Biekorf. Jaargang 101
(2001)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 114]
| |
Een Fransman over de betekenis van het woord VlaanderenOp 6 november 1875 luisterde de ledenvergadering van de Société des Antiquaires de la Morinie te Sint-Omaars naar een lezing voorgebracht door de secretaris-generaal L. Deschamps de Pas over L'origine des Flamands. Het betrof hier een studie ingezonden door graaf A. de Beaulaincourt, membre correspondant, door hem ter publicatie aangeboden in het Bulletin van dit genootschap.
De Beaulaincourt betoogde in zijn opstel dat de volkeren die le thiois als taal gebruikten, niet dezelfde waren die Julius Caesar in zijn De Bello Gallico met de naam Belgae bedacht, maar dat de oudste Belgen eigenlijk van zuivere Germaanse origine waren. De auteur poogde verder te bewijzen hoe die volksstam zich reeds lange tijd vóór Caesar in onze streken had gevestigd. Hij steunde hiervoor uitsluitend op de etymologie van enkele 19de-eeuwse toponiemen rond Brugge. Het is zonder meer duidelijk dat dergelijke argumentatie, in een tijd toen de wetenschappelijke toponymie en/of taalkunde pas in haar kinderschoenen stond, weinig waarde bezat. Zonder dat hij het zelf besefte sloeg hij toch de nagel op de kop voor wat betreft de juiste localisatie van het oude graafschap in de streek van Brugge, maar dit was werkelijk het enige uit zijn betoog dat exact was en geloofwaardig overkwam.
Tot slot lanceerde hij de bewering dat het woord Vlaanderen afgeleid was van een oorspronkelijke oudste vorm, Viehlanderen, qu'il traduit par assemblage de pays de bestiaux, nom qui conviendrait bien au pays où l'élève du bétail a été, de tout temps, prospère. Hij ging dus terug tot een benaming, die blijkbaar nogal Germaans (Duits!) klonk, maar die nooit en door niemand gebruikt werd.
Deze uiteenzetting werd door het geleerde gezelschap uit Sint-Omaars écouté avec une grande attention. De heren bewonderden wel de spitse redenering van de Beaulaincourt, maar vonden de toponymische escapades, die voor zijn beweringen het enige bewijspunt vormden, toch maar dunnetjes. Daarom werd het opstel beleefd afgewezen en dus niet opgenomen in hun BulletinGa naar voetnoot(1).
In 1868 reeds had de Beaulaincourt de leden van de Société vergast op een gelijkaardige bijdrage waarin hij betoogde dat Attila, de koning van de Hunnen (+453) in Artesië verslagen werd door toedoen van de heilige Sidonius Apollinaris (+480/490). Ook hier steun- | |
[pagina 115]
| |
de hij op toponiemen uit de streek en op een zekere gelijkenis die hij meende te ontwaren in het landschap, zoals het beschreven stond in een Latijns dichtwerk uit die tijdGa naar voetnoot(2).
Graaf de Beaulaincourt woonde in Vaudricourt, een dorpje bij Béthune. Voor die streek had hij een grote voorliefde. In 1876 nam de Société des Antiquaires de la Morinie van hem nog een studie op over vondsten die hij gedaan had in zijn gemeente, maar weeral was zijn verslag doorspekt met allerlei onbewezen hypothesen en gewaagde veronderstellingenGa naar voetnoot(3). In 1879 zond hij een brief naar de Société om enkele foute voorstellingen aan te klagen over het oudste verleden van drie gemeenten, uit de buurt van Vaudricourt, zoals het verschenen was in de recente publicatie van het Dictionnaire historique et archéologique du Pas-de-Calais. In Sint-Omaars was men evenwel van mening dat het volstond zijn schrijven zonder enig commentaar over te nemen in het verslag van de vergaderingen van het geleerde genootschapGa naar voetnoot(4).
Graaf de Beaulaincourt was niet de eerste en ook niet de laatste met zijn uitleg over de naam Vlaanderen. Bij ons moest A. Chotin, die nochtans niet bang was zijn gewaagde etymologieën naar voor te schuiven, in 1876 (nagenoeg rond de tijd dat graaf de Beaulaincourt zijn fantasie over Vlaanderen voorbracht), nederig bekennen dat de betekenis van de naam Vlaanderen zo maar niet voor de hand lagGa naar voetnoot(5). Wij moesten wachten tot in 1903, toen de bekende taalgeleerde prof. J. Vercoullie voor het eerst, maar daarom nog niet op een definitieve en afdoende wijze, een taalwetenschappelijk verantwoorde etymologie van de woorden Vlaanderen en Vlaming publiceerdeGa naar voetnoot(6). In onze tijden zijn het vooral twee studies die algemeen aanvaard worden om het woord Vlaanderen uit te leggen; één uit Vlaanderen zelfGa naar voetnoot(7) en de andere uit Rijnland-WestfalenGa naar voetnoot(8). A.B. |
|