Twee gestolen bijenkorven uit 1607
Op 7 september 1607 werden er op de hoeve van Joos de Byzere, landtsman ende houtwercker, te Poperinge 's nachts twee bievaten (bijenkorven) gestolen. In de informatie preparatoire die daar op volgde werden enkele verklaringen afgelegd. In een van deze getuigenissen staat de beschrijving van de twee gestolen buucken (Stadsarchief Poperinge).
Ze luidt als volgt: den eenen waer inne de outste bien gheweest hadden, was ghemaeckt met werfven pelen ende was van fatsoene lanck ende smal met een plat cobbeken boven ende van binnen was hy met eenen langhen viercanten tap boven ront, deur welcken tap zoo men ghemeenlick doet het cruus ghesteken was; den anderen buuck was van fatsoene ende maecksel ghelyck men ghemeenlick de buucken maect maer was wat wijder dan den voorgaenden ende was van binnen van faetsoene als den voorgaenden.
De Byzere kon zijn twee gestolen bijenkorven onmiddellijk uit drie korven thuiswijzen wanneer ze voorgebracht werden; ze waren immers direct te herkennen an zekere merckelicke teeckenen, zoals hierboven beschreven.
Werfven: wilgen; pelen: bast, schors; buuck; bijenkorf
S. Riem, Komen