Het bleekersmeisje, bevattende vele zedelijke, vrolijke en aangename liederen, ten dienste van alle fatsoenlijke gezelschappen(ca. 1850)–Anoniem Het bleekersmeisje, bevattende vele zedelijke, vrolijke en aangename liederen, ten dienste van alle fatsoenlijke gezelschappen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Volkslied. Wij leven vrij, wij leven blij, Oij Neerlands dierbren grond: Ontworsteld aan de slavernij, Zijn zij door eendragt groot en vrij, Hier duld de grond geen dwingelandij, Waar vrijheid eeuwen stond. bis. Hoe dierbaar is ons 't Vaderland, Der helden bakermat, Der kunsten wieg, 't gezegend strand, Waar 't heilig regt zijn zetel plant. En deugd met een fluweelen pand, En Vorst en Volk omvat. [pagina 65] [p. 65] De leeuw die voor ons waakt, Is 't beeld van Neerlands macht, Nooit zij dat beeld door ons verzaakt, Als 't onze roem of vrijheid raakt, Wee hem die stout den leeuw genaakt, En onzen moed veracht. Wij leven vrij, wij leven blij, Wij dienen eenen God, Wat ook 't verschil in 't dienen zij, De wet laat alle godsdienst vrij, Vereend als broeders juichen wij: Gezegend is ons lot. Door vreemden werd de zuil geveld, Van Neerlands wapenroem, Maar zij is door onzen moed hersteld, Dit tuigt, o Quatre-Bras! uw veld! Dat met Algiers de glorie meldt, Van onzen heldenbloem. O paren we aan dien heldenmoed, Der vad'ren zuiv'en deugd, Elk zie hoe Koning W[i]llem doet, En volg de vorsten uit dat bloed Zoo blinkt de deugd met nieuwen gloed, En siert 's lands wakkre jeugd. Wij leven vrij, wij leven blij, De zon van ons geluk: Oranje! - week - 't was slavernij Oranje daagde en 't land was vrij, Wij zijn verlost, nu juichen wij; Verbrijzeld is ons juk. Dat lang de dierbre Koning leev' Aan Neerland roem verpand, Dat God hem zijn zegen geev' [pagina 66] [p. 66] 't Geluk beschermend om hem zweev' Ja leef, geliefde Koning leef, Vaor Volk en Vaderland. O blijven we altijd eensgezind, In deugd en heldenmoed. Dat hij ons als Vader mant. Zijn kroost die liefde wahrdig vind, En Neerlands trouw ons zaam verbind, In voor- en tegenspoed. Zijn wij als Maurits in den strijd, Als Ruiter op de zee, De handel bloei door onzen vlijt, Dat elk der kunsten offers wijd, En Neerlands vlag blinkt wijd en zijd, Tot aan de verste ree. Zoo leven we altijd vrij en blij, OP Neerlands dierbren grond, Door trouw aan eigen wetten vrij, Praalt Neerland in der volkenrij, En 't Vaderland blijft groot en vrij, Tot 's wereds avondstond Vorige Volgende