Baron Kervyn op Beverhoutsveld
In het derde deel van zijn beroemde Histoire de Flandre (1847) beschrijft Baron Kervyn de Lettenhove de veldslag van 3 mei 1382 tussen de milities van Gent en Brugge. De jonge historicus had gedurende de redaktie van zijn werk, in 1845, een bezoek gebracht aan het Beverhoutsveld, toneel van die bloedige ontmoeting. Een voetnoot (blz. 480-481) bewaart ons een relaas van dit typisch romantische bezoek. Het mag wel (in vertaling) worden bovengehaald, de Vlaamse vertalingen van de Histoire hebben, zoals men weet, de voetnoten en bewijsstukken van het origineel niet opgenomen.
‘Twee jaar geleden doorliep ik te paard de heide van Beverhoutsveld. Ik ondervroeg er de boeren, of ze nog iets wisten van die slag van 3 mei 1382. Een onder hen toonde me het kamp van de Gentenaren: de verschansingen ervan zijn nog goed bewaard, en aan de kant van Brugge is het veilig beschut door “un grand flaschier plein d'eau dormante” (Froissart). Mijn zegsman noemde de plaatsen, waar zich de bloedigste episoden van de veldslag hadden afgespeeld, met namen die de herinnering eraan opriepen, en hij voegde eraan toe dat hij soms onder het gras stukken van zwaarden en wapenrustingen had gevonden.
Het werd avond. De wind zuchtte in het gras en het riet, aan de voet van die grafterpen waar, sedert vier eeuwen, niets de rust van de doden is komen storen. De zon zonk weg aan de kim, als een schitterend symbool van die eeuwen van macht en glorie die door een diepe dienacht werden opgevolgd.
Mijn gids was heengegaan. Maar ik meende nog de stem te horen van de minderbroeders die herhaalden: Niet naar de overmacht gaat de zege, maar naar hem voor wie God ze beschikt’. (Deze laatste uitspraak verwijst naar een woord van de Gentse minoriet in zijn relaas over 1302).
De ‘pleckschouwinghe’ van de jonge (28) kasteelheer van Sint-Michiels en zijn interview met die (voorkomend en gedienstig) heemkundige landman is een tijdsdokument: niet om er de eeuw van de Artevelden mee te belichten, wel echter om er de figuur en de stijl van Kervyn zelf mede te benaderen. En Kervyn wacht nog steeds op een biografie voor de lezer van onze tijd. Alleen al de drie eerste delen van zijn meeslepende (en Conscience en Rodenbach inspirerende) Histoire de Flandre geven hem recht daarop.
A.V.