Wederzijdse aanvulling
Zo'n film heeft voor een biograaf, heb ik gemerkt, veel voordelen. Het belangrijkste voordeel: Pieter Verhoeff heeft maar een deel van het verhaal kunnen vertellen, de periode van het huwelijk van Pieter Jelles en Sjoukje. De biograaf daarentegen heeft de gelegenheid de voor- en nageschiedenis op te schrijven, te laten zien hoe het gekomen is en hoe dat huwelijk later heeft doorgewerkt.
Een film van krap twee uur kan nooit op tegen een boek van een paar honderd bladzijden. Een plat argument, dat weet ik ook wel, maar het is wél waar. Een boek kan veel achtergrondinformatie verschaffen, een politieke context, een historische plaatsing, het kan commentaar
Sjoukje Bokma de Boer in 1885, het jaar van haar verloving met Pieter Jelles Troelstra
geven op handelingen en standpunten. Het kan verschillende meningen naast en tegenover elkaar plaatsen, tijdgenoten aan het woord laten, citeren uit talloze geschriften, zoals brieven, boeken en krantenartikelen. Een boek ten slotte kan suggereren, ideeën opperen. Als feiten en harde gegevens ontbreken, kan een biografie volstaan met brokstukken, terwijl een filmmaker soms om praktische redenen met zijn fantasie een verhaal moet aanvullen en rondmaken. Een groot pluspunt voor de filmmaker daarentegen is, dat een film veel achtergrondinformatie kan geven via beelden, documenten, muziek, aankleding, licht en donker en alle andere middelen waarmee een film een verhaal kan laten zien dat in een boek alleen moeizaam met woorden en zinnen verteld kan worden. Een filmmaker en een cameraman kunnen verhaallijnen suggereren, zonder woorden de kijkers op een idee