Biekorf. Jaargang 72
(1971)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 273]
| |||||||||||
Genezing door het mirakelkruis van Damme
| |||||||||||
Bijlage
| |||||||||||
[pagina 274]
| |||||||||||
bevanghen is geweest met een lammicheyt gheheel syn lichaam deur soo dat hij niet en conde gaen nochte aermen ofte beenen roeren waerom hij continuerelyck heeft moeten cruypen ende geholpen worden selfs om sijn gevough te maken gelyck een kijndt van een jaer; segghen ende verclaersen voorts dat sij hem hebben gedaen leggen in het hospitael van St. Jan binnen Brugghe omme gecureert te worden alwaer hij is geweest ontrent den tydt van ses weken, sonder eenige beternisse, alswanneer den heer pastoor van aldaer heeft aen hemlieden geseyt ende belast dat sij het selve kijndt souden thuus halen midts daer gheen remedie toe en was. Welc kyndt sij alsdan hebben doen besoucken ende belesen door d'Eerweerde P.P. Capucynen die daerin hebben gecontinueert den tydt van ontrent ses maenden, oock sonder eenighe apparentie van beternisse. Voorts dat sij door goeden raedt hun hebben gheaddresseert tot den h. Leonardus gheviert binnen de prochie van Dudseele ende St Anna binnen de kercke van Ste Salvators binnen Brugghe, draghende de voornoemde tweede comparanten tselve kijndt op haeren rugghe. Ende alsoo sij alsdan noch geen secours en hebben vercreghen heeft de selve tweede comparante van haren bovengenoemde man versocht dat sy souden beloven tselve kyndt drye mael sauden laten sitten op de platse of berie daermede ommegedragen wordt het voorseijde miraculeus beelt [van Damme] twelc sy aldus hebben geresolveert ende gedaen. wel kyndt vande eerste reyse dat het op deselve berie geseten heeft, gebrocht sijnde in een baelmande met twee water- ofte draeghstocken gheaccompaingiert met sijne voornoemde schoonmoeder heeft begonst sijne gesontheyt recupereren, soo dat hij van over ontrent drije maenden heeft begonst alleene te gaen ende de crucken te quitteren. Ende nu, naer dat hij op den XIXden deser, wesende de laste reyse op de voorseiden berie geseten heeft, becommen heeft zijne volcommene gesondtheyt, dies sij godt loven; ende de twee tweede comparanten wonende in het gebeurte verclaersen onder eedt, alsvooren dat sij het voornoemde kyndt gedurende den voorschreven tydt seere wel hebben gekendt ende gesien dat hij was inpotent sonder te connen gaen ofte hem in effecte te bouserren, ende dat hij Carel Goeddouck hetselve tsydert den voorschreven XIXde deser heeft sien gaen alleen sonder kricke ofte stock. In de presentie van meer ander persoonen verclaersen de voornoemde le comparanten voort dat het selve kyndt op de voornoemde XIXe deser binnen Damme gevoert is in een rollewaghen. Aldus ghedaen desen XXVI Julij 1665
Ons present als burghemeestre van den commune ende schepenen
- ‘Registre der steden van Damme, Houcke ende Muenickereede’, 1662-1670, fo. 65 (Brugge, Rijksarchief. 't Vrije, nr. 17069). |
|