Tabak te Moorslede in 1756
Op 3 september 1756 vaardigden baljuw en schepenen van de kasselrij Ieper een ordre uit waarbij de gemeentebesturen verplicht werden een telling te organiseren van de tabaksplanters in hun gemeente, het aantal planten die er stonden en de opbrengst aan tabak in ponden. De resultaten van deze merkwaardige telling verschenen in Stamboompje, het V.V.F.-krantje van Zuid- en Midden-West-Vlaanderen (jg. 2002, nr. 2, blz. 13-22).
Er blijkt dat er in Moorslede niet minder van 379 tabakstelers waren, waaronder enkele grotere planters (met hoogstens 5000 tabaksplanten). Men zou gaan denken dat de ganse gemeente ijverig tabak aanplantte! Het aantal uitstaande planten bedroeg 133.525 en de opbrengst was 12.479 pond tabak. Dit is een gemiddelde van meer dan 350 planten en een opbrengst van 33 pond per teler. Voorwaar een ruim verspreide en zeer populaire teelt.
Moorsledes tabaksareaal sluit ongetwijfeld aan bij de tabaksstreek van Wervik, alhoewel Moorslede een paar gemeenten veraf verwijderd is van Wervik. Tabak in Wervik en omgeving was dus een eersterangsteelt in de landbouw uit de streek geworden. En dan gaan we nog stilzwijgend voorbij aan de (wellicht vele) tabaksplanten, die gekweekt werden ‘in den duik’ en, om accijnsrechten te ontgaan, verdoken geplant en verhandeld werden.
L.V.A.