Biekorf. Jaargang 92
(1992)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 439]
| |
De kleijne gestigtigheijd der refectionalen van St.-Donaas - Brugge, 14 jan. 1790Na het wegvallen der Jezuïeten in 1773 en 1775 die te Brugge zowat alle middelbare scholen hadden opgeslorpt, op de Latijnse school der Augustijnen en de stedelijke Bogardenschool na, was de oprichting van het Theresiaans college in 1777 duidelijk een poging om een lacune op te vullenGa naar voetnoot(1).
Wellicht was het geringe succes van dit initiatief (†1780) er oorzaak van dat in de Sint-Donaaskerk opnieuw aandacht werd geschonken aan het eigen patrimoniumGa naar voetnoot(2). Eén onderdeel ervan was de fundatie voor 13 refectionalen, van 1570 tot 1693 geïncorporeerd in het Brugse Seminarie en daarna wellicht pas met het testament van bisschop de Castillion, in 1753, opnieuw op gang gebracht. In 1786 werd deze fundatie via toevoeging van de inkomsten van 4 kapelanieën opnieuw leefbaar gemaakt. De kanunniken moeiden zich zelfs met de examens in 1789. Hierbij bleek (voor het eerst?) hoe weijnig de selve refectionalen... in de wetenschap van elke respective schole (van de figuren tot de rhetorica) onderrigt sijn. Hetzelfde bleek ook te gelden voor hun kennis in de christelijke leeringe ofte cathechismus en voor hun manieren in koor en kerkGa naar voetnoot(3).
Er wordt beslist op 14 jan. 1790 een nieuw reglement op te stellen ten gerieve van de scholaster (algemeen directeur) en de rector scholarum (die effectief en op elk niveau de lessen geeft); over de phonascus of magister cantus die instaat voor het aanleren van de gregoriaanse cantus, wordt niet gesprokenGa naar voetnoot(4).
De gang van de school. Gezien de studenten na de dagelijkse metten en mis naar huis gaan ontbijten om 8 u. lopen | |
[pagina 440]
| |
de klasuren van 9 tot 11 (de lokalen gaan een kwartier vóór aanvang open) en in de namiddag van 14 tot 16 u. Er wordt ondersteld dat de studenten een half uur later thuis zijn en studeren tot half zeven. Daaruit is af te leiden dat de refectionalen allen te Brugge zelf worden gerecruteerd. Dinsdagnamiddag en zaterdagnamiddag zijn speeldagen, vrije halve dagen, voor zover de scholieren niet aanwezig moeten zijn op de primen en de vespers zoals op zaterdag. Het schooljaar zelf begint op 1 oktober, met vrije dagen van Kerstdag tot 6 januari, de woensdag van de Goede Week tot beloken Pasen, de drie vastenavonddagen (week vóór Aswoensdag), de drie verlofdagen met Pinksteren; het zomerverlof begint na de prijsuitdeling, eind juli of half augustus.
Pedagogiek op school. Op het eind van elke week worden de lessen van de voorbije week overhoord. Eens in de maand is er compositie ende examen van den cathecismus. Bedoeling is de materie van de gehele maand op die manier door te nemen, terwijl de studenten een rangschikking naar de behaalde punten krijgen. Elke dag moeten zij overigens een thema van profijtige materie maken. Thema staat hier zowel voor vertaalwerk als eigen syntheseoefening. Na correctie in klas de volgende dag (het ingediende blad is gedateerd en bovenaan staat ad maiorem dei gloriam) wordt de perfecte tekst overgeschreven in eenen besonderen boek die op het eindexamen aan de examinateurs moet worden overgelegd. Eén keer in de week echter moeten de studenten het thema of onderwerp of werkopgave op school uitwerken onder het toeziend oog van de rector.
Het spreken van Latijn onder mekaar en met de geestelijkheid van St.-Donaas wordt verplicht gesteld in die zin dat de studenten van de hogere klassen een signum latinitatis krijgen. Wie teveel betrapt wordt geen Latijn te spreken wordt naar de scholaster verwezenGa naar voetnoot(5)Ga naar voetnoot(6). Het is ook de scholaster die uiteindelijk beslist wie wel of niet doorgaat naar een hoger jaar. De rector maakt zelf uit in welke volgorde hij zijn lessen geeft.
Het is tenslotte aan de studenten verboden in de sacristie en kerk te vegten, jocken en mallen, lachen en klappen. A. Dewitte |
|