aantal populaire reisboeken en schreef daarnaast een aantal boeken over de Engelse taal, zowel die van de Britse eilanden als die van zijn geboorteland, de Verenigde Staten. Bryson woont al jaren in Groot-Brittannië, waar zijn vrouw vandaan komt, en is tegenwoordig rector van de universiteit van Durham. Naast zijn werk voor
English Heritage werd hij in 2007 voorzitter van de
Campaign to protect rural England. Intussen is hij in zijn nieuwe vaderland Engelser dan de Engelsen geworden. Dat is natuurlijk ook noodzakelijk als je je stort op een auteur die zo verbonden is met de Engelse volksziel als William Shakespeare.
De opzet van Brysons biografie is chronologisch, op het eerste hoofdstuk na dat zowel het voorwoord als ook een verantwoording en uiteenzetting van de opzet bevat. Bryson begint met de geschilderde en getekende portretten van Shakespeare, die allemaal om uiteenlopende redenen problematisch zijn. We weten niet hoe Shakespeare eruitzag. Nog problematischer is de naam zelf. Er zijn slechts zes handtekeningen bekend van de bard - alle zes afkomstig uit zijn testament - en die zijn allemaal verschillend gespeld. Geen enkele ervan komt overeen met de nu gangbare spelling. Verder wordt in het boek duidelijk dat het niet eens zeker is of Shakespeare (in welke spelling dan ook) die handtekeningen zelf heeft gezet. Dit soort problemen vormen de leidraad van het boek. Bryson probeert zorgvuldig de mythologie die rond Shakespeare is ontstaan te scheiden van bewijsbare feiten, en dat zijn er weinig.
De biografie gaat nauwelijks over Shakespeare als privépersoon, omdat de informatie daarover simpelweg ontbreekt. Wel laat Bryson zien op hoe weinig, of zelfs géén bewijs de vele verhalen over het leven van Shakespeare zijn gebaseerd. Het bronnenmateriaal dat ons rest, heeft hoofdzakelijk te maken met zakelijke aangelegenheden: eigendomsakten, rechtbankverslagen, belastingpapieren en documenten van het hof. Uit deze documenten ontstaat een beperkt beeld van wat Shakespeare deed in zijn leven, en geen enkel beeld van wie hij was. Bryson omkleedt die feiten voornamelijk met historische context. Het boek geeft een goed, zij het summier, beeld van de Engelse maatschappij van de late zestiende en vroege zeventiende eeuw. Bryson gaat dieper in op de positie van het toneel in die tijd en de manier waarop toneelteksten werden uitgegeven, en natuurlijk ook op de totstandkoming van de eerste folio-uitgave van 1623, zeven jaar na Shakespeares dood.
Shakespeare, the world as a stage gaat nauwelijks inhoudelijk in op het werk van Shakespeare, maar besteedt wel veel aandacht aan andere aspecten ervan. Zo gaat Bryson uitgebreid in op de verschillende versies die er van de stukken in omloop zijn. Omdat er