De taalrijkdom van ordonnancien
Vlieghen, gaugieren, bruloft hauden...
Het nr. 18/1158 van de Brugse Stadsbibliotheek: Ordonnancien, statuten, edicten en placcaten ghepubliceert in de landen van herwaerts-over byzonder in Vlaenderen..., Gent, Jan van den Steene, 1559, blijkt opnieuw één van de handboeken te zijn van het Brugse stadhuis: emptus in usum et impensis civitatis brugensis et requiescit in camera senatus, gekocht ten gebruike en op kosten van de stad, en berust in de schepenkamer.
De ordonnanties slaan op elk deel van het openbare leven. Zo in 1526 het plakkaat tegen Luther, blz. 107; begin blz. 145 (1546) lijsten van verboden boeken, 149-151 speciaal de Duutsche boucken met o.m. Een zuver Tractaetken ghenaemt Tijdcortijnghe der pelgrimagen des menschen levens, dat men Broeder Jan Glapion toe schrijft...: Le Passe-temps du Pélerin de vie humaine, 1522 (zie Biekorf 1979, blz. 367-368).
Uit 1544 dateren de 90 punten van reglement t.a.v. de Tapytserie te Lovain, Bruxelles, Anvers, Bruges, Audenarde, Allost, Enguien, Byns, Ast, Lille, Tournay et autres francs lieux. Hierbij was toevallig Gent vergeten dat een apart vonnis krijgt in 1553 (blz. 625-628) op vraag van Oudenaarde, dat zegt dat anders alle werkgezellen naar Gent zullen trekken. Boeiend in dit laatste is de bepaling