Het bleekersmeisje, bevattende vele zedelijke, vrolijke en aangename liederen, ten dienste van alle fatsoenlijke gezelschappen(ca. 1850)–Anoniem Het bleekersmeisje, bevattende vele zedelijke, vrolijke en aangename liederen, ten dienste van alle fatsoenlijke gezelschappen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Mijn liefste. Wijze: Ver in 't Zuiden ligt mijn Spanje. Tusschen 't gindsche groen gebladert, Waar dat witte huisje staat, Waar bij 't dalen van het zonlicht, Schoon het nachtegaaltje slaat, Daar, daar woont de hoop des harten, Daar, daar leeft mijn grootste schat, Grooter dan de gansche wereld, Voor mij ergens ook bevat. Ginder in dat lomrig tuintje, Waar die fraaie bloemen staan, Prijken geurige rozenknoppen, Lachen u de leliën aan. O, mocht ik een bloemke wezen, Uit dien liefelijken gaard, Daaglijks zou ik haar aanschouwen, Haar, mij meer dan 't leven waard. Waar het beekje zachtkens murmelt, Als het zomerkoeltje blaast, Wordt haar beeld door 't klare water, [pagina 43] [p. 43] Heerlijk schoon teruggekaatst, O. mocht ik dat beekje wezen, 'k Zag haar beeld dan keer op keer, En ik zou tevreden wezen, 'k Voedde dan geen wenschen meer. Liefste Klara, beeldschoon meisje, O, verhoor mijn liefdesmart. Hoor de wenschen hoor de zuchten, Van mijn smachtend, minnend hart, Klara, reine bloem der velden, Geef gehoor aan mijne bee, Aan u zij schenkt mij de wereld, Heil en zegen, rust en vree. Maar wat zie ik onder 't lommer, Toeft daar niet mijn Klara? ja, O zij heeft mijn stem vernomen, En slaat liefdevol mij ga, Zie, zij wenkt mij o hoe zalig, Is mij 't onvergeetlijk uur, 'k Voel inwendig mij verteeren, Door het heiligst liefdevunr. Vorige Volgende