Het bleekersmeisje, bevattende vele zedelijke, vrolijke en aangename liederen, ten dienste van alle fatsoenlijke gezelschappen(ca. 1850)–Anoniem Het bleekersmeisje, bevattende vele zedelijke, vrolijke en aangename liederen, ten dienste van alle fatsoenlijke gezelschappen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] De vroolijke vreier. Wijze: 'k Zal Galopin mijn Dochter geven. Waarom zou ik niet vroolijk leven, Waarom zou ik niet vroolijk zijn? Waarom niet? mij is veel gegeven, 't Ontbreekt mij nooit aan geld of wijn. (bis.) 'k Heb vrienden, 'k tel hen bij dozijnen, 'k Heb ook een fraai en kostbaar paard, 'k Heb zilver, goud en ook robijnen, Zou ik dus zorgen nog op aard! (bis.) Ik klink dus blijde met mijn vrinden, Zij zijn mij alles, alles waard, 'k Wist zonder hen geen weg te vinden, Met alles wat ik smaak op aard. (bis.) Maar ben ik eenzaam neergezeten, Dan smaak mij zelfs geen beker wijn, 'k Heb geen trek in 't lekkerste eten, Wat zou daarvan de reden zijn? (bis.) De reden, denk ik, zal wel wezen, Dat nog geen vrouw mijn rijkdom deelt, Een vrouw kan zielepijn genezen, Zij is het die ons harte streelt. (bis.) Vorige Volgende