De generaal van de kapucijnen in Ieper (1730)
Op zijn visitatiereis doorheen de Zuidelijke Nederlanden heeft pater Hartmannus van Brixen, de eerste generaal der paters kapucijnen die geen Italiaan was, ook het klooster van Ieper bezocht. Hij kwam toe vanuit Rijsel.
Over deze tocht uit de jaren 1729-30 bestaat een (kapucijns!) gedrukt relaas dat gretig vertelt op welke feestelijke wijze de generaal overal werd ontvangen. Zo vernemen we dat de bisschop van Ieper de generaal tegemoet trok en hem zijn koets aanbood. Ook de plaatselijke (Hollandse!) militaire gouverneur stond hem zijn persoonlijk rijtuig af.
In het handschrift De la Tombe (in privé bezit) lezen we enkele details over dit bezoek: 18 january 1730 is in dese stadt gearriveert den eerw. pater Hermann van Brixen, generael van de paters capucinnen ende wiert oock door het magistraet by commissarissen ghecomplimenteert ende de winnen van eeren ghepresenteert.
Pater-generaal was op zijn reis vergezeld van tien confraters. Men weet eveneens dat de paters jezuïeten van Ieper hem ontvingen en dat de studenten van hun college voor de kapucijnen een toneelstuk opvoerden (H. Raes, De kapucijnen in de Nederlanden en in het prinsbisdom Luik, VI, 540, VII, 71-74).
Pater-generaal vertrok van Ieper terug naar Rijsel op 24 januari 1730. De Bibliographie yproise van A. Diegerick vermeldt het programma van een toneelstuk, gedrukt bij Pieter De Raeve, dat de studenten van de jezuïeten opvoerden op 25 januari 1730. De titel luidt: Henoch et Elias in scenam dabuntur ab eloquentiae classis studiosis in gymnasio societatis Jesu Ipris die 25 Januarii 1730.
De kapucijnse auteurs delen met fierheid mee dat niemand minder dan de jezuïeten hun generaal de eer aandeden voor deze ene gelegenheid een opzettelijk voor dit hoge bezoek ontworpen toneelstuk voor te dragen. Wij stellen echter vast dat de Ieperse jezuïeten al jaren naeen de gewoonte hadden in de laatste dagen van de maand januari een stuk op te voeren. Zo in 1722 (22 januari), in 1723 (27 januari), in 1727 (22 januari), in 1728 (21 januari) en in 1729 (28 januari), steeds met spelwijzers die gedrukt werden bij Pieter De Raeve.
Vermoedelijk hebben de studenten in 1730 het toneelspel, dat ze al onder de knie hadden, in avant-première vertoond aan hun hoge gasten en dan kort nadien voor het eerst openbaar opgevoerd volgens het gedrukt programma. Zoals ze trouwens reeds jaren deden.
De spelwijzer was waarschijnlijk al enkele dagen vooraf gereed gekomen bij De Raeve en de vertoning aan pater-generaal en zijn gezelschap was misschien wel onverwacht gebeurd. Anders zou het programma van 1730 maar al te graag gedrukt hebben dat de fine-fleur van de Orde der kapucijnen de sierlijke latijnse volzinnen van een jezuïetencollege was komen beluisteren en toejuichen.
L.V.A.