Zevenjarig beleg van Gent in 965
Op de vraag in Biekorf 1970, 319.
De bron van dit legendarisch beleg van Gent is waarschijnlijk de Gentse kroniekschrijver Marcus van Vaernewyck (Vlaemsche Audvremdigheyt, 1560). Uit deze of een andere kroniek hebben rederijkers in 1765 het beleg van 965 bovengehaald om er het achtste eeuwfeest van te vieren. Een getuigenis van die viering is bewaard in het programma van een toneelstuk dat in 1765 te Ledeberg werd opgevoerd. Hier volgt de titel van dit programma naar het exemplaar van F. Vanderhaeghen (BG. VII nr. 14711).
‘De vrome held-dadigheyd van Arnoldus den V. grave van Vlaenderen. Ende de standvastige Kloekmoedigheyd der Gentenaeren, onder het uytstaen van een seven-jaerig Beleg van dry Koningen, Vrankryk, Engeland en Schotland:
in 't Jaer 965.
Noyt voor desen vertoond. Zal Speel-wys vertoond worden, door d'eendragtige Jonkheyd van Sinte Pieters Ledeberg nevens Gend......
1765.
De Vertoond-plaetse is buyten de Keyser-poorte op den groenen Dries der selve Vrye Heerlykheyd.
Men sal beginnen ten 2. uren na-middag in 't Public.
U.-L. dienaer, J.B. De Cock, Directeur.’
Het programma (2 ff.. in-4o) is gedrukt ‘Tot Gend, bij de Weduwe van Michiel De Goesin, recht over den Raed’.
Dit stuk werd door de ‘Reden-konst-minnende Jongheyd’ van Ledeberg hernomen in mei 1778 onder een enigszins gewijzigde vorm: graaf Arnoldus verschijnt in het stuk als ‘winnaer ende minnaer van Rosalia in het tornoyspel, dochter van Berengarius, Koning van Lombardien’; ook in dit romantisch travesti blijft hij verbonden met het ‘zevenjaerig beleg van dry Koningen’. (Vander Straeten, Théâtre villageois II 129). Deze nieuwe versie werd in 1778 opgeluisterd door vuurwerk en balletten gedanst door de Franse dansmeester Antoine Monier en zijn leerlingen.
Omstreeks 1805 werd ‘Het zeven-jaerig Beleg van Gend... Treurspel in vyf bedryven’ uitgegeven door de Gentse drukker P.A. Kimpe (BG. IV 405). Deze uitgave draagt de vermelding ‘Eersten Druk’ (48 pp. in-8), is niet gedateerd en draagt geen auteursnaam.
C.B.