Drammer
In de meer politieke gedeelten van het boek stapt Bleich soms met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis. Waar het gaat om de periode 1973-1977, de jaren van hét kabinet, doet ze dat ook nog eens met een kruising tussen hinkstapsprong en een Echternachse processie. Wie de volgtijdelijkheid van de gebeurtenissen in dat fascinerende tijdvak niet precies op het netvlies heeft staan, zal het niet altijd lukken de verschillende grote dossiers ten opzichte van elkaar te plaatsen.
Dezelfde empathie die Bleich in staat stelde om de mens Den Uyl met veel gevoel neer te zetten, lijkt haar in de weg te zitten bij de beschrijving van de politicus Den Uyl. De biograaf spaart haar hoofdpersoon niet, maar op tal van momenten had ze hem best nog wat kritischer mogen aanpakken. Misschien zit hem dat ook in de bronnenkeuze. De lijst van geïnterviewden is indrukwekkend, maar waarom ontbreken mensen als Hans Wiegel, Ed Nijpels en Jan Terlouw? Waarom heeft Bleich niet in archieven van andere partijen en van politici van andere partijen gekeken om daar te zoeken naar de wijze waarop in die tijd over Den Uyl werd gedacht?
Juist dankzij gesprekken met mensen buiten de PvdA, zoals de rooms-katholieken Dries van Agt, Ruud Lubbers en Frans Andriessen, legt Bleich de oorzaken van het sneven van Den Uyls dromen bloot. ‘De r.k. kennen niet de strenge arbeidsmoraal van de protestanten, in het bijzonder de calvinisten,’ schreef hij al in 1955 in Socialisme & Democratie. ‘Ze nemen de dingen wel eens te licht op. Dat heeft als goede zijde: een niet te zwaar dragen van het leven, blijmoedige levensstemming, royaler met anderen kunnen samenwerken. Als leiders kunnen ze gemakkelijker werk uit handen geven en over het algemeen nemen ze het niet zo nauw met de bureaucratie. Als ongunstige zijden kunnen hier vermeld worden: een niet voldoende nauwgezetheid, een te licht omspringen met afspraken, een zekere nonchalance en ook een zekere oppervlakkigheid.’
Van ene Andries van Agt had Den Uyl op dat moment nog nooit gehoord. Toch zette hij hier al feilloos op papier wat hem zo zou storen in zijn grote tegenstrever in later jaren. kvp-fractievoorzitter in de Tweede Kamer Frans Andriessen werd door Den Uyl weggezet als rechts en onbetrouwbaar. Hij was niet alleen rooms-katholiek, maar ook nog eens vriendelijk. Die eigenschap kon Den Uyl bij politieke rivalen niet plaatsen. Daar moest een bijbedoeling achter schuilgaan. Met Ruud Lubbers, voormalig minister in Den Uyls ploeg en cda-