Stichting tot bescherming van praehistorische cultuurmonumenten in Gelderland.
Tiende jaarverslag, 1940.
In sterker mate dan in 1939 werden de werkzaamheden geremd door de tijdsomstandigheden.
Op verzoek van den heer F.J. Mijnlieff werd een bezoek gebracht aan een terrein onder Echteld, waar bij grondwerk oudheden te voorschijn waren gekomen. Het bleek, dat een Frankisch grafveld aanwezig was. Door de goede zorgen van den heer Mijnlieff kwamen de vondsten in de Tielsche Oudheidkamer.
In Lunteren werd door het Rijksmuseum van Oudheden het onderzoek naar praehistorische resten voortgezet. De spoedig na het uitbreken van den oorlog afgekondigde verordening betreffende het oudheidkundig bodemonderzoek, zal in vele opzichten gunstig kunnen werken.
Dr. J.H. Holwerda trad uit het Bestuur der Stichting. Diens plaats als regeeringsvertegenwoordiger wordt ingenomen door Prof. Dr. J.N. Krom te Leiden. Prof. Krom gaf blijk van daadwerkelijke belangstelling in het werk onzer Stichting.
Met den voorzitter van de Rijks Commissie voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, Prof. Dr. J.N. Krom werd te Arnhem een bespreking gehouden.
Aan de inventarisatie kon ook dit jaar nog eenige aandacht worden besteed.
De verzameling Bezaan is verkocht aan het Rijksmuseum voor Oudheden te Leiden.
Door den oorlog werd aan de Oudheidkamer te Wageningen schade toegebracht. Na het staken der gevechtshandelingen werden de praehistorica in veiligheid gebracht. Slechts één bronstijdurn ging verloren. Thans zijn de praehistorische voorwerpen ondergebracht in vitrines, en tentoongesteld in het Hotel ‘de Wageningsche Berg’. Het is te betreuren, dat in deze tijden het Landbouwmuseum de Oudheidkamer niet langer in haar gebouw wenschte te houden. Voor de praehistorica kon gelukkig voorloopig een goede plaats gevonden worden.
Nog steeds mochten wij geen geschriften ontvangen over de opgravingen te Ermelo en te Beekbergen, zoodat de publicaties daaromtrent nog uitgesteld moeten worden.
Arnhem, 27 Maart 1941.
De Voorzitter:
J.P. VAN LONKHUYZEN.
De Secretaris:
W.A.J. OOSTING.