Bijdragen en mededeelingen. Gelre, Vereeniging tot Beoefening van Geldersche Geschiedenis, Oudheidkunde en Recht. Deel 44
(1941)– [tijdschrift] Bijdragen en mededeelingen. Gelre, Vereeniging tot Beoefening van Geldersche Geschiedenis, Oudheidkunde en Recht– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 192]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Grafzerken en memoriesteenen in de Nederl. Hervormde kerk te 's-Heerenberg
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 193]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
De grafzerken in de Noordelijke ruimte. Van deze 4 grafzerken liggen er 3 aanééngesloten naast elkaar op den grond vóór den preekstoel en 1 verticaal geplaatst tegen den Noordelijken kerkmuur aan de Oostzijde van den preekstoel. De 3 grafzerken op den grond in volgorde van West naar Oost zijn:
1. Zerk zonder nummer van gewoon formaat met rand, waarop niets meer te onderscheiden is, in de 4 hoeken eindigende in cirkelronde medaillons, waarbinnen manswapenschilden. Binnen den rand op de bovenhelft een volledig manswapen met omgewenden traliehelm, helmteeken en helmkleeden, waarboven een boog, die in het midden een versiering draagt, waarbinnen een zandlooper. Op de benedenhelft een rechthoek met versierden rand, in de bovenzijde waarvan een omgewend doodshoofd is verwerkt. Beneden dezen rechthoek een cherubijn. Van het opschrift op dezen rechthoek is niets meer te onderscheiden (afgesleten). Het hoofdwapen is: ‘gedeeld, I een groote aanziend gestelde leeuwekop; II 7 ruiten in 2 horizontale rijen van respectievelijk 4 en 3 aanééngesloten naast elkaar gerangschikt, vergezeld van 2 sterren, waarvan 1 boven en 1 tusschen de beide rijen ruiten’. Helmteeken: een dito leeuwekop tusschen vlucht. De 4 hoekwapens zijn alle volledig afgeloopen.
Opmerking: Deze grafzerk is volkomen hetzelfde bewerkt als de hierna onder no. 5 beschreven zerk, waarop eveneens volkomen hetzelfde wapen als het hier beschrevene voorkomt. Zooals nu bij no. 5 blijken zal dekte die zerk het graf van de in 1625 overledene Johanna van Elents, weduwe van Jan van der Borch. Daar nu een omgewende helm op gedeeld wapen voorkomende op grafzerken zoo goed als zeker altijd een aanwijzing is, dat het gedeelde wapen in casu de combinatie is van de wapens van man en vrouw, zoo mogen wij besluiten, dat de rechterhelft van dit wapen, dus de leeuwekop, het wapen is van Jan van der Borch en de linkerhelft, dus de vergezelde ruiten, het wapen van Johanna van Elents, welke gevolgtrekking bevestigd wordt door het feit, dat het zegel van Frans van der Borch, in 1534 leenman van Boxmeer, hangende aan een charter (regest 2330) in het archief van het Huis Bergh, precies denzelfden aanziend gestelden leeuwekop als op deze beide grafzerken vertoont, welke leeuwekop van bijzondere gedaante is en sterk doet denken aan den leeuwekop in het wapen der eveneens in deze streken gevestigd geweest zijnde familie Opt Loit. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 194]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
besluiten, dat onder deze grafzerk no. 1 begraven zal zijn de voornoemde Jan van der Borch. 2. Zerk zonder nummer van groot formaat en zeer lichte kleur. In het midden een volledig manswapen, met omgewenden traliehelm met helmteeken en helmkleeden, op een lange verticale inzinking met gebogen en ingeschulpte boven- en benedenranden. Daarboven een 5 regelig opschrift van groote Latijnsche karakters. Beneden het wapen een dito opschrift van 4 regels. Het bovenste opschrift luidt als volgt: ‘Joffer ◇ agnes ◇ van der ◇ hatert was ◇ si ◇ wal ◇ er ◇ genamt ◇ vā ◇ ehre und ◇ van ◇ dugden ◇ was ◇ si ◇ wal ◇ rick ◇ befamt ◇ haer ◇ sterflick ◇ liif ◇ rustet ◇ al ◇ hier ◇ in ◇ dese ◇ graf’. Het benedenste opschrift luidt als volgt: ‘Haer ◇ edel ◇ siel ◇ ver ◇ wachtet ◇ des ◇ heren ◇ jongste ◇ dach ◇ si ◇ is ◇ gestorven ◇ anno Dni 1578’. Het wapen is: ‘gedeeld, I 3 dwarsbalken; II 3 achtpuntige sterren, dicht bij den boven- en bij den benedenschildrand geplaatst’. Helmteeken: 2 beneden-leeuwepooten met de aanziend gestelde klauwen naar boven, elk beladen met 3 dwarsbalken.
Opmerking: Volgens Inv. nos. 416-418 van het archief van het Huis Bergh was deze Agnes van der Hatert sedert 1566 secretaresse van gravin Maria van den Bergh. 3. Zerk zonder nummer van gewoon formaat, die bijna geheel afgesleten is. Nog slechts is te onderscheiden op de bovenhelft een zeer onduidelijk manswapenschild, waarvan het wapen niet te onderscheiden is, en daaronder een opschrift, waarvan nog slechts de woorden ‘der’, ‘dezer’ en ‘November’ te onderscheiden zijn.
4. Oud-Gothisch bewerkte zerk van lang formaat, verticaal geplaatst tegen den Noordelijken muur van de kerk aan de Oostzijde van den preekstoel. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 195]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geheel gebeeldhouwd, vertoonende in het midden een hostiekelk binnen een Gothische vierpas, die geplaatst is binnen een cirkelrand, waarop de woorden ‘.vod Redemptor. me. vivit....’. Boven, heraldisch links en beneden dezen cirkelrand is de zerk geheel bedekt met een in vele bochten geslingerd breed lint, waarop een opschrift in Gothische karakters, en op een vouw van het benedengedeelte van het lint een klein manswapenschildje. Het opschrift luidt als volgt: ‘Int jaer ons heren 1500 end 15 op Sunte Katherinen avont starf her johā... (ten gevolge van beschadiging niets meer van den familienaam te zien)... idt Got voir sine ziele’. Het wapen is: ‘5 koeken, 2-1-2 gerangschikt’.
Opmerking: Dit wapen is naar mijn meening dat der oude Berghsche familie Van Groenen.Ga naar voetnoot4. De grafzerken in het deurportaal.
Van deze 4 grafzerken ligt er één op den grond aan de Oostzijde van de deur, de 3 overige zijn verticaal geplaatst tegen den Zuidmuur van de kerk, en wel 1 aan de Westzijde en 2 naast elkaar aan de Oostzijde.
De op den grond liggende zerk.
5. Zerk zonder nummer van gewoon formaat, volkomen hetzelfde bewerkt als de sub 1 beschrevene. De 4 hoekwapens zijn volledig afgesleten, het hoofdwapen en het opschrift zijn nog duidelijk te onderscheiden. Het wapen is precies hetzelfde als bij no. 1 beschreven, terwijl het opschrift als volgt luidt: ‘Ao 1625 den 24 Septemb. is im heren gerust johanna v elents wedwe s. jan vā der borch Got gef oer ein frol. upst’. Opmerking: De rechterhelft van het wapen (de leeuwekop) is het wapen van haar man, de linkerhelft (de 7 vergezelde ruiten) is het wapen van haar zelf. De staande zerk aan de Westzijde van de deur. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 196]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. Zerk zonder nummer van gewoon formaat met rand, waarop een randschrift in Latijnsche karakters. Binnen den rand in het midden een manswapenschild. Boven dit schild een 3 regelig opschrift in Latijnsche karakters, en tusschen dit opschrift en het schild de later aangebrachte letters E.V.M. naast elkaar. Het randschrift luidt als volgt: ‘Ao XVLXX 18 ◇ den ◇ X ◇ dach Novemb. starf ◇ hildegond jacobs ◇ va ◇ amersfort everhardtz ◇ va9 merfelt Medici ◇ dochter ◇ hier ◇ begra..’. Het bovenste opschrift luidt als volgt: ‘Expecto ◇ resurrectionem. Mortuorum’. Het wapen is: ‘gedeeld, I 2 voorwerpen als schets naast elkaar; II een smalle keper, vergezeld van 3 lelies, en de top van den keper over een horizontaal geplaatsten golvenden visch heengaande’.
Opmerking: Van deze zerk is het randschrift voor mij een raadsel wat betreft den naam en het jaartal. Bloys van Treslong Prins in de Wapenheraut 1917 blz. 444, die deze grafzerk absoluut foutief beschrijft, maakt van het jaartal kalmweg XVICXXIX dus 1629, doch fantaseert de letter c daarbij, die er niet op voorkomt, en schrijft XXIX in plaats van XX18. Bovendien zegt hij, dat op deze zerk nog een tweede wapen voorkomt, dat volgens hem hetzelfde zou zijn als het op de zerken door mij sub 1 en 5 beschreven, hetgeen eveneens onjuist is. Everard van Merveld werd in 1576 benoemd tot lijfarts van den Graaf van den Bergh (Archief Huis Bergh, reg. 3322). De 2 staande zerken aan de Oostzijde van de deur. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 197]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. Zerk zonder nummer van groot formaat met rand, waarop een randschrift in Latijnsche karakters, dat heraldisch-rechts beneden begint, in de 4 hoeken eindigende in Gothische vierpassen, waarbinnen manswapenschilden, waarvan de wapens volkomen afgesleten zijn. Binnen den rand op de bovenhelft een volledig manswapen met omgewenden gekroonden traliehelm met helmteeken en helmkleeden, binnen een ovalen rand. Beneden dit wapen een 7 regelig opschrift in Latijnsche karakters. Het randschrift luidt als volgt: ‘Hier ◇ liggen ◇ begraven ◇ johan ◇ maschop ◇ der ◇ rechten. Licentiaet ◇ un ◇ burgemeister ◇ inder ◇ tit ◇ der. stat ◇ Embrich’. Het opschrift luidt als volgt: ‘ind ◇ anthonio ◇ van ◇ bedber ◇ sin ◇ huisfrouw ◇ beide ◇ inden ◇ heren ◇ verstorven ◇ inden ◇ jare ◇ 1608’. Het wapen is: ‘gedeeld, I 3 lindeblaren; II een leeuw’. Helmteeken: een lindeblad tusschen 2 hertehoorns.
Opmerking: De rechterhelft van dit wapen is dat van de familie Maschop. 8. Zerk zonder nummer in 5 stukken gebroken van groot formaat van lichtgrijze kleur met rand, waarop een randschrift in Latijnsche karakters, in de 4 hoeken eindigende in Gothische vierpassen, waarbinnen manswapenschilden. Binnen den rand geheel bedekt door een zeer groot volledig alliantiewapen met één omgewenden gekroonden traliehelm met helmteeken en helmkleeden binnen een opengewerkten nisvormigen rand, en daaronder een 3 regelig opschrift, waarvan nog slechts enkele letters te onderscheiden zijn. Het randschrift luidt als volgt: ‘Anno ◇ D ◇ 1558... va (vermoedelijk Januari) ◇ starf ◇ rutger ◇ van ◇ arnhem ◇ Anno ◇ D ◇ 1.85 (vermoedelijk 1585) ◇ d.. 10 Marti starf ◇ clara ◇ van groenen’. Het alliantiewapen is: Wapen van den man: ‘een omgewende adelaar’. Wapen van de vrouw: ‘5 koeken, 2-1-2 gerangschikt’. Helmteeken: een omgewende adelaar. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 198]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
De 4 hoekwapens zijn: Heraldisch rechts boven: ‘een omgewende adelaar’. Heraldisch rechts beneden: ‘5 koeken, 2-1-2 gerangschikt’. Heraldisch links boven: ‘een omgewende adelaar’. Heraldisch links beneden: ‘5 koeken, 2-1-2 gerangschikt’.Ga naar voetnoot8. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
B.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 199]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het wapen is: ‘een aanziend gestelde hertekop, vergezeld van een ster tusschen de hoorns, rustende op den kop’. Helmteeken: dito kop met ster tusschen vlucht.
De grafzerk tegen den Zuidelijken buitenmuur.
11. Zerk zonder nummer van groot formaat en donkere kleur. Op de bovenhelft op een groote ovale inzinking een volledig manswapen met aanziend gestelden traliehelm met helmteeken en helmkleeden. Onder deze inzinking een smalle liggend-rechthoekige inzinking met naar buiten gebogen zijranden, waarop een 2 regelig opschrift in Latijnsche karakters. Onder deze inzinking een 4 regelig opschrift in Latijnsche karakters. Het bovenste opschrift luidt als volgt: ‘Ao 1622 die decimo jvny obyt heinricvs a groenen’. Het benedenste opschrift luidt als volgt: ‘Terra mihi exilivm. mors port 9. patria caelum (p)ortvm habeo Salve patria terra (v)ale’. hetgeen vertaald luidt als volgt:
‘De aarde is mij een ballingsoord, de dood een haven, de hemel mijn vaderland. De haven heb ik bereikt, welkom vaderland, vaarwel aarde’.
Het wapen is: ‘gedeeld, I 5 koeken, 1-2-1 gerangschikt; II een adelaar’. Helmteeken: een koek tusschen 2 ossenhoorns, waarvan de boveneinden horizontaal naar buiten zijn omgebogen. De rechterhelft van dit wapen is Van Groenen; ik veronderstel, dat de linkerhelft Van Arnhem zal zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
C.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 200]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het wapen is: ‘gedeeld, I een uitgeschulpte linkerschuinbalk en een schildzoom; II 3 voorwerpen, 2-1 gerangschikt’, die weggehakt zijn, doch die mogelijk geweest kunnen zijn boven rechts een muuranker (zoogenaamde zuil), boven links en beneden een vijfbladige bloem.
Opmerking: De mogelijkheid bestaat, dat het opschrift geluid heeft: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
D.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 201]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heraldisch links: ‘een schuinkruis (beladen met een ster?), vergezeld van 4 sterren’. Helmteeken: een aanziend gestelde ossekop, waarvan de boveneinden der hoorns horizontaal naar buiten zijn omgebogen, vergezeld van een tusschen de hoorns geplaatste ster (Vermoedelijk is de kop nog gekroond met een kroon, om de benedeneinden van de hoorns heengaande).
Opmerking: Het rechtsche wapen komt overeen met het wapen van de familie Mockinck, het linksche met dat van de familie Venhoeven; daar nu uit het heerlijkheidsarchief Ter Horst in het Rijksarchief te Arnhem blijkt, dat doctor Rijckwijn Nicolaes Mockink, in 1661 gerichtsman van het graafschap Bergh, getrouwd was met Sibilla van Venhoven, welke Sibilla als diens weduwe hertrouwde met Mr. Everhard Haefacker, burgemeester van Calcar, als wier weduwe zij 27 Februari 1694 te Doesburg compareerde, is het wel niet twijfelachtig, dat deze grafzerk betrekking heeft op het echtpaar R.N. Mockink - S. van Venhoven, en dat zij dateeren moet uit de 2de helft van de 17de eeuw tusschen de jaren 1661 en 1694. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
E.Thans volgen de beschrijvingen van de 3 oude memoriesteenen binnen de kerk. Van deze drie steenen is die van den heer De Stuers gemetseld in den Westelijken muur van de kerk, de 2 andere in den Oostelijken muur.
I. Een liggend-rechthoekige hardsteenen memoriesteen, bedekt met een 10 regelig opschrift, getopt met een kleineren rechthoek, geheel bedekt met een volledig manswapen met aanziend gestelden gekroonden traliehelm met helmteeken en helmkleeden. Het opschrift luidt als volgt: ‘Hier rusten pierre jean joseph bernard ridder de stuers Raad Fiscaal Momboir en Wapenheraut van den Souvereinen Raad van Oostenrijksch Gelderland geboren te Turnhout 9 April 1744 overleden te 's Heerenberg 15 Augustus 1811 en zijne dochter Jonkvrouw antoinette marie caroline de stuers geboren te Roermond 4 Juni 1794 overleden te 's Heerenberg 1 April 1809’. Het wapen is: ‘in zilver 3 roode schuinbalken dicht bij elkaar | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 202]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
geplaatst, vergezeld van 2 roode rozen, waarvan één rechts beneden en één links boven’. Helmteeken: een windhondekop met geringden halsband tusschen een vlucht. Schildhouders: 2 dito gehalsbande windhonden, die elk met de voorpooten een piek vasthouden, waaraan een banier met franjerand, welke banieren beide beladen zijn met een dubbelen adelaar.
II. Een liggend-rechthoekige memoriesteen, bedekt met een 10 regelig opschrift in Latijnsche karakters binnen een rand, versierd met bladmotief. Het opschrift luidt als volgt: ‘Die • gaven • mildelick • an • d • arme • Christi • leden • zin • hier • ter • zegening • haer • namen • vit • gesnede • henrick • rhode • obiit • d • 22 febrvari • 1679 • en • legaterde • an • d • armen • alhier • vifhondert • gvlden • jost • rhode • obiit • d • 15 • maii • 1687 • en • gaf • an • d • armen • alhier • een • testament • van • sevenhondert • gvlden’. III. Een vierkante memoriesteen, bedekt met een 9 regelig opschrift binnen een vierkanten versierden rand, op het boven- en benedengedeelte waarvan een cherubijn en op het rechter- en linkergedeelte waarvan een aanziend gesteld manshoofd met snor en baard. Het opschrift luidt als volgt: ‘Ao • 1612 • op • den • 17 • jvlij • olden • stijell • hebben • die • kerck • mijsters • ghijesbert • woelltters • vnd • herman • van w: esthaven • den • irsten • steen gelecht • tot • weder • opbovwongh • deser • kerchgen’. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 203]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Index op de familienamen.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
De grafzerken in de st. Gangulphuskerk te Huissen.De grafzerken, zich bevindende in de (R.K.) St. Gangulphuskerk te Huissen, zijn bij de algeheele restauratie dezer kerk (beeindigd 1933) onder den nieuwen tegelvloer geplaatst, en dus niet meer te bezichtigen. Hier moge dus verwezen worden naar de beschrijving door Mr. Bloys van Treslong Prins in den Wapenheraut XXI (1917), blz. 456 en 457. |
|