Het bleekersmeisje, bevattende vele zedelijke, vrolijke en aangename liederen, ten dienste van alle fatsoenlijke gezelschappen(ca. 1850)–Anoniem Het bleekersmeisje, bevattende vele zedelijke, vrolijke en aangename liederen, ten dienste van alle fatsoenlijke gezelschappen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Drinklied. Wijze: Waarom toch zou de zeeman sparen. Het zeemansleven kent geen zorgen, Die spoelt hij af in 't schuim der zee, Komt, jongens! drinkt dan, want reeds morgen, Vertrekken wij weer van de ree. Ingeschonken, Laat ons drinken, Bij het vroolijk zeemanslied, Laat de bekers lustig klinken, God verlaat den zeeman niet Haal uit het glas. Gescheiden van geliefde panden, Als weemoed ons soms treuren doet, Sterkt ons de hoop, dat bij het landen, Het weerzien al ons leed verzoet. Ingeschonken, enz. In Oost en West, in Zuid en Noorden, In iedere streek van d' Oceaan, Brengt onze moed in alle oorden Den handel rijken schatten aan. Ingeschonken, enz. Moet ook den zeeman maanden zwerven, Op d' onbegrensde, groote zee, Wat hij ook op den plas moet derven, Hij voert de hoop als anker mee. Ingeschonken, enz. Als storm ons dreigt, of woeste klippen, De dood ons aangrijnst in 't verschiet, Vloeit nog de bee van onze lippen, O God, verlaat den zeeman niet. Ingeschonken, enz. Vorige Volgende