Het bleekersmeisje, bevattende vele zedelijke, vrolijke en aangename liederen, ten dienste van alle fatsoenlijke gezelschappen(ca. 1850)–Anoniem Het bleekersmeisje, bevattende vele zedelijke, vrolijke en aangename liederen, ten dienste van alle fatsoenlijke gezelschappen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Het lieve Roosje. Nog was de Roos met 't dauwnat overtogen, Als balsemgeuren op het bloemenkruid, Toen William door diepe smart bewogen, Zijn laatst vaarwel bragt aan zijn dierbre bruid, Vaarwel, nu dierbre jaren, die zoo griefde, Schoon mij de liefde naar het land toedrijft, Gelijk mijn hart blijft mijn getrouwe liefde Tot eens de dood mij haalt uit dezen tijd. Op zekeren tijd voor bijna twintig jaren, Beklom 'k verheugd mijn ranke visschersboot, Doorkliefde 't ruim der hemelhooge baren, Een storm stak op en dreigde met den dood. O kreet om hulp, o laatste nood van 't leven, Die 't hart des armen schepelings ontroert, Wordt gij vergeefs aan anderen gegeven, Die 't echte hart eens zeemans tot u voert. 'k Zag op een kiel, geteisterd door de baren, Een mensch, ten prooi aan 't woedend element, En bid aan God hem eenen weg te banen, Hield aan vermoeid, gekluisterd door 't geweld, Weldra verving de moed de wanhoopskreten, Van dank doorgloeid hield ik aan schepelingszij, [pagina 13] [p. 13] En zag op eens een zuigeling in zijn armen, Dit kind, vriendin! 't geredde kind waart gij. Hij gaat naar boord zijn hart was weer bekomen, Het schip snelt weg in vogelsnellen vlucht, De avond daalt met meer gelaafde stroomen, Het bliksemvuur valt vliegend van de lucht. Vergeef, vergeef, 'k ben op de woeste baren Hier zij mijn graf voor 't geen dat ik besluit, Toen William, door diepe smart bewogen, Zijn laatst vaarwel bracht aan zijn lieve bruid. 't Was op een avond, wat zag ik toen drijven? Het was een stuk van een gebroken schip, Daar William mijn teeder beminde, Zijn naam ontstond met akelige schrik. Toen riep ik uit zult gij den dood hier vinden? Dan is er ook voor mij een vast besluit, Zoo ga ik dan mij zelven hier verslinden, En bid tot God mijn laatste echo uit. O William! gij waart mijn teerbeminde, Voor u alleen was steeds mijn hart bereid, O William l waar zal ik u weer vinden, Bij God alleenig daar zijn wij verblijd. Vaarwel. vaarwel, nu dierbare aarde, Mijn liefde is rechtvaardig dat weet God, Voor twintig jaar een moeder die mij baarde, Denk nog een slag, gewis het is mijn lot. Vorige Volgende