| |
| |
| |
Vraagwinkel
Bisscop van de Retorike
De ‘ghesellen van Retoryken’ van Nieuwpoort hadden een bestuur samengesteld uit ‘deken ende sorghers’. Boven de deken stond ‘de busschop’, een soort hoofd- of opperdeken. Zo was de toestand in 1550. Is die waardigheid of die titel een lokaal geval, of komt die benaming ook bij andere rederijkersgilden in Vlaanderen voor?
P.V.
| |
Badoniquestraat
Dit is de naam van een landweg te Kanegem. Vruchteloos zocht de gemeente een verklaring voor de naam, en heeft hem daarom door een andere vervangen. Kan iemand licht brengen?
G.V.P.
| |
Lolledrayers
In de jaren 1760 vielen heel wat ‘lyne-wevers’ in het Land van Waas zonder werk. De Staten van Vlaanderen willen de werkloosheid tegengaan o.m. bij goede huisvaders, die moeten leeglopen, lolledrayers gaan worden, d.i. smokkelaars, blauwers. Is die benaming van elders bekend? De Bo kent lollen: sluiken, smokkelen, doch geen samenstellingen met dit woord.
C.B.
| |
Karpers van Bulskampveld
In een ‘Beschryvinge van Vlaenderen’, die in feuilleton werd gedrukt in de Gentse Nieuwen Almanak van de gebroeders Gimblet, staat in de jaargang 1791 (p. 5) de volgende wetenswaardigheid.
‘Heerlykheid van Wildenburg, of Bulskamp.
Dese Heerlykheid paeld aen de grootste Heyde van Vlaenderen, bekent onder de naem van Bulscampveld, en is met Bosschen en Vyvers, welke tot het aenqueeken van Karpers zeer bequaem zyn, omringd’.
Over de rijkdom aan vijvers en karpers in dat gewest moet nog meer te vinden zijn?
A.G.
| |
De vrolijke Nieuportnaar
Zo noemde men Pieter-Jozef Vermet, een geboren Nieuwpoortenaar, overleden in 1865 (hij was 85). In leven: meester kuiper, herbergier en brave burger, die vele liedjes dichtte, mondeling, hij schreef ze niet neer. Tijdgenoten hadden wel stukken en brokken opgetekend. Is er nog iets van de liedjes van die volksdichter weer te vinden?
C.B.
| |
Duytsche wind
Op een schutblad van een ‘Grooten Brugschen Comptoir Almanach’ voor het jaar 1770 (exemplaar bewaard in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel) staat de volgende handschriftelijke nota: ‘Den 15 April 1771, heeft 's nachts sterck gevrosen, den 16-17 veel gesneet met eenen sueren ende straffen duytschen wint’. Waarom duytsch? en waar elders bekend?
V.E.
| |
| |
| |
Ambigu
Weiland, Kunstwoordenboek 24 (Antwerpen 1843) schrijft: ‘Ambigu’ wordt ook gezegd, wanneer men warme en koude gerechten, fruit, gebak, enz. te gelijk opdischt’. Deze culinaire term is, meen ik, in het ndl. niet meer bekend. Wanneer is ambigu in onze taal ingedrongen en er uit verdwenen?
| |
Dodiksche Vygen
De nog in 1796 te Antwerpen herdrukte ‘Leydsman der Gesondheyd’ begint zijn terapeutische beschouwing over long en borst met de volgende beschouwing: ‘De Longe is lekker en heeft geerne soete ende versachtende dingen, als soetemelk geraengeld met suyker, witten Maegdenhoning om te slikken, gesuykerde Amandelen, Stok-suyker, blouwe Rosynen, Dodiksche Vygen, en Soet-hout...’ - Wat zijn of waren die bijzondere ‘Dodiksche’ vijgen? Zo genaamd naar een herkomst?
D.G.
| |
Olie van de veemol
Tegen verstuiking, verrekking van spieren gebruikten sommige (nog rond 1900) ‘olie van de veemol’. Ze zetten veemol op olie om daarmee in te wrijven. Medegedeeld door een Hoekenaar die het hoorde van zijn vader zaliger. Is de herinnering aan dit volksmedicament nog elders bekend? - Veemol: veenmol (Gryllotalpa vulg.)
D.G.
| |
Bakje-Teste
De Bo geeft geen samenstelling van zeep- met bakje of teste. Het bakje (zepebakske) voor bruine zeep hing aan de muur; was uit metaal of ‘verlakt’. Waar zei men zepebakje, waar zepeteste?
J.B.
| |
Gaten op de Leie
Op de Leie lagen oudtijds verscheidene gaten die in de geschiedenis van de Schippersnering van Gent meer dan eens genoemd worden. Bekend waren: het gat van Drongen, het gat te Pamele, het grote gat van Harelbeke, het gat te Waasten. Gat steeds met bet. sluisgat of in verband met sluiswerken. Bestaat er een overzichtelijke studie van waterwerken op de Leie vóór 1800?
E.V.D.
| |
Oculus
Is middellatijn oculus met bet. monnik-voorzanger in het koor, een specifieke benediktijnse term? (Zo genoemd omdat hij de ogen altijd op het boek moet houden?).
P.W.
|
|