Biekorf. Jaargang 40

Boekennieuws.

- A.M. Pols. Peter Benoit's Leertijd. Honderd Brieven aan zijn Ouders uit de jaren 1851-1862. Antwerpen, De Sikkel (Kruishofstraat 223), 1934. In-12, 166 blz. = Fr. 24. (gebonden fr. 35.).

Het Museum der Vlaamsche Letterkunde te Antwerpen bezit een talrijke verzameling brieven uit den jongen tijd van Peter Benoit. Daarin heeft de uitgever een keuze gedaan: hij heeft eerst de belangwekkende brieven uit de andere uitgezocht; uit de honderd uitgelezene laat hij dan nog wegvallen al wat voor de kennis van 't leven en 't werk van den jongen kunstenaar zonder belang is. Al de brieven zijn in 't Fransch opgesteld; een paar keeren voegt Benoit er een staartje Vlaamsch of Harelbeeksch aan toe. Ze zijn geschreven uit Brussel, Dresden, Praag, Berlijn en Parijs: 't is

[p. 311]

een boeiende lezing, waarvan men geen blad zal overslaan. De Uitgever heeft de kunst van kiezen wonderwel verstaan en uitgewerkt zonder de weetgierigheid te misdoen. In de uitgebreide inleiding geeft hij daarenboven een oorspronkelijke beschrijving van Benoit's leerjaren. Deze uitgave is, in al hare zakelijkheid, een waardige en blijvende vereering voor den grooten Vlaamse hen Meester.

K.R.

- M.J. Van den Weghe. Hallensia. Notitiën, Studiën, Aanteekeningen, Bewijsstukken over de stad Halle. Tweede Reeks. Halle, Demesmaecker, 1934. In-8, 180 blz.

Het eerste deel van de Hallensia (alhier besproken, 1933, bl. 317) genoot een goed onthaal bij lezers en liefhebbers. De Schr. is daardoor aangemoedigd om ieder jaar zijn vondsten en zantingen te bundelen ten dienste en ter ontspanning der goede lieden van Halle; wij zijn buiten de streek van die opzoekingen en toch lezen we met belangstelling sommige bijdragen o.a. over de Huidevetterijen, Zeden en Gewoonten onzer voorvaderen, Halle in Franschen Tijd. De Hallenaars zelf zullen nog meer vinden in de familiegeschiedenissen; er is spijze voor ieder mondje. - Zou de bladwijzer niet best geheel achteraan gedrukt staan? 't ware m.i. handiger om door den bundel zijn weg te vinden.

V.

- Zeeland door de Eeuwen heen, door M. Van Empel en H. Pieters. Negende aflevering. Uitg. G.W. Den Boer te Middelburg in Zeeland. Vgl. hierboven bl. 230 en de vorigen.

Deze aflevering behandelt de geschiedkundige aardrijkskunde van het Zeeuwsche land in de 19^e eeuw; de toegevoegde bibliographie is als altijd zeer volledig. Buitengewoon welkom is de illustratie in deze aflevering: het gezicht van Westelijk-Zeeuwsch Vlaanderen uit ons Gruuthuse-Museum; een gedeelte van de mooie kaart in 1538 door Pieter van der Beke vervaardigd en nu berustend in 't Germaansch Museum van Neurenberg; vervolgens een fragment van de kaart van Vlaanderen van 1570 door Mercator, slechts bewaard in den proefdruk uit het Plantijnsch Museum; eindelijk de kaart van Vlaanderen door Jacob van Deventer in 1555, volgens de uiterst zeldzame uitgave van Tramezini, waarvan een exemplaar bewaard wordt in de Wurtembergsche Staatsbibliotheek van Stuttgart. Zulke illustratie verhoogt aanzienlijk de waarde van dit breed opgevatte werk.

V.

- E.D. Baumann. Drie Opstellen over Volksgeneeskunde. Scheveningen, Uitg. Eigen Volk, 1934. In-8, 48 blz. = fl. 0.60.

Deze opstellen behandelen: 1. Primitive opvattingen over

[p. 312]

lijf en leven; 2. De bok en de geit in de Volksgeneeskunde; 3. De dood door den bliksem in volksgeloof en wetenschap. Bij alle drie wordt veel geleerdheid samengebracht; in 't algemeen zoekt Schr. heel ver en diep om eenvoudige uitingen van volkswetendheid uit te leggen of met elkaar in verband te brengen. Het laatste opstel is ook voor liefhebbers leesbaar.

B.