door het ontbreken van een inhoudsschakel van dezelfde zinswaarde als bijvoorbeeld invoeging van een woord als “dus” in vs. 45 zou hebben. In een der binnenrijmen van 41 en 42: altemet of verlet zou het eindrijm van de verloren regel behouden kunnen zijn’.
71 Het is mogelijk dat vs. 71 en 72 moeten omgezet worden, waardoor een terzet ontstaat (vs. 69, 70 + 72, 71), waarvan de drie regels door binnenrijm gekenmerkt zijn. Zie hierover W.H. Beuken, Verstechniek in de beide Bliscapen. (Inl. p. 41).
76 Deze interpunctie op grond van vs. 381. De Vreese en Mak plaatsen een uitroepteken na Wy (vs. 77).
99 Later tussen was en den bijgeschreven jerst (= het eerst).
111 i.z. tande: In een bespreking van de uitgave van De Vreese (Museum 1932, p. 123) schrijft Endepols: Kan de lezing tande in vs. 111 niet een schrijffout zijn voor hande?
136 weed in hs. verbeterd uit werd.
141 es het gaet ende sprect doorgehaald en in margine vervangen door dus wert sy begect.
142-145
in hs. doorgehaald en aan de voet der bladzijde vervangen door twee andere, onleesbare verzen.
158 2e helft t/m 193 doorgehaald en vervangen door:
Compt my tserpent dat vliegicken inne
twert al vruecht tot onsen gewinne tserpent
Yeve vrouwe van desen vergiere
245 waers in hs. verbeterd uit waert
258 naast dit vers primo, hetgeen volgens De Vreese betekent, dat een acteur die meer dan één rol speelt, voor het eerst optreedt. Deze opmerking komt in het handschrift meermalen voor, maar wordt hier niet herhaald.
295 hs. ws, een spelling voor uws die vaker in dit handschrift voorkomt.
302 Mak plaatst een vraagteken en schrijft: ‘de emendatie van Moltzer (verdoemd) nóch de vertaling van Verdam (met name) en De Vreese (bovengenoemd) zijn geheel bevredigend’.
Vorenoemen betekent volgens Mnl. W. ook: bepalen, bedingen. Kan men hierbij denken aan een ellips met sijnde, zodat de betekenis is: bepaald zijnde, zoals bepaald is? Vgl. 299: aldus moet sijn.
0520 hs. rechts.
564 hs. ws.
639 hs. stonde verbeterd uit stonden
697 later vóór Dingel bijgeschreven Cerubin
912 D. Th. Enklaar in Kanttekeningen bij middelnederlandse lectuur (Bundel opstellen van oud-leerlingen aangeboden aan Prof. Dr. C.G.N. de Vooys; herdrukt in D. Th. Enklaar, Lezende in Buurmans hof, Zwolse Reeks van taal- en letterkundige Studies. Zwolle, 1956), p. 54 denkt aan de ‘verhardheid des Heren’. Hij wijst er op, dat de voorstelling dat de hemel verhard is wegens de zonden der mensen, in het Oude Testament herhaaldelijk voorkomt: Lev. 26, 19; Deut. 28, 23; 3 Reg. 8, 35. Overigens is het boren een naïeve en populaire voorstelling van de werking van het gebed.
916 Vóór de volgende toneelaanwijzing bijgeschreven Silete.
951 met svaren ontluste naderhand op rasuur bijgeschreven.
975 i.z. boye. Mnl. W. I 1351 wordt gedacht aan bode, tijding, bericht. B. van den