Biekorf. Jaargang 102

[p. 240]

Tsalve ghesonghen hebben scilderije, tappijtserije, harnassche Brugge 1517-27

Midden de malheuren van haastige ziekte en wegtrekkende kooplieden, naar Antwerpen meest, poogt Brugge de behaaglijke jaren onder Bourgondië te laten herleven. Althans zo ziet het er naar uit als men de stadsrekeningen naleest. Het is ook in 1517 dat de stad Vives opdracht gaf zijn werk over de hulp aan de armen te schrijven.

Ooorghelare ende blazere, tsinte donaes krijgen, naast de zanghers sinds 1483 20 pond gr. van alle avende (na completen) tsalve ghesonghen thebbene, inne begrepen tluden ende tluminaris, duidelijk het licht bij de madonna, zuid aan het doxaal, 1521-1522, fol. 123.

De helig Gheesters krijgen via proost Anthuenis Robijn 2£ voor hun conijncxfeeste; Willem Pels, hofmeester van de Witte Beersocieteit, zgn. opgeheven in 1488, krijgt op dertienavond 1517: 8 sc. 6 den. over tsnijden vander coucke ter looge (fol. 117v); den gheselscepe vanden clercken, die de Madonna aan het Brugse stadhuis als schutsvrouwe vereerden, krijgt in 1522-23 20£ gr. (fol. 114) ter hulpe vanden oosten die sij allen jaren doen upden verlooren maendach, de maandag na 6 januari.

Heel speciaal Heilig Bloeddag, 3 mei, blijkt op renovatie te kunnen rekenen⁽¹⁾. Den gheselscepe van Sinte Michiel (de schermers) krijgt in 1517 (fol. 126v) niet alleen een subsidie van 2£ doch de spelen van retoricque worden dit jaar duidelijk omheen de H. Bloedverering geschikt. Jan vanden Dale, prenter wordt 16 sc. betaald over de prent bij hem ghemaect van de quaerte van de spelen, in vlaemsche (van Jan de Scheerere) ende in waelsche (van Pieter de Mil). Als verlichter, die instaat voor tverchieren ende verscilderen vande vier ghescreven quaerten staat Adriaen (De Raet, Metteneye?) opgetekend. De spelen en persoonnaigen inbegrepen de scilderije tmaeken vande wielen ende anders kostten 37£ 8 sc. 4 d. (fol. 126v).

De jugen die up een staege met tappijtserije versierd (gheoorboort) jugeerden kunnen altijts snoens op stadskosten (7£ 15sc.) inden blenden ezele (cabaret zuid van de Donaaskerk) verzaemen, zich terugtrekken, omme dat zij alleene wesen zouden, omme alle de

(1) Zie hierover ook D. COIGNEAU, Muziek bij de Rederijkers, in L.P. GRIJP (red.), Muziekgeschiedenis der Nederlanden, Pelckmans-Meertensinstituut, 2001, blz. 116-121. Hij laat de intrede der rederijkersgezelschappen gebeuren op 1 mei, en het geheel 10 dagen.

[p. 241]

materije vanden spelen te bet te oordelen ende arguweren, ende omme daer inne elx recht te bewarne (fol. 137). Duidelijk geen Leijsfeeste?

Het jaar daarop krijgt Jacop De Dene opdracht om voorwaerde (lastenboek) vande 4 harnassche (van de vier Amijskinderen) te maken; fustaine, wambaise en nieuwe scoens worden geleverd door Michel De Dene (fol. 128, 135).

In 1522 (fol. 124) krijgt scilder Franssoijs de Wintre 15£ 10 sc. dat ter causen van dat hij ghespeilt ende uutghevrocht hebbe tspil vanden weerden helighen bloede, ghedaen upde processie laetsleden. Hij blijkt dit hier het zesde van negen jaar na mekaar te hebben gedaan, dus vanaf 1517.

Jan van Troostenberch tenslotte die hetzelfde jaar 4£ gr. krijgt over zijn moijete ende aerbeijt bij hem alle daghe ghedaen int stellen ende houden slaende torlooge upde oude halle (fol. 124) had in 1527 opdracht gekregen eenen nijewen oorloge, staende up de halle te leveren. In 1529 krijgt hij daarvoor, boven de 166£ 13 sc. 4 d. die reeds waren afbetaald, nog eens 66£ gr. (fol. 100v).

Zo wist Brugge exact hoe laat het was, zonder dagelijkse inspectie.

A. Dewitte