Bijdragen en mededeelingen. Gelre, Vereeniging tot Beoefening van Geldersche Geschiedenis, Oudheidkunde en Recht. Deel 44
(1941)– [tijdschrift] Bijdragen en mededeelingen. Gelre, Vereeniging tot Beoefening van Geldersche Geschiedenis, Oudheidkunde en Recht– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 173]
| |
Branden te Doesburg.In tegenstelling met verschillende andere steden schijnt Doesburg in de Middeleeuwen weinig van brand te lijden te hebben gehad en in ieder geval is het stadhuis aan eene dergelijke ramp ontkomen, zoodat het stedelijk archief ook voor den ouderen tijd tot de rijkste der Geldersche stadsarchieven kan worden gerekend. Aangaande eenige branden uit de jaren 1672-1683 bevinden zich aanteekeningen, in oorsprong afkomstig van Johannes Hoppers, klerk van den stadssecretaris en burgemeester Adam Huygen, in een exemplaar van de door den laatsten geschreven en in 1753 door Vonck uitgegeven Beschryving der stad Doesburg. Dit boek is thans in het bezit van den heer N. de Wolf, architect te Doesburg, die de aanteekeningen welwillend voor publicatie ter beschikking stelde. De straatnamen zijn ook thans nog in gebruik. De brand van den 1en November 1672 is vermoedelijk dezelfde als die, welke is vermeld bij L. van den Bosch, Tooneel des oorlogs, III, blz. 64. Deze deelt mede, dat de stad door het baldadig stoken der Fransche troepen wel half afbrandde. Met den Furst van Nassau is bedoeld Willem Maurits, vorst van Nassau Siegen, heer van Half-Wisch, overleden in 1691. Het Hof van Wisch te Doesburg behoorde oorspronkelijk aan Catharina van Voerst en van Ghemen, weduwe van Johan van Polanen, heer van Voerst, Asperen en Keppel, die omstreeks 1493 overleed, en wier grafzerk nog op het landgoed Mariendaal bij Arnhem gevonden wordtGa naar voetnoot1). Zij kocht in 1440 een aantal leengoederen en bestemde haar huis te Doesburg daarvoor als leenhof. Deze eenen zijn door vererving aan de heeren van Half-Wisch gekomen. Een leenregistertje, dat door Catharina is aangelegd, bevindt zich in het archief der heeren van WischGa naar voetnoot2). Blijkens een aanteekening in dit registertje was het door haar bewoonde ‘Hoff bynnen Doesborch’ ‘op den Berge ghelegen tusschen erve ende guyt der preyster in der Frater huys an de eyne zyde end her Dyrck Grueters huysinge | |
[pagina 174]
| |
an de ander zyde’. Eene latere hand schreef in dit boekje, dat het huis toen het Wissche Hof werd genoemd. Het Fraterhuis en het door Dirk Gruter tot Arme Klerkenhuis bestemde huis waren aan de Bergstraat gelegen, d.w.z. in het Oostelijk deel van de stad. De brand van 1683, die in de Windmolenstraat begon en oversloeg naar de Koepoortstraat, woedde dus aan de Westelijke zijde, op een afstand van 300 à 400 M. hemelsbreed er van verwijderd.
Anno 1672 in de Fransche tyden op den 24. Octob. sijn de eerste maal in de Ooypoort-straat verbrand drie huyzen, dicht aan de Ooypoort na de Wal of Watermoole opgaende, 's avonds omtrent 10 uuren. 1672 den 1. Novbr. omtrent 6 uuren 's avonds is in de Sandbergstraat (zo gezegd wierd) door de Yeren brand gestigt, eerst begonnen in 't huys van Herm. van Daelhof, kleermaker, begon met zulken verschriklyken, vehementen en afgryselyken brand, welke doorgedreeven wierd door een harde stormwind, zodat het scheen na menschenoordeel, dat de geheele stad afgebrand zoude hebben; overslaande door den drift des winds uit de Sandberg-straat tot in en over aan beide zyden van de Ooypoort-straat, welken brand scheen onblusselijk te zijn; dog God Almagtig heeft belieft zulks te voorzien, ende verleende stilte van wind, omtrent tusschen 2 en 3 uuren 's nachts, als wanneer zy door den yver der burgeren is uitgebluscht. Daar zijn doenmaals omtrent honderdvijfentwintig wooningen zo klein als groot (als gezeid en opgeteld zijn) in de assche gelegd. 1676 den 6. Nov. 's morgens tusschen 5 en 6 uuren ontstond wederom een brand in de schuur agter het huys van Gerrit van Varseveld, is diezelve door den brand verteerd. Anna 1683 Zaturdag den 10. Martii omtrent 2 uuren na den middag is wederom een subite en felle brand ontstaan in de Windemoolenstraat, welke straat is afgebrand tot aan een hoek-huys, aan Elias van Boxel toebehoorende, 't welk is blyven staan zonder schade geleeden te hebben; maar daarna den brand overslaande tot in de Koeypoort-straat, zijn er in die brand verteerd eenendertig huyzen of wooningen, zo klein als groot, waaronder 3 schuuren waren. Maar 't welk te verwonderen is, dat een stuk spek, overgevlogen zijnde een ver stuk wegs uit den brand tot op het Hof van Wisch, toebehoorende aan den Furst van Nassau, heer van de Bannery van Wisch, ditzelve ook is afgebrand. A.J.v.d.V. |
|