Biekorf. Jaargang 101
(2001)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 317]
| |
Wakken 29 juni 1806In 1806 richtten de Wakkense rederijkers de Catharinisten een redenstrijd in. Het verplichte onderwerp van deze dichterswedstrijd luidde: Den mensch, door Adam's val, gebragt in slaeverny;
Gerukt, door 's Heyland's dood, uyt Satan's heerschappy
Het dichtwerk diende 100 verzen te tellen en een geestelyk vraagstuk of raadsel, bestaand uit 20 verzen, werd eveneens voorgeschreven. Zes gouden eremetalen, een zilveren pen en nog andere prijzen werden gegund aan de winnaars. Alle mededingers kregen achteraf een luisterryk dansfeest aangeboden. Hoogstwaarschijnlijk waren de promotoren van deze rederijkerskamp de bekende Wakkense dichters Pieter Joos de BorchgraveGa naar voetnoot(1) en Augustijn Vanden PoelGa naar voetnoot(2). Niet minder dan 45 dichters verschenen op die dag in Wakken en streden er om de prijzen. Petronella Moens uit Nederland won de eerste prijs, maar omdat ze persoonlijk niet aanwezig was, werd de hoofdprijs toegekend aan Leo D'Hulster uit TieltGa naar voetnoot(3). Die dag, zondag 29 juni 1806Ga naar voetnoot(4), was voor Wakken en omliggende dorpen een feestelijke en memorabele dag. Nadien zelfs werden de bekroonde werken te Gent in druk uitgegevenGa naar voetnoot(5).
Uit Tielt waren er toen 30 rederijkers naar Wakken getrokken. En uit Roeselare werden er een groot aantal deelnemers en supporters verwacht. Niet minder dan 60 paarden, die de Roeselarenaars naar Wakken vervoerden, moesten in Wakken stalling krijgen. Wakkens hoogdag vond dus een ruime weerklank in de middens van de rederijkers uit de hele provincie en daarbuiten.
Men kan zich nu afvragen of de gewone man, de burger die geen literaire aspiraties koesterde, ook aan dit feest heeft deelgenomen. | |
[pagina 318]
| |
Wij zijn in het bezit van een brief, geschreven door een inwoner van Sint-Baafs-Vijve, in de buurt van Wakken, naar zijn broer in Ardooie, amper twee dagen vóór 29 juni. Hij deelde terloops over deze heuglijke gebeurtenis iets mee aan zijn broer. Op 29 juni, Sint-Pietersdag, verwachtte hij zijn broer op bezoek in Vijve en hij spreekt reeds over de drukke voorbereidselen in Wakken. Het merkwaardige is dat hij het heeft over de triomphe tot Wacken.
De bestemmeling van dit schrijven was Louis Biebuyck (Sint-Baafs-Vijve 1785-Ardooie 1843), die toen te Ardooie gemeentesecretaris was en er in 1813 notaris werd. De Ardooise Biebuyck was waarschijnlijk ook iemand die interesse had voor letteren en rederijkersbloed in zijn aders had. Bij zijn afsterven in 1843 immers dichtte de bekende rederijker David De Simpel een rouw-gedicht dat in druk werd uitgegevenGa naar voetnoot(6).
Ook onder de Biebuycks uit die streek kennen we in die jaren August Biebuyck (Gottem 1773-Sint-Eloois-Vijve 1849), een brandewijnstoker, die in zijn tijd een verdienstelijk rederijker was en met succes aan vele wedstrijden deelgenomen heeftGa naar voetnoot(7). Of hij dichte familie was van de Biebuycks die we hier aanhalen, is ons niet bekend, maar is goed mogelijk.
Verder staan er in de brief nog een paar nieuwsjes over de gezondheid van hun moeder. Alsook dat Minne, vader van de notaris te Ardooie, pas benoemd was tot vrederechter in Wakken. Het betreft hier Pierre François Minne, notaris te Ardooie, die afkomstig was van Wakken (Wakken 1773-Ardooie 1840). Pater Rumoldus was een minderbroeder uit het klooster van Tielt.
In alle geval is de haastige (en nogal slordige) brief van Biebuyck uit Sint-Baafs-Vijve een getuigenis uit eerste hand dat het feest in Wakken de hele streek beroerde en dat de rederijkers, zeker bij de geletterde burgerij, met grote interesse werden gevolgd.
L. Van Acker | |
[pagina 319]
| |
BijlageSte Baefs Vijfve 27 juny 1806 |
|