Het bleekersmeisje, bevattende vele zedelijke, vrolijke en aangename liederen, ten dienste van alle fatsoenlijke gezelschappen(ca. 1850)–Anoniem Het bleekersmeisje, bevattende vele zedelijke, vrolijke en aangename liederen, ten dienste van alle fatsoenlijke gezelschappen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Het ontwakende Roosje. De zon is aan 't klimmen, mijn Roosje ontwaakt, Gij sliep zoo genoeglijk na 't woelig vermaak. Kom rekt u en strekt u mijn kind nog eens uit, Zoo groeit gij mijn hartje, mijn liefje, mijn spruit. Ontwaak nu mijn Roosje! 't is helderen dag, 't Is tijd om te spleen . . . . uw schuldlooze lach, Streelt uw moeders harte, uw vriendlijke blik, Doet haar steeds gevoelen dat ge zijt in uw schik. Kom speel nu mijn Roosje mijn liefje, mijn schat, [pagina 15] [p. 15] Elk, stukje van speelgoed zij door u gevat, En kostbaren rijkdom, een streelend vermaak, Kom speel nu, mijn Roosje, het spel is uw zaak. Gods zegen geleide u, mijn Roosje, mijn kind, Groeit spelende deugdzaam, door ieder bemind, O troost in mijn leven, o vreugd van mijn hart, Dat God u beware voor droef heid en smart. Mijn Roosje, mijn engel, mijn lust en vermaak, Hoe streelt gij mijn zinnen, daar 't harte mij blaakt, Door vreugde gedreven, door liefdes gevoel, Ais God u beware bereik ik mijn doeI. En klimmen uw dagen mijn Roosje eens op, Hoe rijst dan mijn eerbied en danktoon ten top, En klimmen die dagen dan eens tot een jaar, Dan klopt mij 't harte van blijdschap zoo klaar. Groei op dan mijn Roosje in onschuld en deugd, Dat 't harte van vader en moeder verheugd, En dartelt en speelt zoo maar voort op mijn schoot. Blijf God u bewaken, dan wordt ge haast groot. Vorige Volgende