Overheid en geneeskunde
De auteur van dit werk is een erkende specialist van de instellingen in de Oostenrijkse Nederlanden. Zijn werk behandelt dan ook de geneeskunde vanuit deze optiek, want volksgezondheid en geneeskunde zijn altijd, nu eens minder en dan weer meer, voorwerp geweest van overheidszorg.
Vroeger waren de artsen universitair gediplomeerden, de chirurgijns en de apothekers daarentegen waren ambachtslieden. Zij kregen slechts een beperkte opleiding. In de 18de eeuw veranderde dat op een grondige wijze. Vanuit de steden en de regering groeide er een bewust interventionisme en ook de openbare hygiëne kreeg meer aandacht. Deze evolutie is evenwel niet vanzelf gebeurd en kostte ingrepen van wettelijke aard en een langere en traag op gang gekomen mentaliteitswijziging.
De uiteenzetting is helder, goed en logisch ingedeeld volgens materie en tijdvak en grondig gedocumenteerd, met de meest recente bibliografie. Archiefonderzoek kwam eveneens aan bod, maar vormt zeker de minderheid van de voetnoten. Het ontbreken van illustraties maakt de lezing van dit interessante en belangrijke werk echter wat droog en is voor leken eerder moeilijk. Maar al wie in de geschiedenis van de wetenschappen iets wil bijleren, heeft hier een goede leidraad en een veilige gids over de geschiedenis van de geneeskunde in onze gewesten.
A.B.
P. LENDERS, Overheid en geneeskunde in de Habsburgse Nederlanden en het prinsbisdom Luik, reeks Standen en Landen, nr. CIII (Heule, Uga), 001, 199 blz.