Bijdragen en mededeelingen. Gelre, Vereeniging tot Beoefening van Geldersche Geschiedenis, Oudheidkunde en Recht. Deel 44
(1941)– [tijdschrift] Bijdragen en mededeelingen. Gelre, Vereeniging tot Beoefening van Geldersche Geschiedenis, Oudheidkunde en Recht– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 209]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Grafzerken in de Groote of St. Janskerk te Wageningen beschreven in het jaar 1940
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 210]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
50. Zerk van vrij groot formaat zonder nummer met rand, waarop een randschrift in Gothische karakters, in de 4 hoeken eindigende in cirkelronde medaillons, waarbinnen manswapenschildjes. Binnen den rand op het midden een volledig alliantiewapen van 2 naar elkaar toehellende en elkaar met een der bovenhoeken rakende zeer schuin geplaatste manswapenschilden onder één omgewenden traliehelm, met helmteeken en helmkleeden, alles binnen een smallen versierden cirkelrand, die de rechter en linker randen van de zerk raakt. Het randschrift luidt als volgt: ‘Int Jaer 1558 de ◇ 18 ◇ dach July ◇ sterff cornelis ◇ vā meeckere Int jaer 1559 dē 7 dach may ◇ sterff Joffer geertruydt ◇ vā hekeren ◇ zy̅ ◇ huysf.’ De hoofdwapens zijn: Wapen van den man: ‘een schuinkruis, vergezeld van 4 droogscheerdersscharen met de punten naar beneden’. Wapen van de vrouw: ‘een kruis’. Helmteeken: een aanziend bekleed mansborstbeeld met lage muts op het hoofd, welke muts getopt is met 2 in bijna horizontale richting naar heraldisch rechts overbuigende ramshoorns naast elkaar, en dit borstbeeld rustende op een zeer lagen en breeden muur met 3 kanteelen langs den bovenrand. De 4 hoekwapens zijn: Heraldisch rechts boven: ‘een schuinkruis, vergezeld van 4 droogscheerdersscharen met de punten naar beneden’. Heraldisch rechts beneden: ‘een kruis’. Heraldisch links boven: ‘een kruis’. Heraldisch links beneden: ‘een lelie, vergezeld van 3 rozen’.Ga naar voetnoot50.
51. Zerk van groot formaat zonder nummer, in 2 stukken gebroken, met rand, waarop een randschrift in Gothische karakters, in de 4 hoeken eindigende in kleine Gothische vierpassen, waarvan elk der 4 punten aan de buitenzijde eindigt in een halve lelie, binnen welke vierpassen kleine manswapenschilden. Binnen den rand op het midden een groote Gothische driepas, waarbinnen een volledig manswapen met traliehelm, helmteeken en helmkleeden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 211]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het randschrift luidt als volgt: ‘Hier leit begraven die ◇ Eerbare en̄ vrom. balthasar ◇ vā ◇ weese en̄ sterff Int jaer ons Heerē 15C en̄ 29 optē derdē dach September God heb die zeil Amē’. Het hoofdwapen is: ‘een dwarsbalk’. Helmteeken: een zittende hond. De 4 hoekwapens zijn: Heraldisch rechts boven:... zeer gebroken, nog slechts een gedeelte van een dwarsbalk te onderscheiden. Heraldisch rechts beneden: ‘een dwarsbalk, beladen met 2 omgewende ramskoppen’. Heraldisch links boven: ‘gevierendeeld, I en IV 3 muurankers (zoogenaamde zuilen); II en III een leeuw met dubbelen staart’. Heraldisch links beneden: ‘3 rozen en een effen schildhoofd’.
Opmerking: Uit de Ridderschap van Veluwe door d'Ablaing van Giessenburg blz. 74 blijkt, dat Bernt van Wees getrouwd was met Johanna van Delen, waarbij Bernt van Wees tot Hyn, c. 1500 levende, getrouwd met Johanna van Cuylenburg, dochter van Hendrik en Woutera Grauwert, en op blz. 92 wordt vermeld Balthasar van Wees, getrouwd met Margriet van Leefdael, omstreeks 1500 levende. 52. Zerk van groot en breed formaat in 11 stukken gebroken, terwijl een groot gedeelte heraldisch rechts boven mankeert als gevolg van het inslaan van een granaat, met rand, waarop een randschrift in Gothische karakters, in de 4 hoeken eindigende in Gothische vierpassen, waarbinnen de symbolen van de 4 Evangelisten, van welke vierpassen de bovenste heraldisch rechts ontbreekt. Binnen den rand geheel bedekt met een zeer groot volledig omgewend manswapen met gekroonden traliehelm met helmteeken en helmkleeden, die naar boven tot den bovenrand van de zerk en naar beneden tot den onderkant van het naar heraldisch links hellende schild reiken, terwijl onder het schild 2 door elkaar geslingerde en in groote kwasten eindigende koorden uithangen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 212]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het schild hangt aan een koord, dat door 2 aan den onderrand van den helm bevestigde ringen geschoren is. Het randschrift luidt als volgt: ‘..t ◇ Jaer os̅ hrn 15C ◇ en 18 ◇ de ◇ 19 dach ◇ April ◇ starf arnt ◇ vad lawick Int jae. 15C..... (niet ingevuld)...... joffer eelisabet.... (vrij zeker hack) sy ◇ hui....’ Het wapen is: ‘gedeeld, I een geënte dwarsbalk, vergezeld boven van 2 vijfpuntige sterren; II een klimmende ram met zeer vreemdsoortigen staart als onderstaande schets’. Helmteeken: een aanziend gestelde uitkomende beer met den kop naar links gewend, de dunne pooten schuin omhoog gericht en de hals beladen met den geënten dwarsbalk. Opmerking: De rechterhelft van het wapen is Van der Lawick, de linkerhelft is Hack. De zerk is later genummerd 41.Ga naar voetnoot52. 53. Zerk van zeer groot formaat zonder nummer, behoudens eenige niet doorloopende barsten op het beneden gedeelte volkomen gaaf en een bijzonder fraaie zerk, met rand, waarop een randschrift in Gothische karakters en in de 4 hoeken eindigende in groote cirkelronde medaillons met versierden rand, waarop manswapenschildjes. Binnen den rand geheel gebeeldhouwd, vertoonende een zeer groot alliantiewapen van 2 groote naar elkaar toehellende manswapenschilden, elk gedekt met een traliehelm met helmkleeden, die beneden de schilden uithangen, de rechter helm omgewend en met een wrong, de linker helm gekroond. Van af het midden van den bovenrand en naar beneden gericht een lange hangervormige versiering, waarvan het einde tot tusschen de 2 zeer groote helmteekens reikt, en waarvan het midden beladen is met een aanziend gesteld menschengezicht. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op het midden van den benedenrand rust een segmentvormige versiering, die tot de benedeneinden der helmkleeden reikt, en waarop een later aangebracht opschrift in Latijnsche karakters. Het randschrift luidt als volgt: ‘Int Jaer ◇ os̅ ◇ herē 15C56 ◇ dē ◇ 9 ◇ dach Septēbris ◇ sterf ◇ dē Eērtfestē ◇ en̄ ◇ vromē jan ◇ vā sallandt ..... (de benedenrand is onleesbaar)... Ao 1590 ◇ dē ◇ 15 ◇ febr ◇ sterf ◇ Joffer ◇ sibilla ◇ van ◇ stepraedt ◇ sin ◇ huisfr Ao 16’ (dit jaartal niet voleindigd). Het opschrift op de beneden segmentvormige versiering luidt als volgt: ‘Ao 159. den 3 Se....r joffer gertrvidt.....’. De 2 hoofdwapens zijn: Heraldisch rechts: ‘gedeeld, I een omgewende klimmende ram; II een adelaar’. Helmteeken: een omgewende uitkomende ram tusschen omgewende vlucht. Heraldisch links: ‘gedeeld, I een omgewende leeuw met dubbelen staart en gekroond met een antieke kroon met 5 punten op een met vierkante blokjes bezaaid veld; II een dwarsbalk.’ Helmteeken: dito leeuw uitkomend. De 4 hoekwapens zijn: Heraldisch rechts boven: ‘3 schelpen’. Heraldisch rechts beneden: ‘een kruis’. Heraldisch links boven: ‘3 leeuwen’. Heraldisch links beneden: ‘3 schaaktorens’.
Opmerking: Uit een stuk in de civiele processen van het Hof van Gelderland (jaar 1560 omslag 10*) blijkt, dat joffer Belie van Stepraet in 1557 weduwe was van Johan van Sallant, drost te Wageningen, en uit een stuk in het archief van het Hervormd Kerkbestuur van Nymegen blijkt, dat Bely van Stepraide, de vrouw van Johan van Sallant, drost te Wageningen in 1553, een dochter is van wijlen Agnes van Doernick, weduwe van Derick van Stepraide. Daar nu het wapen der familie Van Doernick (Van Doornick) een dwarsbalk is, zoo blijkt hieruit, dat voornoemde Sibilla van Stepraedt de wapens van haar vader en van haar moeder in een gedeeld schild vereenigd op de grafzerk heeft doen aanbrengen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aanleiding waarvan ik veronderstel, dat het heraldisch links beneden hoekwapen op deze zerk met de 3 schaaktorens het wapen zal zijn van deze Aliit van Bemmel, en dat haar man Henrick van Doirnick, de vader van Agnes van Doernick, moeder van Sibilla van Stepraedt, zal zijn. 54. Zerk zonder nummer van vrij groot en lang formaat met rand, waarop een randschrift in Latijnsche karakters, in de 4 hoeken eindigende in Gothische vierpassen, waarbinnen manswapenschildjes. Binnen den rand bijna geheel bedekt met 2 elkaar rakende manswapenschilden naast elkaar, die tevens de zijranden raken, met los boven elk schild een traliehelm met zijn helmteeken en helmkleeden, waarvan de rechter helm omgewend, terwijl de helmkleeden zich gedeeltelijk tusschen de helmen en de bovenranden van de schilden bevinden. Boven de helmteekens een aan den bovenrand naar beneden hangende guirlande en beneden de wapens geheel rechts en geheel links een aanziend gestelde en met het hoofd naar binnen gewende naakte jongen met den buitensten arm omhoog gestrekt, en de hand daarvan tegen den opschriftrand van de zerk en met de binnenste hand rustende op een bovenhoek van den versierden rand van een tusschen de jongens geplaatsten liggenden rechthoek. De jongens en rechthoek rustende op het benedengedeelte van den opschriftrand. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het randschrift luidt als volgt: ‘A. 1536 den ◇ 16 dag... (de geheele heraldisch linkerrand onleesbaar - afgesleten)... jckr. rick...... brckhorst en bateborgh soe to aeholt’. De 2 hoofdwapens zijn:
Heraldisch rechts: ‘een zeer smal schuinkruis’, vergezeld van voorwerpen, waarvan alleen nog het bovenste en het rechtsche onduidelijk als een droogscheerdersschaar met de punten naar beneden zijn vast te stellen. Helmteeken: 2 berenbenedenpooten met de klauwen naar boven en naar buiten gewend. Heraldisch links: geheel afgesleten. Helmteeken: een lelie tusschen 2 rechte stokken als omgekeerde keper gerangschikt. De 4 hoekwapens zijn: Heraldisch rechts boven: afgesleten. Heraldisch rechts beneden: afgesleten. Heraldisch links boven: ‘een leeuw’. Heraldisch links beneden: alleen nog te onderscheiden boven links ‘een muuranker’ (zoogenaamde zuil) en beneden links een voorwerp, dat mogelijk een leeuw is (vrij zeker is het een gevierendeeld wapen). Deze zerk is van zandsteen en zeer onduidelijk.
Opmerking: Volgens Van Spaen (zie Grafzerken, Steden I blz. 298) moet de voornaam Henrick geweest zijn en zouden de hoekwapens respectievelijk Van Gronsfelt, Van Wilick, Van Alpen en Van Culemborg zijn. Tevens zegt Van Spaen, dat de 2 hoofdwapens zijn: 1o. heraldisch rechts Van Bronckhorst en Batenburg gedeeld met Van Hochstede en heraldisch links Van Wichede gedeeld met Van Zulnhart. Het laatste (nl. het linker) is op de zerk in het geheel niet meer te onderscheiden, doch wat het rechter wapen betreft, kan ik met zekerheid constateeren, dat dit wapen niet gedeeld is. 55. De in 3 stukken gebroken zerk no. 233 van groot formaat. Geheel gebeeldhouwd, vertoonende in het midden een volledig manswapen met omgewenden traliehelm met helmteeken en helmkleeden. Rechts en links van dit wapen een dikke pilaar, waarvan de rechthoekige voeten tot den benedenrand van de zerk reiken, welke pilaren een hoog dekstuk met kegelvormigen top dragen, op welk dekstuk behalve een aanziend gestelde leeuwekop met ring in den bek 4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
opschriften boven elkaar, waarvan de 2 bovenste 2 regelig in Gothische karakters, de 2 onderste beide 1 regelig en in Latijnsche karakters. Tusschen de voeten van de pilaren een liggende rechthoek met versierden rand, waarop een 7 regelig opschrift in Gothische karakters. In elk der 2 hoeken rechts en links naast den top van het dekstuk een manswapenschild, dat den bovenrand van de zerk raakt, en een dito schild gelegd op het voetstuk van elk der 2 pilaren. De 4 opschriften op het dekstuk luiden van boven naar beneden: 1o. ‘... ende Dyckgreef. tot. Wageninghen’. Het beneden opschrift luidt als volgt: ‘Anno 1527 ◇ dē ◇ 29 ◇ Septembris sterf ◇ rolef ◇ de ◇ ruitter ◇ A o ◇ 39 ◇ den 10 ◇ marty ◇ sterf ◇ joffrou ◇ jan ◇ van ◇ renes ◇. A o ◇ 15... (niet ingevuld)... sterf he . r ◇ kaerl ◇ de ◇ ruitter ◇ A o 64 den ◇ 18 ◇ february ◇ sterf ◇ jan ◇ de ◇ ruitter ...... die zielē’. Het hoofdwapen is: ‘gedeeld, I 2 dwarsbalken; II een leeuw, vergezeld van 7 blokjes, waarvan 1 boven rechts, 1 boven links, 1 rechts naast den bovensten voorpoot, 1 tusschen rug en staart, 1 rechts naast de buik, 1 rechts naast den benedenpoot en 1 links naast den benedenpoot’. (De kop van den leeuw niet aanziend gesteld en het veld niet bezaaid met blokjes). Helmteeken: een omgewende ossekop met een met 2 schuinbalken beladen hals. De 4 hoekwapens zijn: Heraldisch rechts boven: ‘gedeeld, I 2 dwarsbalken; II een hoekige dwarsbalk’. Heraldisch rechts beneden: ‘gedeeld, I een schuinkruis, vergezeld van 4 droogscheerdersscharen met de punten naar beneden; II een dwarsbalk’. Heraldisch links boven: ‘gedeeld, I een omgewende leeuw met aanziend gestelden kop op een met blokjes bezaaid veld; II een leeuw’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heraldisch links beneden: ‘gedeeld, I 3 muurankers (zoogenaamde zuilen); II een dwarsbalk’.
Opmerking: Uit de Ridderschap van de Veluwe door d'Ablaing van Giessenburg blz. 84 blijkt, dat Jan de Ruyter Roelofszoon, in 1487 gerichtsman van Nederbetuwe, getrouwd was met... van Meeckeren, waarbij Roelof de Ruyter, overleden 29 Sept. 1529 en begraven in de kerk te Wageningen, getrouwd met Johanna van Renesse, gestorven 10 Maart 1539, eveneens begraven in de kerk te Wageningen, dochter van Johan van Renesse tot Wulven, maarschalk van het Overkwartier, en Margriet van Cuylenburg, welke vader Johan van Renesse de zoon was van Johan van Renesse, heer van Rijnouwen, ridder, en Rexe van Zuylen van Natewisch, en welke moeder Margriet van Cuylenburg de dochter was van Gerhard van Cuylenburg en Mabelia Taets van Amerongen; tevens wordt aldaar gezegd, dat Roelof de Ruyter en Johanna van Renesse vermoedelijk de ouders waren van Frederik de Ruyter, die een derde deel van het richterambt van Wageningen in pandschap had, in 1572 overleed en getrouwd was met Johanna van Lawick. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Index op de familienamen.
|
|