Aan de meisjes.
Wijze: Welkom, welkom Vaderland.
Aan de meisjes Van ons land,
Wil ik met 't glaasje in de hand,
Welgemeend een heildronk wijden,
Zij zijn 't, die ons hart verblijden,
Vrienden stoot eens met mij aan, } bis.
Dat 't haar immer goed moog gaan. } bis.
Blonde wimpers on blond haar,
En een zacht blauw oogenpaar,
Roode blosje s op de kaken,
Lipjes, die bij 't kussen smaken,
Zoo vindt men ze in elken stand, } bis.
Hier bij ons in Nederland. } bis.
Eerzaam zijn zij, braaf en goed,
Zacht en schuldloos haar gemoed,
Rein van zeden, rein van handel,
Rein van taal en rein van wandel,
Minnen zij in eer en deugd, } bis.
Schuldeloos vermaak en vreugd, } bis.
Bovenal een hartelijk lied,
Haten onze schoonen niet,
't Vroolijk lied streelt steeds haar ooren,
Wanklank kan haar niet bekoren,
Zuiver zij daarom het lied, } bis.
Dat men onze schoonen bidet. } bis.
Lieve meisjes, 't ga u goed,
Rein blijv' immer u gemoed,
Schoon prijkt 't blosje op uw haken,
| |
Immer moogt ge vreugde smaken,
't Ga u wel, smaak heil en vree, } bis.
Ieder jongen zingt dan mee. } bis.
Jongens hebt ge nog geen maagd,
Tot je vrouwtje hier gevraagd,
'k Raad je aan het dan te wagen,
Om er spoedig een te vragen,
Snoer je door den huwlijksband } bis.
Aan een meisje uit Nederland. } bis.
|
|