Waarheid zeggen
Van kinderen en zotten hoort ge de waarheid, kinderen en zotten zeggen de waarheid...: een spreuk die nog steeds behoort tot de volkswijsheid in velerlei talen.
Een derde ‘waarzegger’ was oudtijds de dronkaard: in zijn Lekenspiegel (ca. 1325) noemt Jan Boendale de ‘kindre ende sotte ende dronckaerts’ als openbaarders van de ‘heymelichede der dinghen’. (Stoett, Spreekwoorden nr. 1145).
De spreuk wordt heden nog gebruikt met betekenis: ‘kinderen (en zotten) zeggen soms de klare waarheid’: flappen er argeloos alles uit, op hinderlijke wijze (en worden dan een onvertaalbaar enfant terrible!).
In de oude taal, tot in de 16e eeuw, lag in dat ‘waarheid zeggen’ nog een zekere magische betekenis: kinderen en zotten zijn waarzeggers, onthullen het onbekende en onkenbare, ook de toekomst, kinderen en zotten zijn profeten zonder het te weten.
In zijn Trésor des Sentences (1550) noteerde Gabriel Meurier de spreuk ‘Enfans et sots sont devins’, die werd overgenomen in het Gents Naembouck (1562) van Joos Lambrecht en in de Proverbes (1568) van François Goedthals. Kinderen ende sotten zijn ‘waerzegghers’: ook een andere gelijktijdige spreuk wordt daardoor belicht die luidt: Maak mij waarzegger, en ik maak u rijk (Fay moy devin, je te feray riche; Gents Naembouck, ed. Verdeyen, p. 220).
De oude versie van de spreuk bevestigt dat aan kinderen en zotten een charisma van onbedrieglijkheid werd toegedacht. ‘Chyldren and fooles tel truth’ (1578) - ‘Fooles and babes tell true’ (1610). Als getuige van profetisme in het oude volksgeloof verdient deze spreuk nader te worden onderzocht.
e.n