1099 bider oetmoet later doorgehaald en vervangen door vander geboorten.
1101 een moeder later doorgehaald en vervangen door eenen zone.
1113 Si heefti later veranderd in Sij heeftu.
1125 later bijgeschreven: hier ter stede, gedeeltelijk weer doorgehaald.
1130 beide later doorgehaald en vervangen door .j. viant.
1143 hs. h'alen = hier alen hier halen.
1151 dit vers werd later doorgehaald.
1155 de persoonsaanwijzing .i. ingel later doorgehaald en vervangen door Gabriel.
1167 de vermoedelijke persoonsaanwijzing voor dit vers werd later geschrapt, zodat ook de volgende verzen in de mond van Gabriël werden gelegd, ij ingel is conjectuur van Leendertz.
1173 In hs. volgt op vs. 1173 als aparte regel: In geenre ghisen (= op generlei wijze). Leendertz schrapt dit vers, omdat het ‘voor den zin gemakkelijk gemist kan worden’ en ‘voor den metrischen bouw’. Merk op dat door deze schrapping een kwintet ontstaat. Zie Leuv. Bijdr. 1970 p. 198.
1183 Voor dit beeld vgl. S. Axters, Gesch. van de vroomheid in de Nederlanden. dl. II. Antwerpen, 1953, p. 21.
1196 Vóór langer werd later in margine niet bijgevoegd, omdat men blijkbaar verlinct opvatte als verlangt.
1197 Achter hi werd later my ingevoegd.
1235 Er stond eerst orlof waarin or is doorgehaald.
1242 Leendertz: In deze regels werden later verschillende veranderingen in de namen gemaakt: jacop, pauwels, matheeus in vs. 1242, 1244 en 1246 werden paulus, matijs, bertolemeeus.
1262
Leendertz: Van de hier volgende toneelaanwijzing zijn de laatste twee regels geheel afgesleten, zodat er niets meer van te lezen is. Vss. 1263-1274 zijn zeer moeilijk te lezen, doordien men met een reagens het hs. bedorven heeft (zij ontbreken dan ook bij Stallaert B.). Ik geef ze naar Leendertz.
1274 De drie regels tussen 1274 en 1275, die met rood geschreven waren en dus zeker een toneelaanwijzing bevatten, zijn door dat reagens geheel verdwenen. Endepols schrijft hierbij: Toneel in de sterfkamer.
1299-1308
Leendertz: Later werden deze woorden aan de drie maagden in de mond gelegd door voor vs. 1302 en 1303, vs. 1304 en 1305, vs. 1306 en 1307 achtereenvolgens j
e, ij
e en iij
e te schrijven. Selete later doorgehaald.
1305 hs. rayende.
1313 Alsoe. en 1315 hier. geïnterpungeerd overeenkomstig het hs.
1355 Na dit vers is waarschijnlijk een toneelaanwijzing doorgehaald.
1389 Leendertz dacht over verandering van eren in eerden en schreef: ‘Op vele plaatsen is het nog de gewoonte, dat een ongehuwd gestorvene door de ongehuwde mannen uit liefde (d.w.z. zonder betaling) naar het graf gedragen wordt’. Deze conjectuur is echter onnodig. De dichter denkt hier aan Joannes' maagdelijkheid (vgl. vs. 1381).
1398 Naast i iode bijgeschreven de wachter.
1400 hs. horrictic.
1452 in hs. verbeterd uit maetsouwen.
1455 hs. Wi.
1459 Mnl. W. VII 217: ‘De betekenis der uitdrukking is waarschijnlijk: zij zullen trachten ons onze schaduw te ontnemen (hetgeen in de regel iemands dood ten gevolge