| |
| |
| |
Monument voor twee Ter Braaks
Gesprek met Krijn ter Braak en Hans Fels
Els Broeksma
Onderwerp: Menno ter Braak, kunstcriticus en een van de belangrijkste intellectuelen van zijn tijd. Pleegde bij het uitbreken van de oorlog op achtendertigjarige leeftijd zelfmoord.
Plaats: ‘Villa Muiderberg’, werkkamer Krijn ter Braak.
Aanwezig: Krijn ter Braak (acteur en filmmaker), Hans Fels (filmmaker) en interviewster.
Eén ding is duidelijk. Hier wordt niet geïnterviewd. Hier wordt een indringend verhaal verteld over het tot stand komen van een film over Menno ter Braak. Gaandeweg blijkt dat Krijn er een minstens even belangrijke rol in speelt. Ten tijde van het gesprek was de film nog niet gemonteerd, hij was dus nog niet te zien. De drie vrienden-filmmakers, Ter Braak, Fels en Kees Hin - de laatste is niet bij het gesprek aanwezig - vinden het de meest bijzondere film die ze ooit gemaakt hebben, ‘in vriendschap en met compassie, mededogen, bloed, zweet en tranen’.
| |
Licht in 't heufd
Ter Braak: ‘We zitten hier midden tussen de handschriften, persoonlijke bezittingen, maar vooral boeken van Menno ter Braak. Vijftien jaar geleden heb ik alles van mijn tante gekregen. De boeken staan in dubbele rijen. De achterste zijn van hem, daarvoor staan die van mij. Ik heb minder dan vijf procent van de geërfde boeken gelezen. Mijn vader heette Wim en was de broer en beste vriend van Menno ter Braak. Menno was dus mijn oom. Hij was getrouwd met Antje Faber en mijn vader met Ants halfzusje Mineke Faber. Mijn vader was neuroloog en is al dertig jaar dood. Mijn moeder leeft nog.
Zo lang ik leef, heb ik het gevoel met mijn oom, die ik nooit gekend heb, in m'n rugzak te hebben rondgelopen. Ik wilde al jaren een film over hem maken, maar wist niet goed hoe. Na de dood van mijn tante Ant, vijf jaar geleden, nam ik het op me de “Erven Ter Braak” te worden en voelde nog sterker de noodzaak iets te moeten doen. Een andere aanleiding was dat 2002 het honderdste geboortejaar van Menno ter Braak is. Maar ik kon er niet aan beginnen voordat ik alles wist. Dus heb ik op de biografie van Léon Hanssen gewacht, die mijn hele familie voorbeeldig heeft uitgeplozen. Het zelfmoordgehalte in de familie bleek boven het landelijk gemiddelde te liggen. Ze waren wat “licht in het heufd”, zoals een door ons geïnterviewde Eibergenaar zei. Ik kwam allerlei nieuwe dingen te weten,
| |
| |
over tantes, ooms en ook over mijn eigen vader en moeder. Ik heb veel aan die biografie gehad, maar je zult er niets van terug zien, want wij hebben een ander soort ambitie met onze film.
Dagenlang heb ik met mijn vrienden-filmmakers Hans Fels en Kees Hin zitten brainstormen. Een mer à boire aan ideeën, maar wat wilden wij nu precies vertellen? Ik kreeg gaandeweg een grote weerzin tegen het maken van die film en slaagde er niet in iets van die ideeën op papier te zetten. Ik wilde de feiten niet onder ogen zien, ik wist niet waar en welk accent ik wilde leggen en ik wilde de keuze voor een psychoanalytische kant niet maken. Uiteindelijk heeft Hans Fels het tot een verhaal met kop en staart gesmeed.’
| |
Ballast
Fels: ‘Het is een ongelooflijk verhaal. Toen ik het en passant hoorde, liepen de rillingen over m'n rug. In 't kort komt het hier op neer. Als Menno in 1933 trouwt, staat er bij wijze van spreken al in de huwelijkse voorwaarden: weet dat je trouwt met de man die een einde aan z'n leven maakt, als Hitler hier binnenvalt. Ook met zijn broer Wim - en dat is later door Krijns moeder bevestigd - had Menno omstreeks die tijd al afgesproken dat Wim hem dan bij zijn zelfgekozen dood zou helpen. En zo is het ook gegaan.
Twee families hebben zo'n overeenkomst gesloten en houden zich daaraan, het is onvoorstelbaar. Ik stelde me toen de vraag hoe het is om op school te zitten en te horen dat je oom, de beroemde schrijver Menno ter Braak, op 14 mei 1940 zelfmoord heeft gepleegd. Met wat voor ballast loop je rond als je weet dat zich dat allemaal heeft afgespeeld in jouw huis in de slaapkamer van je ouders en dat je vader daarbij geholpen heeft? Menno's sterfhuis werd Krijns geboortehuis. Daar zit voor mij de kern, over dat krankzinnige verhaal moest de film gaan. Daarin zit de noodzaak voor de cineast. Daarvan moesten wij Krijn overtuigen.
De film kon niet anders dan pijnlijk zijn, totaal anders dan de biografie. In die overigens heel knap gemaakte biografie is geen enkele aandacht besteed aan die rare, verschrikkelijke erfenis waarmee Krijn heeft rondgelopen. Kees en ik hebben Krijn aangespoord om orde op zaken te stellen in wat voor hem een familiedrama moet zijn. Om dat te verwezenlijken moesten wij te werk gaan als Ter Braak die de dingen graag ontmaskerde, afbrak om te zien welk tweede gezicht zich achter het masker verschool. De film heet niet voor niets Het tweede gezicht.’
| |
Zelfonderzoek
Ter Braak: ‘Met dit voorlopige scenario stemden zowel de vpro als het Stimulerings Fonds in. Het geld en de mogelijkheid tot uitzenden waren er, nu de film nog. Op dat moment kreeg ik weer die weerstand, omdat de film toch een zelfonderzoekende kant leek op te gaan. Wat begonnen was als een idee om een film te maken over Menno ter Braak, dreigde uiteindelijk een film te worden over mijn verhouding tot mijn vader. Want, zoals Hans net al zei, mijn vader beëindigde Menno's leven in hetzelfde huis waar ik elf maanden later werd geboren. Het was een zelfmoord die je ook met enig recht moord of euthanasie zou kunnen noemen. Ik heb het gevoel dat deze gebeurtenis mijn vader beslissend heeft veranderd. Hij is na de dood van zijn broer Menno een andere man geworden. Ik heb er nooit met hem over gesproken.
Hans had in het script geschreven dat ik
| |
| |
Truida en Menno ter Braak in Venetië, 1935
met mijn moeder en met mijn zusjes moest gaan praten. Ook dat wilde ik niet. Het gevolg was dat we weer eindeloze sessies hadden om erachter te komen hoe we die film moesten opzetten. Toen we het over de kern en de vorm van de film eens waren, kwam het proces in een stroomversnelling. 't Is wel wonderlijk dat ik altijd bij voorbaat sceptisch heb gestaan ten opzichte van films die documentaire en fictie wilden combineren en dat we er nu zelf een maken. Ik hoop echt dat deze film iets van inzicht geeft op de grens van verbeelding en werkelijkheid.’
| |
Monument
Fels: ‘De film balanceert op de rand van documentaire en speelfilm. Als je een monument voor Ter Braak wilt maken, dan moet je een rebelse film maken, die langs het randje van de afgrond scheert. We zullen óf afgeslacht worden óf bewonderd, maar niemand kan over deze film z'n schouders ophalen. De vertelmethode is een beetje ingewikkeld en de montage bevindt zich nog in een vroeg stadium, dus we kunnen nog allerlei capriolen uithalen. In het begin van de film wordt de suggestie gewekt dat Krijn ter Braak contact zoekt met Menno ter Braak. Er wordt een auditie georganiseerd en uit de tien auditoren wordt de acteur Peer Mascini gekozen om Menno ter Braak te spelen. Peer weet weinig van Ter Braak en moet gevoed worden met uit gesprekken verkregen informatie over Ter Braak. Hij wordt door Krijn tot Ter Braak gekneed, tot leven gebracht. Op een gegeven moment is hij zo zeer Ter Braak geworden, dat hij over alles kan meepraten. Hij komt in opstand omdat hij voelt dat er iets niet klopt en het is tenslotte Peer die ons op het uiteindelijke spoor, de broer van Menno, de vader van Krijn brengt. Peer wordt nooit echt Menno ter Braak. De film wordt nooit een echte speelfilm. Alleen aan het eind, het laatste uur voor de zelfmoord, wordt de film griezelig echt. We zetten die scène er min of meer als kostuumfilm in. Menno wandelt met zijn vrouw naar het huis van zijn broer Wim in het Statenkwartier in Den Haag. Na te hebben aangebeld wordt er slechts een zin gesproken: “Het is zover”. Op dat moment komt de realiteit naar voren. Toen zagen we plotseling wat een onvoorstelbaar drama zich voltrok: een van tevoren geplande zelfmoord. De weigering om te vluchten. Wim die met zijn broer Menno naar boven gaat, de vrouwen die beneden blijven, Ant die er niet bij mag zijn. Wim die een glas water gaat halen, terwijl Menno een briefje aan zijn vrouw schrijft: “Lieve
| |
| |
Antje, ik maak een einde aan mijn leven, je weet waarom...”.’
| |
Wij zijn de bron
Ter Braak: ‘We hebben natuurlijk de biografie van Hanssen gelezen, maar nauwelijks andere bronnen geraadpleegd. Wij, met onze eigen emotionele kennis, zijn de bron. En verder laten we mensen die hem gekend hebben aan het woord, onder wie Hanneke Stolte, Adriaan Morriën - gelukkig net op tijd -, Theun de Vries, Max Nord, mijn moeder Mineke en nog een oud-leerling van Ter Braak. En we spreken met een aantal mensen van wie wij vinden dat als je ze in een pot door elkaar roert, je een hedendaagse Menno ter Braak krijgt. Een van die mensen is Frits Bolkestein die vindt dat als je terugkijkt, het leven van Menno ter Braak interessanter is dan zijn geschriften. Want in dat leven komt tot uitdrukking waar Ter Braak voor stond.
We hebben weinig van Ter Braaks werk gebruikt. We laten Peer onder andere een ooit door Menno uitgesproken radiolezing houden en een andere lezing die hij voor het Comité van Waakzaamheid schreef. We hebben ook nog nieuwe bronnen gevonden: een bewegend beeld van Menno van zes seconden en twee keer een minuut z'n stem. Zo'n stem zegt veel. In de jaren dertig kon je in De Bijenkorf een boodschap inspreken op een plaatje van een minuut. Op het ene staat een soort pastiche van een verkiezingstoespraak en op het andere fingeert hij een vraaggesprek, waaruit goed blijkt dat hij zichzelf op de korrel kon nemen.’
| |
Geheim
Fels: ‘Boek en film zijn echt twee verschillende dingen. Deze film moet iets zeggen op een ander niveau. Een film die mij zeer aan het hart ging was Vulcano naar het leven van Malcolm Lowry. Wat deze film [van Donald Britain, EB] teweegbrengt, is veel meer dan welke geschreven biografie ook. Want hoe knap de biografie van Hanssen ook is, Ter Braak wordt er niet levender door.
Tijdens het maken van de film begonnen we te begrijpen waar Ter Braak het over had. Ik hoop dat het gelukt is de gedachtewereld van Ter Braak weer te geven. Iemand in de film typeert Ter Braak als een man die het leven zag als een grote bioscoopzaal waarvan hij verdomd goed de nooduitgang kende.
Er zit ook een soort geheim in onze film. Hij gaat over gevoelens. Hij gaat over de bagage van Krijn, over hoe je als volgende generatie opgezadeld kan worden met iets dat vóór jouw tijd heeft plaatsgevonden. Als je de film goed bekijkt, zie je dat deze film meer een monument voor Krijn is dan voor Menno.’
Ter Braak: ‘Iedereen vroeg altijd aan me: “Hoe gebeurde het, die zelfmoord?” Alsof ik dat zou moeten weten, maar ik wist het niet. Want daar werd bij ons thuis niet over gesproken. Deze film is een poging om meer greep te krijgen op het mysterie van mijn dode oom. We wilden geen feiten verzamelen, we wilden iets anders begrijpen. Ter Braak is ingewikkeld. Het is moeilijk onder woorden te brengen waar Ter Braak het over heeft. Er zijn allemaal woorden, maar wat schuilde er achter die woorden? Want hoewel hij het leven volhield door te schrijven, onderhield hij ook een problematische relatie met het woord. Deze film is geen Ter Braak-biografie in beelden, maar we hopen erin te slagen een nieuw beeld van mijn oom Menno te tonen. Ik hoop dat Menno ter Braak het een leuke film
| |
| |
gevonden zou hebben. Hij zou het op prijs stellen dat hij ontmaskerd werd, want hij wilde geen heilige zijn.
Er bestaat een opmerkelijke trucfoto van een mannenhoofd, al in 1928 door Wim gemaakt. Op het eerste gezicht lijkt het Menno ter Braak te zijn, op het tweede gezicht blijken het twee gezichten te zijn. De linkerkant is het hoofd van Menno, de rechterkant van Wim. Ze zijn in één foto vereeuwigd, versmolten. Twee broers, elkaars beste vriend in het leven en samenzweerders in de dood. Menno ter Braak schrijft over deze foto aan Hanneke Stolte, met wie hij een tijdje verloofd was: “Je ziet hoe luguber deze jongeling met leven en dood experimenteert.”
Mijn vader heeft een intimiteit met zijn broer gehad, die hij mij onthouden heeft. In dat vermoeden ligt het geheim van deze film besloten.’
De film Het tweede gezicht wordt op 14 mei 2003 door de vpro op net 3 uitgezonden.
|
|