnoot894
895[regelnummer]
Soe bliven si verloren plets,Ga naar voetnoot895
Mijn vriende vercoren.
Innich Gebet
Sijt niet te wets,Ga naar voetnoot896
Allindicheit, gheminde vrouwe;
Ic hebber een vriendinne getrouwe
Biden here, die mi te gerieve
900[regelnummer]
Ons tale sal vueren.
Ellindicheit
Wie esse, lieve,Ga naar voetnoot899-900
Die tuwer talen sal sijn bereit
Vor den meesten?Ga naar voetnoot902
Innich Gebet
Ontfermicheit
So es van deser vrouwen den name,
Die vor den here es soe bequame,Ga naar voetnoot904
905[regelnummer]
Dat onmogelic waer te tellene,
Hoe hise vermint.
Ellindicheit
Pijnt u derweert tstellene,Ga naar voetnoot906
Innich Gebet, ic bids als vuere.Ga naar voetnoot907
Want saelt gescien, dat wert bi huere,Ga naar voetnoot908
| |
[pagina 93]
| |
Dat hopic, ende bi niemen el.Ga naar voetnoot909
910[regelnummer]
Dus spoetter u mee.
Innich Gebet
Ellindicheit, wel
Ic hope si en sal mi niet verhoren.Ga naar voetnoot911
Mit minen eggere salic gaen borenaant.
Ga naar voetnoot912
Nernstelic inden hemel een gatGa naar voetnoot913
Ende vliegen tot hare.
Ellindicheit
Ghi en moecht niet bat.Ga naar voetnoot914
915[regelnummer]
Doet de bederve sonder vermien,Ga naar voetnoot915
Datter de ouders af verblien.aant.
Ga naar voetnoot916
Sanc of spel, Ende Innich Gebet sal die wile metten eggere een gat willen boren inden hemel etc., ende seggen boven:
Innich Gebet
O alderhoechste here almechtich,
Lof heb u gracie, die mi so crechtich
Maect, dat ic ten hemele dus saen
920[regelnummer]
Des menscen bederve hier heb gedaen.Ga naar voetnoot919-20
Want alsoe sciere als mi vercleert
De mensce, soe weet die hi begeert,Ga naar voetnoot921-22
Eest God selve, sentinne oft sant.Ga naar voetnoot923
Noit snelder bode men en vant
925[regelnummer]
Dan ic, Innich Gebede, si.Ga naar voetnoot925
Ontfermicheiden so benic bi.Ga naar voetnoot926
| |
[pagina 94]
| |
Dies willic haer minlic gaen vertogenGa naar voetnoot927
Mijn hoge bederve.
Ontfermicheit
Hoe comdi gevlogen
Dus snellic, geminde vrou eersame?
930[regelnummer]
Wanen es ditte?
Innich Gebet
Vrouwe, van Adame
So comic, die tot mi dede sinden
Op der erden seer Bitter AllindenGa naar voetnoot932
Die nemmermeer, also si dede gewach,Ga naar voetnoot933
Hier boven selve niet comen en mach.
935[regelnummer]
Dus heefse mi haren sin ontbondenGa naar voetnoot935
Ga naar margenoot+Ende mi met nernste aen u gesondenGa naar voetnoot936
Om, vrouwe, te nemen met u raetGa naar voetnoot937
Ende dat ghi dan wort haer avecaet,
Als ghi selve wet, dat es van noeGa naar voetnoot939
940[regelnummer]
Ende haer behoeft.Ga naar voetnoot940
Ontfermicheit
Sijt willecome, boe,Ga naar voetnoot940
Maer segt mi Bitter Ellinden bedrijf:Ga naar voetnoot941
Esse niet ermelic?Ga naar voetnoot942
Innich Gebet
Soe maten wijf
En sach noit mensce met ogen ane.
Haer waer seer ongereet te stane,Ga naar voetnoot944
945[regelnummer]
Hadsi niet crucken, daer si op leende.Ga naar voetnoot945
Si hulsde, si bulsde, si crochte, si steende;Ga naar voetnoot946
Haer cleeder dorscuert ende al berost,Ga naar voetnoot947
Haer scoen dorgaet, haer cousen vermost,Ga naar voetnoot948
| |
[pagina 95]
| |
Haer hoet dorsmeten, haer wangen dorpletst,Ga naar voetnoot949
950[regelnummer]
Haer nese dorblutst, haer ogen dorcretst,Ga naar voetnoot950
Te halven so crupse [met swaren ontluste].aant.
Ga naar voetnoot951
In .lijc. jaeren en hadse ruste.Ga naar voetnoot952
Eest wonder, vrouwe, al es si verbeentGa naar voetnoot953
Van selken tormente?
Ontfermicheit
Och lacen, neent!
955[regelnummer]
Mijn sinne verscricken, mijn hert weent bloet,
Dat si dit liden dus doegen moet.
Dies willic van haren overterdeneGa naar voetnoot957
Haer advocaet bestaen te werdeneGa naar voetnoot958
Vor den here gebenedijt.
960[regelnummer]
Ic ga tot hem, hets meer dan tijt.
Ga naar margenoot+
Selete opt cortste. Die wile salmen Gode bloet sien sitten.
Ontfermicheit
tot Gode
O alderhoechste, mogenste en mechtichste,
Rechtverdichste rechter en warechtichste,
Ic, Ontfermicheit, die in minnen
Wonachtich es tuwer herten binnen,
965[regelnummer]
- Noit niemen en coster mi uut gedriven;
Mijn woninge moet daer ewelic bliven,
Ocht de werelt opt corte verginge! -Ga naar voetnoot967
Hoert dan wies ic u sunderlingeGa naar voetnoot968
Met groten nernste ben vercleerende:
970[regelnummer]
Dats dat ic intelic ben begerende,Ga naar voetnoot970
Dat ghi de gevangene, die sijn gevaen,
Telivereert, here, en wiltse ontslaen.Ga naar voetnoot972
Dies ben ic tu als Ontfermicheit
Met nernste biddende.
| |
[pagina 96]
| |
Gherechticheit
Ja? al ghereit!Ga naar voetnoot974
975[regelnummer]
Men doe haer gereetscap, si biddes, boye.aant.
Ga naar voetnoot975
Op dats u, here, niet en vernoye,Ga naar voetnoot976
Mi geliefter oec toe te sprekene
Als Gerechticheit, die te verstekene
Niet en mach sijn, ic seggu twi:Ga naar voetnoot978-79
Ga naar voetnoot979
980[regelnummer]
Want also wel benic als siGa naar voetnoot980
In uws selfs herte, here, verlichtaant.
Ende op mi hebdijt al gesticht,Ga naar voetnoot982
Dat bevaen heeft hemel en eerde.Ga naar voetnoot983
Aldus dan dor u hoge weerdeGa naar voetnoot984
985[regelnummer]
So sidi mi sculdich dan int clareGa naar voetnoot985
Te horne, alsoe wel als hare.
Ga naar margenoot+Haer soetelic spreken mach niet gehoert sijn
Sonder mijn antworde.
God
Wilt niet gestoert sijn
Op anderen, weerde lieve vriendinnen.Ga naar voetnoot989
990[regelnummer]
Ghi wet, mijn sinnen vierich dorboert sijn
Noyaellic met uwer beider minnen.Ga naar voetnoot990-91
Dies seldi mi duegdelic laten bekinnen
Uwer beider gebreke in wedersie;Ga naar voetnoot992-93
Ende alsic uws vortstels ben te bynnen,
995[regelnummer]
Soe salic sonder enich envie
U beiden payen van desen gestrie.Ga naar voetnoot994-96
Ontfermicheit
Te goeder tijt, here, te vreden blivicaant.
In u sentencie; mer noode so kivicGa naar voetnoot997-98
Tegen mire suster Gerechticheit.
| |
[pagina 97]
| |
1000[regelnummer]
Maer scade sceet vrienscap, soemen seit.Ga naar voetnoot1000
Dies sijt mi gunstich van dat mi noest,Ga naar voetnoot1001
Dats dat ghi derme menscen vertroest,Ga naar voetnoot1002
Ocht si moeten gemeynlic alleGa naar voetnoot1003
Verloren sijn inden mesvalle.
1005[regelnummer]
Want David seit ten cleeren bescouwe:Ga naar voetnoot1005
Den tijt comt datmender ontfermen souwe;Ga naar voetnoot1006
Dies benic begerende, dat dan gescie
Vlues op een cort.
Gherechticheit
Van cleinen bedie
Es u vortstel, soe ghijt bediet.Ga naar voetnoot1008-9
1010[regelnummer]
Ghi hebbet scrifture noch qualic dorwiet,Ga naar voetnoot1010
Want dat God sprac, dats uutgenomen:Ga naar voetnoot1011
Boven alle dander moet dat volcomen.Ga naar voetnoot1012
Ga naar margenoot+Hi seide, dat sterven moet groet en cleene,
Adam mit sinen navolgers gemeene.
1015[regelnummer]
Van dier tijt, dits ander besceet,Ga naar voetnoot1015
Dat Adam inden appel beet
Toten jonxten dage, seide hi toe.Ga naar voetnoot1017
Cnuwt dat woert wel!Ga naar voetnoot1018
Ontfermicheit
Suster, ic doe.
Al en dadijs so scerpelic niet vermaen,
1020[regelnummer]
Ic soudu ten nausten emmer verstaen.Ga naar voetnoot1019-20
Maer, Gerechticheit, suster, u woerdeken sniden
Als sceerse; mer benic om overlidenGa naar voetnoot1022
| |
[pagina 98]
| |
Ghestelt, here vader, in uwen moet,
Waertoe soe benic dan te goet?Ga naar voetnoot1024
1025[regelnummer]
En magic niet in u gedochte
Volcomen daermen mi toe wrochte,Ga naar voetnoot1026
So blijft de werelt met allen tenden,Ga naar voetnoot1027
Want u Gerechticheit sout al scenden,Ga naar voetnoot1028
Dat wezen sal ende menscelic leeft.
1030[regelnummer]
Dies seg ic: neen.
Gherechticheit
Dwoert dat God heeft
Gesproken, suster, dan mach niet falen.Ga naar voetnoot1031
Al waerdi noch so suet van talen,
U en steet dat Gode niet tontsmekene.Ga naar voetnoot1033
En sal u seggen bi desen tekene:Ga naar voetnoot1034
1035[regelnummer]
Worde Adam niet dewige doot besurende,
Gerechticheit en waer niet ewelic durende,
Ende na dat ic gescreven vinde,
So es Gods waerheit sonder ynde.
Ende aldus dan na u verstaen,Ga naar voetnoot1039
1040[regelnummer]
Ga naar margenoot+Soe soude de waerheit Gods vergaen.
Ontfermicheit, suster, dan mach niet sijn,
Dat wetti selve wel.
Ontfermicheit
Verstaet den fijn.Ga naar voetnoot1042
Tscrifture seit, daer ics mi aen houwe:Ga naar voetnoot1043
God sciep den mensce, om datti souwe
1045[regelnummer]
De glorie besitten, alsoe ic las,
Daer Lucifer uutgeworpen was.
Daer was hi toe geordineert,
Vander Gods gracien geviseert,Ga naar voetnoot1048
Ende te bescouwene die ewige claerheit
1050[regelnummer]
Van Gods aenscine; nu na de waerheit.
Daer ghi, Gerechticheit, op dinct,
Eest dat ghi dit den mensce niet en gehinct,Ga naar voetnoot1052
| |
[pagina 99]
| |
So en zal de wille noch de macht fijnGa naar voetnoot1053
Van sinen makere niet volbracht sijn,
1055[regelnummer]
Want hijs niet, soe ic seide te voren,Ga naar voetnoot1055
En maecte om te bliven verloren.
Maer wilde hine ter glorien maken,
Hi moet sijns makers wille dan smaken.Ga naar voetnoot1058
Dan can hem niemen wederstaen,Ga naar voetnoot1059
1060[regelnummer]
Of Gods wille moet falen.
Gherechticheit
Hoert mijn vermaen,
Suster Ontfermicheit: dat ghi segt
Luyt vremde, want na dat ghi sprect,
Soe soude de mensce van sinen mesdaden
Ongecorrigeert bliven en bi genaden
1065[regelnummer]
Quijt gaen van dat hi mesdoet.Ga naar voetnoot1064-65
So dadense hem so lief quaet als goet.Ga naar voetnoot1066
Ga naar margenoot+Ghi en ergeweert niet, suster, versinde ghijt,Ga naar voetnoot1067
Na u voertstel.
Ontfermicheit
Neen, suster, bekinde ghijt,
Dan hebbic u niet te voren geleit;Ga naar voetnoot1069
1070[regelnummer]
Maer de wise meester die seitGa naar voetnoot1070
In sinen boeke, nu hort na mi,
Dat God vele geringere siGa naar voetnoot1072
Den mensce tontfermen, sijt seker des,
Dan hine te verdoemen es.
1075[regelnummer]
Want sijn grote ontfermicheit besnedenGa naar voetnoot1075
Es meerder dan smenscen quaetheden.
Ende om dat dit prueflic ende claer es,Ga naar voetnoot1077
Soe eest noet, temelic, dat waer es,Ga naar voetnoot1078
| |
[pagina 100]
| |
Dat de mensce van sinen bedrive
1080[regelnummer]
Verlost si, dan hi verloren bliveGa naar voetnoot1079-80
Ewelic, suster. Hier mede ic slute
Ende begeers recht.
Gherechticheit
En heb noch niet ute!Ga naar voetnoot1082
Hier op willic antworde geven.
Segt doch: waer vondi noit gescreven,Ga naar voetnoot1084
1085[regelnummer]
Wie dat mesdede, om cleer verstaen,
Hi en moeste bi Rechte correxie ontfaen?Ga naar voetnoot1085-86
Dus Adam es mesdadich vonden,Ga naar voetnoot1087
Dies moet hi aernen dan sijn sondenGa naar voetnoot1088
Ewelic, geduerich, sonder fijn,Ga naar voetnoot1089
1090[regelnummer]
Want alle die leven of selen sijn,
En souden na groetheit des heren
De sonden gebeteren na der lerenGa naar voetnoot1090-92
Vander ewiger scrifturen.
Ga naar margenoot+Dus moet hise ewelic besueren,
1095[regelnummer]
Hi en sijn geslachte me.aant.
Ga naar voetnoot1095
Dit seggic als Gerechtiche.
De Waerheit
Heer vader, ic bid u om een woert
Ten besten te sprekene. Ic heb gehoert,
Dat mijn susteren in gescilleGa naar voetnoot1099
1100[regelnummer]
Gevallen sijn om des menscen wille,
Dat qualic vuecht, here, mocht [ict] gelien,aant.
Ga naar voetnoot1101
Dat si dus jegen elc anderen strien.
Dus soudicse als Waerheit geerne versamen
Ende enegen, here; maer na dbetamenGa naar voetnoot1103-04
1105[regelnummer]
Van mi, Waerheit, en van hem beyen,
| |
[pagina 101]
| |
Dat si in dit gedinge voerseyen,Ga naar voetnoot1104-06
Soe waert wel noet, datmen dan vonde
Yemen, die beterde tsmenscen sondeGa naar voetnoot1108
Metter doot ende dat uut trouwen,Ga naar voetnoot1109
1110[regelnummer]
Die inde sonde niet en waer gehouwen,Ga naar voetnoot1110
Die Yeve ende Adam bedreef.
Dus, vondemen yemen, die suver bleef
Ende ombesmet, ende claer van desen,Ga naar voetnoot1113
Die soude tgeslechte al mogen genesen.Ga naar voetnoot1114
1115[regelnummer]
Ende anders so en maecht niet gescien
Bi mi als Waerheit.
Ontfermicheit
Dan onder ons drienGa naar voetnoot1115-16
Soe laet ons met begeerten groet
Besueken, of yemen der ewiger dootGa naar voetnoot1118
Vanden sonden Adaems bedrevenGa naar voetnoot1119
1120[regelnummer]
Onsculdich en onbesmet es bleven.
Wat segdi dies, Gerechticheit?
Gherechticheit
Neent, sustere, want tscrifture seit
Inden latine, claer becondicht:Ga naar voetnoot1123
Wi hebben alle in Adam gesondicht;
1125[regelnummer]
Oec en es niemen, na Davids leere,Ga naar voetnoot1125
Si en hebben gesondicht jegen den here.
De Waerheit
Susteren, om u te besceideneGa naar voetnoot1127
Als Waerheit, gelieft mi u te leideneGa naar voetnoot1128
Ten chore der ingelen, verstaet den fijn.Ga naar voetnoot1129
1130[regelnummer]
Want daer noch enege ingele in sijn,
| |
[pagina 102]
| |
Die noyt noch en mesdaden in sonden
En ongehouden sijn en ontbondenGa naar voetnoot1132
Van Adams mesdaet, dit es waer.
Dies gawi onder ons drien tot daer;
1135[regelnummer]
Ic hope, wy wordender bi gevraemt.Ga naar voetnoot1135
Siet, sustere, daer steeter veel versaemt;Ga naar voetnoot1136
Als Ontfermicheit doet de relacien!Ga naar voetnoot1137
Ontfermicheit
O heilege ingele van hoger nacien,Ga naar voetnoot1138
Sonder blamacien
1140[regelnummer]
Sidi bi Waerheiden, miere suster, vonden,Ga naar voetnoot1139-40
Regnerende in jubilacien.Ga naar voetnoot1141
Sonder falacienGa naar voetnoot1142
Biddic geerne, hoert mijn orconden:Ga naar voetnoot1143
Soude yemen die sonden
1145[regelnummer]
Afdoen willen van Adame,
Ende tenegen stonden
Sterven willen om smenscen vrame?
Dat waer mi uterlic seer bequame.Ga naar voetnoot1148
Als Ontfermicheit doe ics bede,Ga naar voetnoot1149
1150[regelnummer]
Ga naar margenoot+Die vor u knielt in smenscen stede.Ga naar voetnoot1150
Een Ingel
Vrou Ontfermicheit, u tale besnedenGa naar voetnoot1151
Hebben wi gehoert ende tuwer beden
Souden wi ons vuegen als van dien.Ga naar voetnoot1153
Wies der heileger drievuldichedenGa naar voetnoot1154
1155[regelnummer]
Ghelieft van desen, sijt dies te vreden,Ga naar voetnoot1155
Dat moet wel van ons gescien.
Hier en es niemen int oversien,Ga naar voetnoot1157
Die den natuerliken doot verdriet,
| |
[pagina 103]
| |
Eest God begerende tot ons lien.
1160[regelnummer]
Wy willen alle geerne plien,Ga naar voetnoot1160
Wies dat de here aen ons gebiet.
Dus werdet u, vrouwe, van ons bediet.
Ontfermicheit
Lof hebt ghi, ingele! Mijn susteren beie,
Laet ons vor den here dan gaen,
1165[regelnummer]
Want, soe mi die ingel seye,
Soe doen sijt, wilt hijt hebben gedaen.Ga naar voetnoot1166
Gherechticheit
Neen suster, dat hebdi qualic verstaen;Ga naar voetnoot1167
Ghi sout mi so mijns rechts verdringen.Ga naar voetnoot1168
Si moestent minlic selve aengaen,Ga naar voetnoot1169
1170[regelnummer]
De here en machser niet toe dwingen!
De sake die soude mi dus ontspringenGa naar voetnoot1171
En fortse so worde gerekent dat feit.Ga naar voetnoot1172
De doot en mach hem niet verlingen,Ga naar voetnoot1173
Diet doen sal; dats verloren geseit.
De Waerheit
1175[regelnummer]
Nu dan, ghi ingele, ic als Waerheit
Die spreke u toe, wilt mi verzinnen.Ga naar voetnoot1176
Ga naar margenoot+Heeft yemen ten mensce selc onst geleyt,Ga naar voetnoot1177
Datti de doot wilt sterven uut minnen,
So mogense dewige vroude gewinnen
1180[regelnummer]
Ende inden hemel besitten dees ste.Ga naar voetnoot1180
Doet mi daer af u jonst bekinnen,Ga naar voetnoot1181
Des biddic u, ingele, als de Waerhe.
Hier swigen sy alle.
Si swigen gemeyn op alle be!Ga naar voetnoot1183
Anderwerf vragic, of ghi wilt sterven
1185[regelnummer]
Om den mensce ten ewigen vree
Te bringene? Noch vragicx u derdewerven,
| |
[pagina 104]
| |
Och niemen en antwert tonser bederven?Ga naar voetnoot1187
Ontfermicheit
O laes, den troest, die wi hier vindenGa naar voetnoot1188
Es cranc! Latet ons gaen ontbindenGa naar voetnoot1189
1190[regelnummer]
Gode, den almechtegen here.
Hi sal ons beraden, hopic sere,Ga naar voetnoot1191
Of de mensce blijft onverloest,Ga naar voetnoot1192
En crigen wi anders genen troest.Ga naar voetnoot1193
Dies gaic als vriendinne getrouwe
1195[regelnummer]
Tot Gode den vader met groten rouwe.
Here vader, onder der ingele scare
En es nu niement int oppenbare,Ga naar voetnoot1197
Die hem uyt minnen wilt laten ontliven,Ga naar voetnoot1198
Noch oec ter werelt dies werdich ware,Ga naar voetnoot1199
1200[regelnummer]
Om te verlossen den armen sondare.
Sal hi dan dus verloren bliven?
Ghi moecht doch alle leet verdriven!
Ic bids u, staet hem nu in staden,Ga naar voetnoot1203
Als u Ontfermicheit.
God
Ga naar margenoot+Wilt mi beradenGa naar voetnoot1204
1205[regelnummer]
Suete sone, ende hoert mijn woerde.
U susteren drie sijn buten tradeaant.
Ga naar voetnoot1206
Gevallen ende sere van discoerde.Ga naar voetnoot1207
Gherechticheit als die gestoerdeGa naar voetnoot1208
Begeert, dat Adam blive in weene;Ga naar voetnoot1209
1210[regelnummer]
Ontfermicheit wilten te minen acoerde
Bringen en sijn geslachte gemeene.Ga naar voetnoot1210-11
Hoe salict maken, en stoerder eene?Ga naar voetnoot1212
Want alle beide moeticker plegen.Ga naar voetnoot1213
| |
[pagina 105]
| |
Dadict niet, sone, hoert wies ic meene:
1215[regelnummer]
Ic ginge miere hoger godheit tegen.Ga naar voetnoot1215
Dies wilt mi tesen avise gewegen.Ga naar voetnoot1216
De Soen Gods
O vader, uwen wille van dien,
Soet Recht begeert, moet wel gescien.
Wi en mogen niet bat, noch ghi noch icke,Ga naar voetnoot1219
1220[regelnummer]
Dan trecht in hout van desen sticke.Ga naar voetnoot1220
Dus salmen Recht ende Waerheit vragen,
Wats hem van desen best sal behagen.Ga naar voetnoot1222
Dat dunct mi goet, eest soe u wille.
De Heilege Geest
O vader, laet zwichten dit gescille.Ga naar voetnoot1224
1225[regelnummer]
Dies biddic u, als Heilich Geest,
In u als wortele ende keest
Eenwillich, volmaect ende onversceyen.Ga naar voetnoot1226-27
Wes u behaecht, gelieft ons beyen,Ga naar voetnoot1228
Als u ende mi, sonder mestermen;Ga naar voetnoot1229
1230[regelnummer]
Want doch ons proper es ontfermen.Ga naar voetnoot1230
Wat ghi begeert, dats oec mijn raet.
De Vrede
Ga naar margenoot+Ic als Vree, here, na dat staet,Ga naar voetnoot1232
Bid der Waerheit ende u om hulpe.
Die gaf den raet, dat hi dit stulpe.Ga naar voetnoot1234
1235[regelnummer]
Ghi sijt genadich in allen keere.Ga naar voetnoot1235
| |
[pagina 106]
| |
De Waerheit
Soe seggic dan als Waerheit, heere,
Yegelijcs saken wel oversien:Ga naar voetnoot1237
Sal den mensce sorcoers gescien,Ga naar voetnoot1238
Dat wort bi rechte van uwen sone;Ga naar voetnoot1239
1240[regelnummer]
Ende dat bi redenen, om dat gone
Elken in recht sta ende ombegrepen.Ga naar voetnoot1240-41
Bi hem was ierst de mensce gescepen.Ga naar voetnoot1242
Oec es gescreven, alsoe ic las,
Dat alle dinc bi hem gescepen was.
1245[regelnummer]
Dies laet ons sire wijsheit dan duer oetmoetGa naar voetnoot1245
Bidden om sijn hulpe soet
Siere vrienden, die sijn in bitteren weene.Ga naar voetnoot1247
Ontfermicheit
O sone des vaders, in duechden reene,Ga naar voetnoot1248
Ic, vrou Ontfermicheit, bid met seere
1250[regelnummer]
Vor u vriende, groet en cleene,
Die bliven verloren emmermeere
Ten si, bi uwer sueter leere,
Dat ghi hens duegdelic wilt ontfermen.Ga naar voetnoot1252-53
Dan u genadicheyt op hen keereGa naar voetnoot1254
1255[regelnummer]
Ende wilt gedincken haer bitter kermen.
Niemen dan ghi en machse bescermen!
God
Mi, sone, na dat gewarich toe bringenGa naar voetnoot1257
Van miere dochter Ontfermicheden,
Soe es mi zwaer ende groet verlingen,Ga naar voetnoot1259
1260[regelnummer]
Ga naar margenoot+Dat si daer sitten in onvreden,
Die mi dicwile in tiden voerleden
Hebben gedaen eere ende vrame:
| |
[pagina 107]
| |
Patriarken ende propheten besnedenGa naar voetnoot1263
Ende meest de af comst van Adame.Ga naar voetnoot1264
1265[regelnummer]
Dus dan, het waer mi seer bequame,
Haddi de minne tot hem so groet,Ga naar voetnoot1266
Woudise met uwen sueten nameGa naar voetnoot1267
Verlossen ende sterven de bitter doot.
De Soen Gods
O vader, twi eest, dat recht geboot,Ga naar voetnoot1269
1270[regelnummer]
Dat ic sal moeten boeten de sake
Ende ontsluten, dat Adam sloet,
Met pinen ende met ongemake
Meer dan hi soude? Versint mijn sprake,Ga naar voetnoot1273
Heilege Geest, dat vragic dy,
1275[regelnummer]
Die alsoe mechtich es als wy.
God
Mijn lieve sone, de sake aen hoert:
Ic ben soe uterlic gestoertGa naar voetnoot1277
Op den mensce, ic segt u naect,
Dat mi leet es, dat icken heb gemaect.
1280[regelnummer]
Ende tusscen den ingelen, ic seg u mee,
Ende den mensce, es oec een vee.Ga naar voetnoot1281
Ende ghi sijt middel persoen int weesen,Ga naar voetnoot1282
Mi ende tsheilichs Geests in desen.
Soe sidi sculdich, verstaet int cleere,
1285[regelnummer]
Hier af te sine een middeleere,
Om te peysene tuwen wenscheGa naar voetnoot1286
De vete tusscen mi ende den mensche
Ende tusscen die ingelen, die in gescille
Ga naar margenoot+Oec liggen; aldus soe es mijn wille,
1290[regelnummer]
Dat ghi, sone, de sake aen gaetGa naar voetnoot1290
Ende sijts een middeleere.Ga naar voetnoot1291
De Waerheit
Voert mede verstaet,
| |
[pagina 108]
| |
Wies dat ic uut des vaders monde,Ga naar voetnoot1292
Sone Gods, als die Waerheit orconde:Ga naar voetnoot1293
Ghi hebt de cracht ende macht warachtich
1295[regelnummer]
Van uwen vader ontfaen almechtich;
Oec hebdi sijn wijsheit groet sonder getal;
Ende wie dees sake aenveerden sal,
Moet doen bi also wisen zecrete,Ga naar voetnoot1298
Datter de viant niet af en weete.
1300[regelnummer]
Want, here, geraecte hijt te verhorne,Ga naar voetnoot1300
Hi soude hem pinen u doot te storneGa naar voetnoot1301
Ende te beletten smenscen profijt.
Dus dan, ghi die de wijsheit sijt,aant.
Selt best de sake al oversien
1305[regelnummer]
Tes menscen vrame ende doense gescien
Ten siensten; dit slutic als Waerheit,Ga naar voetnoot1306
Dat u behoert.
Gherechticheit
Dats wel gheseit,Ga naar voetnoot1307
Bi redenen, die ic, als Recht, sal gheven.
Bi wijsheiden ontfinc de mensce sijn leven
1310[regelnummer]
Ende was van eerden, alsoe ic thoone,
Bi u geordineert als de soone.Ga naar voetnoot1311
Dus es hi u bi enegen saken
Ontrocken, so moettien weder maken.Ga naar voetnoot1312-13
Ende bat behoert u, sone, nu merc,
1315[regelnummer]
Te volcomen uws selves werc,aant.
Ga naar margenoot+Die[t] mi recht te gronde besochte,aant.
Dan dat u een ander vol wrochte.Ga naar voetnoot1314-17
Alsus soe lidic onbevreest,Ga naar voetnoot1318
Dat God u vader noch Heilich GeestGa naar voetnoot1319
1320[regelnummer]
En betaemt den mensce, hoe dat si,
| |
[pagina 109]
| |
Te verlossene, sone, tegen di,Ga naar voetnoot1321
Want ghijt voer hen sijt sculdich te doene.Ga naar voetnoot1322
God
Ghi wet doch wel mijn stercheit, sone;
Die hebdi oec in u bedwanc.Ga naar voetnoot1324
1325[regelnummer]
Ende die mensce es teeder en cranc.Ga naar voetnoot1325
Het es van node, diet wel verdacht,Ga naar voetnoot1326
Dat hi bi u ontfa dan cracht.Ga naar voetnoot1327
Aldus soe seggic ende es mijn raet,
Dat ghi des menscen bederve bestaetGa naar voetnoot1329
1330[regelnummer]
In minnen, reyn ende onbevreest.
Het hoert u bat dan den Heilegen Geest,
Soe ghi wel wet, sone, ocht dan mi.Ga naar voetnoot1332
De Sone
Heer vader, al dat u wille sy
Dat moet in mi altoes gescien.
1335[regelnummer]
Uwer hoger begeerten so blivic bi,Ga naar voetnoot1335
Minlic soe willic mi voegen te dien.
Die doot en willic niet ontsien;
Sterven willic in rechter minnen.
Met minen bloede salic haers plien,Ga naar voetnoot1339
1340[regelnummer]
Die nu sijn ter hellen binnen.
Hen willic vriendelic doen bekinnen,
Dat mi Ontfermicheit heeft ontstaect,Ga naar voetnoot1342
Vierich dorscoten mijn hert, mijn sinnen,
Ende metten strale van minnen geraect.Ga naar voetnoot1344
1345[regelnummer]
Ga naar margenoot+Dies wort van mi de doot gesmaect.Ga naar voetnoot1345
De Vrede sal Gerechticheit cussen ende segghen dit:
De Vrede
O Gerechticheit, hebt danc van desen
Ende alle die hier toe hulpich wesen.
| |
[pagina 110]
| |
Ontfermicheit
Lof, werdich Gods sone gebenedijt!
Als Ontfermherticheit Gods togic mijn quale,Ga naar voetnoot1349
1350[regelnummer]
Daer ghi een medicijn af sijt
Ende een triacle int generale.Ga naar voetnoot1351
Aensiet, hoe ic met desen strale
Ben dorscoten om die onvrame,
Dat smenscen geslachte altemale
1355[regelnummer]
Moet liden die over zwaer mesquame.Ga naar voetnoot1355
Seert der beeten van Adame,Ga naar voetnoot1356
Soe heeft dees wonde ye sint gebloet.Ga naar voetnoot1357
Soet mi Ontfermherticheit betame,Ga naar voetnoot1358
Vindic u, Gods sone, nu gemoet.Ga naar voetnoot1359
1360[regelnummer]
U suete minne so in mi gloet,Ga naar voetnoot1360
Dat mi de quetse van desen gescichteGa naar voetnoot1361
In u herte mijns seers verlichte.Ga naar voetnoot1362
Gherechticheit
Lof, sone des vaders, tot mi genegen!
Als Gerechticheit Gods gevic orconde,
1365[regelnummer]
Dat ghi de balance van mi gedregen
Hebt effen geladen te deser stonde.Ga naar voetnoot1365-66
Want bi uwen rechtverdegen vondeGa naar voetnoot1367
So wert de mensce sijns drux verloest.Ga naar voetnoot1368
Dies rise u lof uut elken monde,
1370[regelnummer]
Dat ghi de uwe aldus vertroest!Ga naar voetnoot1370
De Waerheit
Lof, sone des vaders, van dat ons noestGa naar voetnoot1371
Sijn wi bi uwen eygenen wille
Als susteren, ja, diet wel geloest,Ga naar voetnoot1373
| |
[pagina 111]
| |
Verenìcht van onsen zwaren gescille.
1375[regelnummer]
Bi Waerheiden ende Rechte verstoert de hille.Ga naar voetnoot1375
Ontfermicheit
Lof specie, edel vruchtbarich tac,aant.
Ga naar voetnoot1376
Sonder nommer soe es u weerde!Ga naar voetnoot1377
Gherechticheit
Lof bloyende rijs, dat Adam brac,
Lof specie, edel vruchtbarich tac!
De Waerheit
1380[regelnummer]
U vruchten sijn reyn ende sonder lac;Ga naar voetnoot1380
Noyt edelre vrucht en wies op eerde.
Ontfermicheit
Lof specie, edel vruchtbarich tac,
Sonder nommer soe es u weerde!
Gherechticheit
Ghi wert gebloeit uut Yessen geerde,Ga naar voetnoot1384
1385[regelnummer]
Also ons Balam heeft vorsproken.Ga naar voetnoot1385
De Waerheit
Ende ons inder scrifturen vercleerde,
Werdi gebloyt uut Yessen geerde.
Ontfermicheit
Gheen edelre bloeme noch soe vermeerde
En stont ter werelt noit ontploken.Ga naar voetnoot1389
Gherechticheit
1390[regelnummer]
Ghi wert gebloeyt uut Yessen geerde,
Alsoe ons Balam heeft vorsproken.
De Waerheit
Ga naar margenoot+Bi u soe wert de helle te broken!
| |
[pagina 112]
| |
Voetsel van vramen leit in u keerne.Ga naar voetnoot1393
Ontfermicheit
U grote genaden staen wide ontploken,
1395[regelnummer]
Bi u soe wert de helle te broken!
Gherechticheit
Ghi sult sorcoersen met uwen roekenGa naar voetnoot1396
U vrienden, Lucifer te deerne!Ga naar voetnoot1397
De Waerheit
Bi u soe wert de helle te broken!
Voetsel van vramen leit in u keerne.
1400[regelnummer]
Al onduecht steet tot uwen beweerne!Ga naar voetnoot1400
Selete
Joachem
O makere ende stichtere van alder stichtinge,Ga naar voetnoot1401
Ic bidde uwen heilegen weerdegen name,
Dat mijn offerande ende mijn beghichtingeGa naar voetnoot1403
Inden tempel van duechden mach sijn bequame.Ga naar voetnoot1404
1405[regelnummer]
Ic sie de priesters; God geefs my vrame,Ga naar voetnoot1405
Als dat haer mijn onvruchtbaricheitGa naar voetnoot1406
Onversteken moet wesen, alsoet betame,Ga naar voetnoot1407
Inden tempel vol duechdeliker claerheit.
Met bescaemder herten, met groter zwaerheit,
1410[regelnummer]
Salic hier mijn offerande bewisen.Ga naar voetnoot1410
Vrame van duechden moeter uut rijsen.Ga naar voetnoot1411
Pause
O pyleren des tempels gesticht in vreden,Ga naar voetnoot1412
Ontfaet hier in onderhorichedenGa naar voetnoot1413
Mijn offerande ter Gods eeren.
1415[regelnummer]
Al wordic out ende zwaer van leden,
Van alder vruchtbaricheit af gesneden,
Ga naar margenoot+En wiltse mi niet blamelijc wederkeren!Ga naar voetnoot1417
Woude God mijn generacie vermeeren,Ga naar voetnoot1418
| |
[pagina 113]
| |
Hi soude mi wel doer sijn hoge weerdeGa naar voetnoot1419
1420[regelnummer]
Natuerlike kinderen verleenen op eerde.
Dus nemtse int goe.
ij Priester
Ghi sijt onvruchtbarich, tes scande en blame.
Ghi moet emmers verwaten sijn van Gode.Ga naar voetnoot1424
Bisscop
1425[regelnummer]
Ghi doet enichsins tegen Gods gebode,Ga naar voetnoot1425
Dat ghi dus onvruchtbarich blijft.
i Priester
Tes uws levens scult, dat ghi bedrijft,aant.
Ga naar voetnoot1427
Anders en dorfdijs niemen op tygen.Ga naar voetnoot1428
Joachem
Ten es, oft God wilt.
Bisscop
Ghi moegt wel swigen!Ga naar voetnoot1429
1430[regelnummer]
Dat u God geen vruchtbaricheit toe en sint,
Dats een teeken, dat hi u niet en kint;Ga naar voetnoot1431
Ende en kint u God niet in u werken van minnen,
Twaer onredene, souden wi u dan kinnenGa naar voetnoot1433
Inden tempel van duechden, verchiert met eeren,
1435[regelnummer]
Hier sittende inde stad des heren,
Als die alle onduegden werpen ter nedere.Ga naar voetnoot1436
ij Priester
Hout daer u offerande!
| |
[pagina 114]
| |
Joachem
Ga naar margenoot+Ic en begheerse niet wedere.
i Priester
Neen, dats om niet,Ga naar voetnoot1438
Want diemen onvruchtbarich siet,
1440[regelnummer]
Tes een teeken van quaden exemple.
ij Priester
Heft u van hier!
Bisscop
Gaet uten temple!Ga naar voetnoot1441
Wi refuseeren u nu dijn offerande.Ga naar voetnoot1442
Hout. Worptse hem na!Ga naar voetnoot1443
Joachem
Och, noyt meerder scande
En gescie my, lacen, noch sulken confuseGa naar voetnoot1444
1445[regelnummer]
Binnen minen geslachte.
i Priester
Nu, elc verhuse
Uten temple metter spoet
En volgen wi den bisscop opten voet.
Joachem
Och God, en hoe my de ogen leeken
Van drucke dor dese grote blaemte!Ga naar voetnoot1449
1450[regelnummer]
Men saels mi ewelijc scande spreken
Ende minen geslechte, noyt selken onvraemte!Ga naar voetnoot1451
O God, here, aensiet mijn grote scaemte,
Hoe ic inden tempel nu ben vercleent,Ga naar voetnoot1453
Om dat ghi my na der natueren betaemteGa naar voetnoot1454
1455[regelnummer]
Gheen vrucht op erterike en verleent.
Waer magics verdient hebben En weet wat meent.Ga naar voetnoot1456
Noyt en was mijn herte soe seere ontstelt.
| |
[pagina 115]
| |
Al suchtende met natten ogen beweent
Ga naar margenoot+Willic mijn beestkens gaen wachten opt veltGa naar voetnoot1459
1460[regelnummer]
Ende bevelen mi der godliker gewelt.Ga naar voetnoot1460
Hier singen ende spelen inden trone. God sal seggen totten ingel:
God
Nu willic recht, het dunct mi tijt,Ga naar voetnoot1461
Mijn Ontfermicheit suet van seden
Gansen, die lange gehadt heeft strijtGa naar voetnoot1463
Jegen mine Rechtverdicheden.
1465[regelnummer]
Dus vliecht, mijn yngel, tot daer beneden
Aen enen, Joachemme genaemt,
Die es bevaen met zeericheden.Ga naar voetnoot1467
Om sijn onvruchtbaerheit es hi geblaemt.
Segt hem, dat hi niet bescaemt
1470[regelnummer]
En si, noch en draghe geen verlingen,Ga naar voetnoot1470
Want Anna sijn wijf, alsoet betaemt,
Die sal een salege vrucht voort bringen,
Soe salich, dat alle die lesen oft singen
Haer salicheit niet en souden gegronden.
1475[regelnummer]
Ghi sulten vinden nu ten stondenGa naar voetnoot1475
Bi sinen beesten, daer hi mi claecht
Seere bitterlijc, om waer orconden,Ga naar voetnoot1477
Dat Anna sijn wijf geen kint en draecht.
Dingel
O Here, na dat ghijt hebt gewaecht,Ga naar voetnoot1479
1480[regelnummer]
Soe salt gescien, sijt dies te binnen.Ga naar voetnoot1480
Ic sal hem blide ende onversaecht
U hoge bederven laten bekinnen.Ga naar voetnoot1482
| |
[pagina 116]
| |
1485[regelnummer]
Ga naar margenoot+O Anna, vercorne bloeme vol minnen,
U vruchtbarich boem en draegt geen groysele.
O here, sint ons een overvloyseleGa naar voetnoot1487
Van uwer minliker gracien soet,
Dat den boem der natueren mach crigen bloysele,
1490[regelnummer]
Daer ons salige vrucht uut groyen moet.Ga naar voetnoot1490
Alsoe waerlijc als ghi uut rechter oetmoetGa naar voetnoot1491
Uter droger roetsen daet water springen,Ga naar voetnoot1492
Ga naar margenoot+Ende naemt al dysraelsche in u behoet,Ga naar voetnoot1493
Soe wilt ons met uwer gracien mingen,Ga naar voetnoot1494
1495[regelnummer]
Dat Anna een vrucht ter werelt mach bringen.
Dingel
Joachem, u seit God, ons here,
Dat ghi u selven te vreden steltGa naar voetnoot1497
Ende en truert noch en droeft niet meere,
Want uwen druc wert haest bevelt.Ga naar voetnoot1499
1500[regelnummer]
Ga naar margenoot+Aldus dan u niet meer en quelt
En gaet thuus. Hoert wies ic meyne:
God seit, dat ghi gecrigen selt
Een vrucht, van allen vruchten greyne.Ga naar voetnoot1503
Vol duechden wort si een fonteyne;Ga naar voetnoot1504
1505[regelnummer]
Elc sondaer sal in haer genaden
Hem mogen suveren van allen weyne;Ga naar voetnoot1506
Derfsonde die wert bi haer ontladen.Ga naar voetnoot1507
Ten tekene dat u God sal gestaden,Ga naar voetnoot1508
Soe sal u comen te gemoete
1510[regelnummer]
U wijf, bevreed van allen quaden,Ga naar voetnoot1510
Ende sal u bieden hoefsche groete
Ter guldender porten om stwifels boete.Ga naar voetnoot1512
| |
[pagina 117]
| |
1515[regelnummer]
Den ewigen lof moet u gescien
Altoes dat ghi der uwer pliet!Ga naar voetnoot1516
Des willic, also mi es bediet,Ga naar voetnoot1517
Thuus keren ende stellen mi te vreden;
In hem, die mi dit weten liet,
1520[regelnummer]
Soe settic mijn ellendicheden.Ga naar voetnoot1519-20
Lof hebbe sijn gracie groet besneden,Ga naar voetnoot1521
Want ic ter guldender porten mach scouwen
(Dies danckic Gode met sueter beden)
Annen, mijnre geminder vrouwen.Ga naar voetnoot1524
1525[regelnummer]
Vor waer soe magict nu wel behouwen,Ga naar voetnoot1525
Dat mi seide die ingel soete!
Dies willic haer bieden huessche groete.
Pause lutter.
God gruetu, Anne, suete vercorne!
Ga naar margenoot+Los benic van allen torne,Ga naar voetnoot1529
1530[regelnummer]
Want mi dingel heeft verhuecht.
Dies gae wi te vreden, suver juecht!Ga naar voetnoot1531
Hi heeft mi bracht seer goede mare,
Dies benic vroe.Ga naar voetnoot1533
Anne
In groten vare
Wasic om u, vercorne man.
1535[regelnummer]
Om dies ic u te volgen beganGa naar voetnoot1535
Ende bid u vriendelic, hoert mijn vercleeren,
Dat ghi u emmer in Gods begeeren
Niet en verslaet, want waert sijn wille,Ga naar voetnoot1537-38
Wi cregen wel vrucht.
Joachem
Vrouwe, zwijcht al stille:
1540[regelnummer]
Daeraf so es mijn clagen gedaen!
Dies laet ons beide te vreden gaen,
Gode biddende als van dien,Ga naar voetnoot1542
| |
[pagina 118]
| |
Datter ons salicheit in moet gescien,
Soe ic ben hopende vanden sticke.Ga naar voetnoot1544
1545[regelnummer]
Dies gawi te vreden, ghi en icke.aant.
Sanc; spel opt lanxste.
Ga naar margenoot+
Een Vanden Gebueren
En hoorde mijn dage noyt vremder abuus!Ga naar voetnoot1546
Wat seitmen van Joachem?
ij Gebuer
Hi es weder thuus,
Alsoe ic corts heb horen verclaren;Ga naar voetnoot1548
Ende oec en was hi in .vij. jaren
1550[regelnummer]
Soe vrolijc noch soe blide van moede,
Ja van gelate.Ga naar voetnoot1551
i Gebuer
Na dat ic bevroede,
Soe en waest niet goet, datmen hem dede
Ja alsulken onwerde ende confusichedeGa naar voetnoot1553
Ende vor alle tvolc alsoe bescaemde.
ij Gebuer
1555[regelnummer]
Mi docht, dat alsoe niet en betaemde,
Ja, mochtment seggen int openbaer!Ga naar voetnoot1556
i Gebuer
Thoet es thoet, dat latic daer.Ga naar voetnoot1557
Laet ons van onsen woerden stillen.Ga naar voetnoot1558
Dese papen makent, alsoe si willen;
1560[regelnummer]
Ic hebs meer gehoort, ic en segge niet hoe.Ga naar voetnoot1560
ij Gebuer
Het en hoert ons oec niet wel toe
Daerin te sprekene; dats anders nochtan.Ga naar voetnoot1562
| |
[pagina 119]
| |
i Gebuer
Wilt ment hem witen?
ij Gebuer
Wat maechs de man?Ga naar voetnoot1563
Oft hem God geen vrucht en verleent,Ga naar voetnoot1564
1565[regelnummer]
Ga naar margenoot+Eest dan sijn scout?
i Gebuer
Wat? trouwen eer neent!Ga naar voetnoot1565
Hi creechse wel, waren si aen hem versien.Ga naar voetnoot1566
ij Gebuer
Gods gracie die moeter inne gescienGa naar voetnoot1567
Ende oec in onser alder leven,
Tsi hier oft eldere.
i Gebuer
Dat moet God gevenGa naar voetnoot1569
1570[regelnummer]
En wil den bescaemden sijn scaemte so lijen,Ga naar voetnoot1570
Datti na dese scaemte vor sijn scaemte noch moet verblien!Ga naar voetnoot1571
Selete.
Anna
O godlijc licht vol gracien claer,
U scijnte es blickende altoes eenpaer!Ga naar voetnoot1573
Op den uwen ghi hittelijc laeyt;Ga naar voetnoot1574
1575[regelnummer]
U grote gewichte es openbaerGa naar voetnoot1575
In hemel, in erde, grondeloes zwaer.
U vonc invierich altoes raeyt!Ga naar voetnoot1577
Lof hebt der vrucht, die ghi gesaeyt
Hebt in minen besondegen lichame.Ga naar voetnoot1579
| |
[pagina 120]
| |
1580[regelnummer]
Ga naar margenoot+Mijn man, die teersten was ontpaeyt,Ga naar voetnoot1580
Sal nu des drux, here, sijn verfraeyt;Ga naar voetnoot1581
Ghebenedijt si dies u name!
Want seer bequameGa naar voetnoot1583
Soe wert mijn vrucht, ic heb[t] bevonden;aant.
Ga naar voetnoot1584
1585[regelnummer]
Dies rise u lof, heere, tallen stonden!aant.
Pause: sanc of spel.
Joachem
Noyt blider man en was op eerde,
Want Anna, mijn wijf, soet God begeerde,
Die heeft, also mi es verclaert,
Een suete dochter nu gebaert.
1590[regelnummer]
Soe edel, soe reyn, soe scoen van live
En was ter werelt noyt van wive
Geboren! Lof hebt dies, hemelsche vader,
Want ghi mijn troest sijt en berader;Ga naar voetnoot1593
Dies sijt geloeft in ewegen tie!
Een Priester
1595[regelnummer]
Joachem, ghi scijnt seer blie.
Vercorne vrient, wats u gesciet?
Segt ons de sake.
Joachem
En soudic niet,
Ghi heren? Ic ben soe wel gepaeit!Ga naar voetnoot1598
God heeft sijn gracie op mi gespraeitGa naar voetnoot1599
1600[regelnummer]
Soe overvloedich, ja, diet wel vaet.Ga naar voetnoot1600
Ic, hopic, nemmeer en werd versmaet
Inden tempel, des ben ic vro,
Om mijn onvruchtbaerheit.
Dander Priester
Keren lieve, hoe soo?Ga naar voetnoot1603
Ga naar margenoot+Joachem, dats ons lief om horen!
Joachem
1605[regelnummer]
Noyt scoender kint en was geboren
| |
[pagina 121]
| |
- Ghi heren, dat si u wel verclaert -
Dan Anna .j. dochter heeft gebaert,
Mijn lieve wijf. Dies soudic begeeren
Aen u beiden, om cort vercleeren,Ga naar voetnoot1609
1610[regelnummer]
Dat ghi mi enen sueten name
Wout condegen, soet haer best betame
Na haer scoenheit ende behoerte.Ga naar voetnoot1611-12
Een Priester
Welc tijt was des kints geboerte?
Joachem, vrient, doets ons gewach.
1615[regelnummer]
Dit horen wy gheerne.
Joachem
Den .viij. dach
Van september dat kint lofsamGa naar voetnoot1616
Van harer moeder ter werelt quam
Ende daer om spoet u sonder beyen.Ga naar voetnoot1618
Ic wil gaen thuus en doen bereyen
1620[regelnummer]
Mijn dingen, Alsoe daer toe behoert,aant.
Ende wilt mi volgen rechtevoert.Ga naar voetnoot1621
Dies biddic u, tes meer dan tijt,
Scep hem den name.
Dander Priester
GhebenedijtGa naar voetnoot1623
Moet sijn de vrucht om ons verhogen.Ga naar voetnoot1624
1625[regelnummer]
Maer hoe selen wijt heeten mogen,
Dit kint? Geselle, wilt mi beraen,Ga naar voetnoot1626
Ic bens te weets.
Deerste Pape
Den oversten here met goeden avise,Ga naar voetnoot1628
Datti ons enen naem bewise,Ga naar voetnoot1629
| |
[pagina 122]
| |
1630[regelnummer]
Als sijn heilege wille si.
Bidt dies met nernste.Ga naar voetnoot1631
Hier bidden si.
Dingel
Soe hoert na mi,
Wies dat ic u nu sal vercleeren:
Noemse Maria: dit seit hi di,
Die hoechste here; tes sijn begeren.
1635[regelnummer]
Den wreeden viant te sijnder deerenGa naar voetnoot1635
Ende alle den hemelscen heere ter vrame
Makic te binnen u deser meeren,Ga naar voetnoot1637
Dat Maria wert haren name.Ga naar voetnoot1638
Si wort den here alsoe betame,
1640[regelnummer]
Dat noyt haer weerde en was volscreven,aant.
Ga naar voetnoot1640
Hoe hoge, hoe groet ende hoe bequame
Dat si daer boven sal sijn verheven.
Den staet der inglen sal haer aencleven.Ga naar voetnoot1643
Een Priester
Lof, salich kint, gebenedijtGa naar voetnoot1644
1645[regelnummer]
Van Gode, die ons dees boetscap brachte!
Een Priester
Ghespruyt, geboren dat ghi sijt
Uut Yesse, den edelen gheslachte.
Dander Pape
1650[regelnummer]
Lof, salich kint, gebenedijt
Ga naar margenoot+Van Gode, die ons dees bootscap brachte!
Van groter crachte, hoge inde[n] here,aant.
Soe sijn u machte onsprekelic seere.
| |
[pagina 123]
| |
Dies vloye u lof toe emmermeere!
Selete; wech.
Anne
1655[regelnummer]
Lof, here, en danc in allen tien! -Ga naar voetnoot1655
Vercorne man, wilt u verblien:
Al es ons kint seer jonc van dagen,
Soet blijct, het es na Gods behagen
Seer wijs van sinne, suptijl en vroet,Ga naar voetnoot1659
1660[regelnummer]
Scoen, bequame, vol der oetmoet.
Nochtan en eest - God hebs gewout -Ga naar voetnoot1661
Nu recht omtrent maer .iij. jaer out.
Dus, waert u wille, ic sout wel raen,
Dat wise inden tempel daen,Ga naar voetnoot1664
1665[regelnummer]
Want si hevet mi gewaecht.
Wat segdier af, dochter?Ga naar voetnoot1666
Joachem
Mijn suver maecht,
Uwe begeerte als van dien,Ga naar voetnoot1667
Lief kint, die sal u wel gescien.
Dies segt mi - gaet mi me of tegen -Ga naar voetnoot1669
1670[regelnummer]
U wille sal sijn.
Ons Vrouwe, i. jonc kint
Vader, ic ben genegen
Altijt te doene na u bevelen
Ende Gode te dienene.
Anne
Dees vier gespeelen,
Maria, dochter, wilt met u leyen:aant.
Ga naar voetnoot1673
Wijsheit en laet van u niet sceyen,
1675[regelnummer]
Ga naar margenoot+Oetmoedicheit es den anderen name,
Suverheit, de derde, die geeft vrame,Ga naar voetnoot1676
Ghehorsamheit om duecht verstiven.Ga naar voetnoot1677
Dese selen altoes met u bliven.
Nu kinder, tert op, weest onversaecht.Ga naar voetnoot1679
| |
[pagina 124]
| |
1680[regelnummer]
Heere, ontfaet dees suver maecht
Met haren gespeelen, dies biddic dy,
En nemtse in hoeden.
Bisscop
In Gods namen sy!Ga naar voetnoot1682
Nu ga wy, dochter, onder u viven.
Dat ghi eendrechtich tsamen moet bliven,
1685[regelnummer]
Alsoe ic hope, na recht bekin,Ga naar voetnoot1685
Dat sal volcomen.
Joachim
Nu, kinder, tert in.Ga naar voetnoot1686
Dat alden hemelschen heere soetGa naar voetnoot1687
U reyn bestaen bequaem sijn moet!Ga naar voetnoot1688
Wi sceiden van u nu; als in desenaant.
Ga naar voetnoot1689
1690[regelnummer]
Gods gracie wil altijt bi u wesen.Ga naar voetnoot1690
Bisscop
Lief kint, hoe es den name dijn?
Maria
Maria.
Bisscop
Wel moetti comen sijn!
In duechden wil u God gesterken.
Ghi selt nayen, stofferen en werkenGa naar voetnoot1694
1695[regelnummer]
De orlementen des tempels en voortGa naar voetnoot1695
Seldi u oefenen, alsoet behoort,
Ga naar margenoot+Ten geboden Gods in allen tyen.
Ter leeringen ende ter prophecien
Pijnt u te volgen in allen keere.Ga naar voetnoot1698-99
1700[regelnummer]
Seldi, Maria?
| |
[pagina 125]
| |
Maria
Jaic geerne, heere!
Joachim
God wilse met duechden verlichten voort an.Ga naar voetnoot1703
Anna
Nu ga wi, Joachim, vercorne man.
Joachim
1705[regelnummer]
Die hemel ende erde heeft int gespan,Ga naar voetnoot1705
Die wille haer salegen voortganc geven.
Anna
Nu ga wi, Joachim, vercorne man,
Maria es inden tempel bleven.
Joachim
Haer onsprekelike wijsheit, haer duegdelijc leven,
1710[regelnummer]
Die sal noch, hopic, naer Gods gehingen,Ga naar voetnoot1710
Alle menscen salicheit in bringen.
Want na de wijsheit, die in haer gesticht es,
Si metten heilegen geest verlicht es.
Hoe soude haer joncheit anders beseffen
1715[regelnummer]
Den keest van duechden?Ga naar voetnoot1715
Anna
God wiltse verheffen
In duechden als alder weertste geminde,
Ga naar margenoot+Datter elc gracie ende troest aen vinde!
Selete.
| |
[pagina 126]
| |
1720[regelnummer]
Hoe dat Maria, dese suete maegt,
Dus jonc haer soe suptijlec draegt.Ga naar voetnoot1721
In allen dingen, dats openbaer,
Es si soe duegdelijc.Ga naar voetnoot1723
Een Priester
Dats seker waer,
Her bisscop. Wi en hebben noyt vernomen
1725[regelnummer]
Selc maegt hier inden tempel comen,
Van bedene, van werkene soe wijs, soe vroet,Ga naar voetnoot1726
Soe scoen, soe lieflijc en vol der oetmoet.
Ic en can gepeynsen, hoe dat syGa naar voetnoot1728
Na haer joncheit.
Bisscop
Wat raeddy my,Ga naar voetnoot1729
1730[regelnummer]
Ghi heren? Wi moeten den gebodeGa naar voetnoot1730
Gehoorsam wesen, al sceiden wi noode
Van deser maegt, om cort verclaren.Ga naar voetnoot1732
Si es seer nakende hueren jaren.Ga naar voetnoot1733
Onsprekelijc eest, datmen soude rueren
1735[regelnummer]
Van enegen jongen creatueren,
Dat sy mocht hebben alsulken sin,
En hadsi den heilegen geest niet in.Ga naar voetnoot1734-37
Want si es een vorme der reynicheitGa naar voetnoot1738
Ende der oetmoet.
Dander Priester
Vor waer geseyt,
1740[regelnummer]
Ga naar margenoot+Si es de sorchfuldichste ende de bequaemlijxste,Ga naar voetnoot1740
De gehorsamste ende de tamelijxsteGa naar voetnoot1741
In allen dingen, soet es beseven.Ga naar voetnoot1742
| |
[pagina 127]
| |
Si leit bat yngelen- dan menscenleven;
Si es volmaect ende onbevlect.
Bisscop
1745[regelnummer]
Maecht fijn, daer Salamon af sprectaant.
Ga naar voetnoot1745
In sinen cantiken, soe ic verzinne:Ga naar voetnoot1746
‘Ghi sijt met allen scoen, mijn vriendinne!Ga naar voetnoot1747
In u en es geen smette gesticht.Ga naar voetnoot1748
Scoender dan de zonne ende boven dlicht
1750[regelnummer]
Der sterren duytnemenste, ongebreckelijxsteGa naar voetnoot1750
Fonteine vloyende inder gracien, de reckelijxsteGa naar voetnoot1751
Die noyt ter werelt ontfinc wesen.’
Wat saels gescien?
Deen Priester
Nu, als te desenGa naar voetnoot1753
Wille ons de here verlenen spoet,Ga naar voetnoot1754
1755[regelnummer]
Dat tonser salicheit wesen moet.
Selete. Dan sal Ons Vrouwe groot sijn.
Joachim
Anna, vercorne geminde vrouwe,
Daer ic in duegden mi toe betrouwe,Ga naar voetnoot1757
Eest wonder, dat mi therte verhuecht es,
Als Maria, de duegdelike kersouwe,Ga naar voetnoot1759
1760[regelnummer]
Besprayt es metten hemelscen douweGa naar voetnoot1760
Van gracien, daer elkerlijc in verhuecht es.
Want si tverchiersele van alder duecht es,Ga naar voetnoot1762
Oetmoedelijc inden tempel des heren
Boven alle meechden, dwelc ons een vruecht es.
1765[regelnummer]
Salicheit moeter by vermeeren.Ga naar voetnoot1765
Anna
Joachim, geminde man vol eren,
| |
[pagina 128]
| |
Si en salder niet lange in mogen bliven.
Joachim
Soe machse haer tot huwelike state keren,Ga naar voetnoot1768
Oft in suverheden haer selven bescriven.Ga naar voetnoot1769
Anna
1770[regelnummer]
Gods gracie die wil in haer becliven,Ga naar voetnoot1770
Want si scier hubaer wesen sal,Ga naar voetnoot1771
Reyn, duegdelijc boven alle wiven.Ga naar voetnoot1772
Dies lovic den oversten here van al.
Joachim
Hi, die hemel ende erde, berch ende dal
1775[regelnummer]
Gemaect heeft, die laetse voort regieren;Ga naar voetnoot1775
Hi salse best hueden voor ongeval
Ende duegdelic tsijnder gelieften bestieren.Ga naar voetnoot1777
Anna
Nu laet ons met herten goedertieren
Loven den here, tes meer dan tijt,
1780[regelnummer]
Dat Maria soe duegdelijc es van manierenGa naar voetnoot1780
Dor de gracie des heren gebenedijt.
Joachim
Lof, goddelijc wesen, diet al verblijt,Ga naar voetnoot1782
Ingelen, menscen, hemel ende erde.
Anna
Lof, specie vol duechden, der yngelen jolijt.Ga naar voetnoot1784
Joachim
1785[regelnummer]
Lof, goddelijc wesen gebenedijt.
Anna
Lof, die fonteyne van gracien sijt;
Onsprekelic es u hoge weerde.
| |
[pagina 129]
| |
Ga naar margenoot+
Joachim
Lof, godlijc wesen, diet al verblijt,aant.
Ingelen, menscen, hemel ende erde.
1790[regelnummer]
Dat Maria, die meegdelike geerde,Ga naar voetnoot1790
Met uwer gracien dus es versien,
Dies moet u ewigen lof gescien.
Bisscop
Na Gods gebod moet u verclaert sijn:
Alle meegden, die verjaert sijn,Ga naar voetnoot1794
1795[regelnummer]
Die trecken thuus bi vader ende moedere
Ende nemen man als haren behoedere.
Dit benic gebiedende sonder respijt.Ga naar voetnoot1797
Maria, ghij hebt oec uwen tijt,
Die daer toe steet; reyn, suver geerde,
1800[regelnummer]
Ghi moet oec huwen.Ga naar voetnoot1800
Maria
By uwer weerde,
Eerwerdich vadere, ic hebbe in my
Genomen, op dat Gods wille sy,Ga naar voetnoot1801-02
Dat ic mijn reinicheit ende mijn trouwe
Gode almechtich offeren souwe.
1805[regelnummer]
Dus soudic geerne houden Gode
Mijn opset van dien, ende den gebode
Niet contrarie en ware van dien.Ga naar voetnoot1806-07
Bisscop
Maria, dat en mach niet gescien
Na mijn verstaen; ic en weets hoe keren.Ga naar voetnoot1809
1810[regelnummer]
Almechtich God, here alder heren,
Wilt ons verlichten met saleger leeren
In duegden tot onser sielen bate:
Oft Maria, wiens duegden altijt vermeeren,Ga naar voetnoot1813
Ga naar margenoot+Hier bliven sal inden tempel des heren
1815[regelnummer]
Oft haer voegen tot huwelijken state.
| |
[pagina 130]
| |
i Priester
Balseme van gracien, suet honich rate,aant.
Ga naar voetnoot1816
Wilt u grote genadicheit hier bewisen.
ij Priester
Verwerft ons in glorien de hemelsce sate,Ga naar voetnoot1818
Daer men de sielen mach ewich spisen.
Bisscop
1820[regelnummer]
Soe datter elc confoort van duechden in vate,Ga naar voetnoot1820
Balseme van gracien, reyn honichrate.
ij Priester
Verwerft ons inder glorien de hemelsce gesate,
Daer men de sielen mach ewich spisen.
Bisscop
Balseme van duechden, reyn honichrate,
1825[regelnummer]
Wilt u grote genadicheit haer bewisen,
Wiens lof dat niemen en can volprisen.Ga naar voetnoot1826
Dingele
Her bisscop, hoort de redene mijn:
Alle, die van Davits geslachte sijn,
Die bringen droege roeden sonder vernoyen;Ga naar voetnoot1829
1830[regelnummer]
Ende de wiens dat daer sal bloyen,Ga naar voetnoot1830
Sal Marien hebben in hoedenGa naar voetnoot1831
Te huwelike; wilt u hier met spoeden.
Bisscop
Lof, cracht, des alle crachten cracht hebben,Ga naar voetnoot1833
Dat ghi u vrienden aldus versiet.Ga naar voetnoot1834
i Priester
1835[regelnummer]
Wel hem, die u in haer gedacht hebben.Ga naar voetnoot1835
Lof, cracht, des alle crachten cracht hebben.
| |
[pagina 131]
| |
Ga naar margenoot+
Bisscop
Wat dat wi, menscen, in duechden gewracht hebben,Ga naar voetnoot1837
Bi uwer duecht soe en eest al niet.Ga naar voetnoot1838
ij Priester
Lof, cracht, des alle crachten cracht hebben,
1840[regelnummer]
Dat ghi u vrienden aldus versiet.
Bisscop
Nu salic sonder te letten yetGa naar voetnoot1841
Alle dat van [Davits] geslechte geresen esaant.
Ga naar voetnoot1842
Ende tot huweliken state bequaeme int wesen es,
Gaen doen versamen met groter spoede.
1845[regelnummer]
Laet sien, wie Marien, vol der oetmoede,
Sal vallen te goede; si es soe duegdelijc.Ga naar voetnoot1846
i Priester
Elc mach int herte wel wesen vruegdelijc,
Al Davits geslechte mach wel verblien!
Tert voort, ghi heren, in allen sien.Ga naar voetnoot1849
i Jongelinc
1850[regelnummer]
Gods werken sijn wonderlijc te verstane.
ij Jongelinc
Wie sal sijn wijsheit dan gronderen?Ga naar voetnoot1851
iij Jongelinc
Het gaet verre buten minen vermane.Ga naar voetnoot1852
i Jongelinc
Gods werken sijn wonderlijc te verstane.
iij Jongelinc
Nu pinen wi na sbisscops bevel te gane
1855[regelnummer]
Ten temple, daer elc mach veryubileren.Ga naar voetnoot1855
| |
[pagina 132]
| |
i Jongelinc
Gods werken zijn wonderlijc te verstane.
ij Jongelinc
Ga naar margenoot+Wie sal sijn wijsheit dan gronderen?
iij Jongelinc
Die hem in wijsheden met wijsheden fonderen,Ga naar voetnoot1858
Doent sonder vaer.Ga naar voetnoot1859
ij Jongelinc
1860[regelnummer]
Die wise dolen meest.
i Jongelinc
Dats emmers waer!Ga naar voetnoot1860
iij Jongelinc
Te beter hebben sijt, die goet clerc sijn.Ga naar voetnoot1861
i Jongelinc
Ja, wat segdijs? Moet niet een wonderlic werc sijn,
Dat Maria, de maegt, reyn van gedachte,
Bi Gods bevelene uut Davids geslachte
1865[regelnummer]
Enen man sal trouwen, geseit vor al,
Niet wetende, wie dat hi wesen sal,Ga naar voetnoot1865-66
Dan si in Gods begeerte te vreden es?Ga naar voetnoot1867
ij Jongelinc
Menich maecht, die opten dach van heden es,
En soude soe lichte niet gepayt sijn.Ga naar voetnoot1869
iij Jongelinc
1870[regelnummer]
Die haer gecrigen sal, mach wel verfrayt sijn,Ga naar voetnoot1870
Want haer minlijc opsien es soe sedelijc.Ga naar voetnoot1871
i Jongelinc
Ende Maria, die oetmoedege maecht seer vredelijc,
| |
[pagina 133]
| |
Sal op Gods betrouwen, soet jonst huer riet,
Enen man gaen trouwen, al en kint sijs niet.Ga naar voetnoot1873-74
ij Jongelinc
1875[regelnummer]
Wie hoerde noit wonderliker dingen?
iij Jongelinc
Die sijn rijsken bloyende sal bringen,Ga naar voetnoot1876
Ga naar margenoot+Sal de maegt trouwen, dats openbaer.
i Jongelinc
Dat teeken sal groot sijn.
ij Jongelinc
Dats emmers waer!Ga naar voetnoot1878
Men sach sulc wonder noyt gevallen.Ga naar voetnoot1879
iij Jongelinc
1880[regelnummer]
Diense geburen sal van ons allen,Ga naar voetnoot1880
Es van Gode seer uutvercoren.
i Jongelinc
Op eerde en was noit scoender geboren.
Haer scoenheit verlicht al tscijn der sonnen.Ga naar voetnoot1883
ij Jongelinc
Haren meegdeliken lichaem es soe dor ronnenGa naar voetnoot1884
1885[regelnummer]
Met minnen tot duegdeliker ingloedicheit!Ga naar voetnoot1885
iij Jongelinc
Si es soe vol der oetmoedicheit;
Elker herten geeft si goet exempele.
i Jongelinc
Hets de vorsienichste vanden tempele,Ga naar voetnoot1888
De wijste, de oetmoedichste ende de reynste,
| |
[pagina 134]
| |
1890[regelnummer]
De gehorsamste den here ende de serteynste,Ga naar voetnoot1890
Die noyt op groyende was in duechden.
ij Jongelinc
Dat esse warechtich.
iij Jongelinc
Si es soe vol vruechden,
Dat noyt op eerde en quam haers gelike,
Alsoet wel blijct.
i Jongelinc
Ic ben mechtich ende rike,
1895[regelnummer]
Maer mocht mi de scoen maegt geburen,Ga naar voetnoot1895
Ga naar margenoot+Ic dancte Gode der goeder aventuren.Ga naar voetnoot1896
Ende ic wilder herte ende sin toe leggen
Huer te beminnene.
ij Jongelinc
Alsoe mochten wi oec seggen:
Hier en es niement, vaet mijn vercleren,Ga naar voetnoot1899
1900[regelnummer]
Hi en soudse te huwelike wel begeren,
Marien, die een bescut vor toren es.Ga naar voetnoot1901
iij Jongelinc
Hi salse wel crigen, diere toe geboren es.
Ic meynder noch sulc es, diere na lesen sal.aant.
Ga naar voetnoot1903
i Jongelinc
Sijn roede sal bloyen, die brudegoem wesen sal.Ga naar voetnoot1904
1905[regelnummer]
Ga wi ten temple de maecht aenscouwen.
ij Jongelinc
Tes messelic, wie ons meskief genesen sal.Ga naar voetnoot1906
Sijn roede sal bloyen, die brudegoem wesen sal.
| |
[pagina 135]
| |
iij Jongelinc
Sijn aventuere es groet, die in desen sal
Gode behagen ende de maget trouwen.
i Jongelinc
1910[regelnummer]
Sijn roede sal bloyen, die brudegoem wesen sal.
Ga wi ten temple de maegt aenscouwen.
God wil ons met siere gracien bedouwen!
Bisscop
Inden name des heren, hoort alle, die sijt
Van Davids geslechte sonder verwijtGa naar voetnoot1914
1915[regelnummer]
Te huwene: brinct elc een roeGa naar voetnoot1915
Droege, dat God sijn gracie doe
Tot onser salicheit, hoe dat geet.
i Van Davids Geslechte
Her bisscop, wi sijn alle bereet
Naer u gebod, soet redene si.Ga naar voetnoot1919
1920[regelnummer]
Ga naar margenoot+Joseph tert voort.
Joseph
Wat hanct aen my?Ga naar voetnoot1920
Ghi heren, wilt mi dies verdragen,Ga naar voetnoot1921
Ic bens onwerdich.
Bisscop
Hoort mi gewagen:
Wiens roede dat bloyt, mach wel verblien,
Want hi sal trouwen der maegt Marien,
1925[regelnummer]
Joachems dochter, na Gods bevel.
Stect op u roeden! - O God Emanuel,
Hoe mach dit wesen? dits vremt bediet:Ga naar voetnoot1927
Hier en bloyt een ynckel roede niet.
Nochtan seide dingle int openbaer,Ga naar voetnoot1929
1930[regelnummer]
Dat soude gescien.
i Priester
Joseph, comt naer,Ga naar voetnoot1930
| |
[pagina 136]
| |
Weest onderhorich naer dbetamen.Ga naar voetnoot1931
Stect op u roede, en wilt u niet scamen;
Wat God begeert, dat moet gescien.
Joseph
Ghi heren, dat kennic, maer al in dien
1935[regelnummer]
Benic bereet in alder maten;Ga naar voetnoot1934-35
Maer dees soe mochti mi wel verlaten.Ga naar voetnoot1936
Bisscop
Lof, here, die niement en can geliken!aant.
Ga naar voetnoot1937
Hier doedy openbaerlijc bliken,
Dat alle dinc es in u vermogen.
1940[regelnummer]
Joseph, ghi moecht u wel verhogen,Ga naar voetnoot1940
Want God die heeft u uutvercoren
Boven al dandere; nu na dbehoren,
Josep, soe moetti trouwen te wive
Marien reyn, suver, bequame van live,Ga naar voetnoot1944
1945[regelnummer]
Ga naar margenoot+Alsoet de overste here begeert.
Joseph
Her bisscop, dat en wert u niet geweert.Ga naar voetnoot1946
Bisscop
Nu, Joseph, in onderhorichedenGa naar voetnoot1947
Soe geloefdy den here, dat ghi met vreden
Ende met getrouwicheden, in werken van minnen,
1950[regelnummer]
Marien, vol der oetmoedeger sinnen,Ga naar voetnoot1950
Volstandich bi bliven selt emmermeereGa naar voetnoot1951
Sonder af sceiden?
Joseph
Dat gelovic haer ende Gode den here
Vor u, her bisscop, als man van trouwen.
| |
[pagina 137]
| |
Bisscop
Dat geloefdy oec, Maria?
Maria
Jaic, here.
Bisscop
God laet u wel houwen!Ga naar voetnoot1954
1955[regelnummer]
Nu, Joseph, vrient, wilt u bereiden
Thuus wert te treckene sonder beiden.
Maria, dochter, ende Joseph, ghi,
Weest onderhorich.
Joseph
In Gods namen si. -Ga naar voetnoot1958
Maria, laet ons gaen gereetscap maken,Ga naar voetnoot1959
1960[regelnummer]
Soet ons betaemt, van alle saken:
Ic wil gaen trecken ongeletaant.
Ga naar voetnoot1961
Te Bethleem wert.
Maria
Ende ic te Nazareth.
Gods gracie wil ons alsoe gewegen,Ga naar voetnoot1963
Datter sinen lof in sy gelegen.
God
1965[regelnummer]
Gabriel, hoert: wilt u bereyen;aant.
Sijt snel en wil niet langer beyen.
Ic wil aen nemen menscen natuere,
Volcomen dat die propheten seyenGa naar voetnoot1968
Van mire hoger gebuertelicheyenGa naar voetnoot1969
1970[regelnummer]
Aen een meechdelike figure,Ga naar voetnoot1970
Om te verlossen, die daer int sureGa naar voetnoot1971
Lange bedruct hebben geseten;
Die willic nu als creatureGa naar voetnoot1973
Bringen, daer ewelic geduere
| |
[pagina 138]
| |
1975[regelnummer]
Mijn grote bliscap ongemeten.
Gabriel, ic doet u weten,
Dat ghi selt trecken te Nazaret.
Daer seldi vinden in secretenGa naar voetnoot1978
Maria, die maget onbesmet.
1980[regelnummer]
Haer seldi seggen ongelet
Van minen wegen in corter spacien:Ga naar voetnoot1981
‘God gruetu sonder wee, vol gracien!’aant.
Ga naar voetnoot1982
Dat segt haer vanden monde Gods.
Gabriel
O here, behouden uws geboods,aant.
Ga naar voetnoot1984
1985[regelnummer]
Mi wondert, hoet u gelieven souweGa naar voetnoot1985
Menscheit te nemen aen een vrouwe,
Al es si suver, ic segt u bloet,Ga naar voetnoot1987
En sterven natuerlic dan de doot,
Ende ghi onsterfelic sijt, soet claer es.Ga naar voetnoot1989
1990[regelnummer]
Want de mensce, soet oppenbaer es,
Met sonden ontreint es en besmet,Ga naar voetnoot1991
Contrarie sgebods en uwer wet.
Dits hoech verstaen, ic segt u vrilic.Ga naar voetnoot1993
God
Ga naar margenoot+Gabriel, dees maecht heeft mi so blilic
1995[regelnummer]
Gedanct, geloeft, als haren verminden,Ga naar voetnoot1995
Ghi en selter blame noch smette in vinden.
Dies es mijn herte in haren bedwange.Ga naar voetnoot1997
Gescreven staet in Salamoens sange:Ga naar voetnoot1998
Mijn liefste vriendinne eest, hoe dat si,
2000[regelnummer]
Want si es geheilicht in my.
Ende op wien sal rusten Gods geest,aant.
Dan opten oetmoedegen alder meest?
| |
[pagina 139]
| |
Dus segt haer voert sonder respijt:Ga naar voetnoot2003
‘De here es met di, gebenedijt
2005[regelnummer]
Soe sidi boven alle vrouwen!’
Gabriel
O claerheit, die niemen en mach dorscouwen,
Hets meer dan tijt, ic lide verwonnenGa naar voetnoot2007
Grondeloes sijn u hoge connenGa naar voetnoot2008
Ende u genaden onbesnedenGa naar voetnoot2009
2010[regelnummer]
Uut uwer hoger godlicheden.Ga naar voetnoot2010
Om, here, te quitene die nu sterven,Ga naar voetnoot2011
Soe werdic nernstich ter bederven.Ga naar voetnoot2012
Pause cort. Gabriel knielt vor Marien, ende si leit en leest in haer camere, haer hande te Gode wert hebbende.
Gabriel
Van Gods wegen, suver vercorne,
Los van allen smetten, reyne,
2015[regelnummer]
Soe comic tu, in tsviants toorne:Ga naar voetnoot2015
Ghi selt verlossen die verloorne!
Hi wilt hem rusten in uwen pleyneGa naar voetnoot2017
Ende wilt vertroesten vor die veleyne,
Ga naar margenoot+Die liggen inder duvele tra.Ga naar voetnoot2018-19
2020[regelnummer]
Ave, gracia plena!
Hier verscricse haer.
Maria, vrouwe, sijt onversaecht!
Natuerlic seldi baren een kintGa naar voetnoot2022
Ende werden moeder ende bliven maecht.
Die gracie des heren heeft u vermint;Ga naar voetnoot2024
2025[regelnummer]
Jhesus saelt heten, mi wel versint,
De hoechste van deser werelt wijt.
| |
[pagina 140]
| |
Ghi sijt, soemen gescreven vint,
Vor alle vrouwen gebenedijt!
Maria
Her ingel, die hier dus comen sijt,
2030[regelnummer]
Seer verwondert mi van dien;
En kinde noyt man ter werelt wijt,Ga naar voetnoot2031
In wat manieren saelt dan gescien?aant.
Dingel
Suver maecht, sijts onbevreest!
Gods gracie heeft u daer toe bereit.
2035[regelnummer]
Ghescien saelt biden heilegen geest
Mids uwer groter oetmoedicheit.Ga naar voetnoot2036
Ten tekene van dien, vor waer geseit,
Heeft Elizabeth, u nichte, ongewaentGa naar voetnoot2038
Enen sone ontfaen in haer outheit
2040[regelnummer]
En es nu in haer seste maent,
Nochtan datsi onvruchtbaer sy,Ga naar voetnoot2041
Ten dae Gods gracie.Ga naar voetnoot2042
Maria
Her ingel, soe ghi
Mi seit, soe moet met mi verkeren.Ga naar voetnoot2043
In Gods genaden soe keeric my:Ga naar voetnoot2044
2045[regelnummer]
Ga naar margenoot+Siet hier de deerne Gods ons heren!Ga naar voetnoot2045
Gabriel
Reyn maecht vol eren, suete Marie,
Die gracie Gods heeft u om vaen.Ga naar voetnoot2047
Een godlike hemelsce tresorieGa naar voetnoot2048
Seldi voort bliven sonder vergaen.
2050[regelnummer]
Orlof, ic keere ten hemel saen.Ga naar voetnoot2050
Selete.
|
|