Biekorf. Jaargang 40
(1934)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHollantse en Europische Mercurius.MERCURIUS, de snelvoetige bode van de Olympische goden, heeft zijn naam gegeven aan een reeks van periodieken, die, met een zeer korte onderbreking, van 1650 tot 1815 te Haarlem en te Amsterdam verschenen. De Stads-Bibliotheek en Leeszaal te Haarlem mag grootsch gaan op het bezit van een voorbeeldig geconserveerd volledig stel van deze boeken, die een ware schatkamer zijn niet alleen voor de geschiedenis van de Noordelijke Gewesten, maar ook voor die van de belangrijkste landen van Europa. Enkele stukjes daaruit, waarvan ik veronderstelde, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 190]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat zeden Lezers van ‘Biekorf’ belang zouden inboezemen, heb ik overgeschreven en aan de Redactie toegezonden. Eenige daarvan hebben in ‘Biekorf’ een plaatsje gevonden; andere rusten nog in de redactionneele portefeuille. Mijn zendingen gaven den Lezers aanleiding mij te vragen, hun wat meer van deze periodieken te vertellen en dat wil ik thans doen, na ze allen doorgebladerd en wat mij erin interesseerde, doorgelezen te hebben.
De afmetingen van de verschillende deelen zijn 183 bij 140 m. M. met een spiegel van 160 bij 112 m. M. Wat de onbekend gebleven redactie geschreven heeft, is in het Gothisch, ter grootte van het tegenwoordige augustin gedrukt; voor noten in den tekst, woordelijke aanhalingen, rapporten en ambtelijke stukken werd romeinschrift gebezigd, in grootte overeenkomende met de tegenwoordige lettersoorten van diamant tot dessendiaan; ook cursief. Voor de titels zijn ook zware letters van het Romaansche type gebruikt. Het eerste deel dan heeft allereerst een weinig kunstzinnige koperplaat, in het midden waarvan een cirkel om den titel:
Hollantse / MERCVRIVS, / Historisch wijs Vervatende / Het Voornaemste in / CHRISTENRYCK / Ao 1650 Voorgevallen. Tot Haerlem, / Gedruckt by Pieter Casteleyn, Boeck / drucker opde Marckt 1651.
Alleen dit deel bevat een Latijnschen titel, luidende: Annales / Batavicae, / Onder den Naem van / Hollant/sche / Mercu/rius. Hierna volgt: Toe-eygeningh aen de E. Achtb. Heeren / Quiryn Van Napels, / Thomas Swan, / Cornelis Gelder, / Salomon Cousaert, / Regeerende Bargemeesteren van Haerlem; / Mitsgaders: / Jacob Benning, Raedt. / Mr. Cornelis van Loo. / Jacob Steyn, Raedt. / Mr. Willem van der Horn. / Secretarissen./ Erentfeste Heeren; | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 191]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De meer als gemeene Voor/vallen des even voor-by ge / gleden Jaers 1650 hebben / my verplicht, om 't Verhael / van dien in het kort als een Jaer-boeck Vwe E. Achtbaerh. voor te / dragen, daer nochtans die materie wel / een wijtloopiger Discours verdiende, / zijnde nu maer alleen gantsch sober/lijck ende met discretie aengeroert: / 't Welk eensdeels geschiet is om in de / een noch in d'anders nauwe ziftery / te vervallen, dewijl het noch de oude / Wereldt is, die ons leert: Dat hy veel / opspraeck lijdt die aen den Wegh timmert./ Evenwel verhoopende, dat V.E., den / Staet, en Ingesetenen, hier door t'eeni/ger tijdt mochte gedient worden, heb / 't selve V.E. te liever toegeëygent, / uyt affectie en Borgerlijcke danckbaerheyt spruytende. / Leest, Leert, en wat goet is onthout, volght, en vaert Wel./ In Haerlem, desen 4 April 1651. Uwe dienstschuldige P.C./ Uit deze opdracht blijkt, dat de gebeurtenissen werden beschreven in het jaar, volgende op dat, waarin ze waren voorgevallen. De schrijver(s) gebruikte(n) in de eerste plaats ambtelijke bescheiden, onder de namen van plakkaten, publicatiën, resolutiën enz. uitgaande van de Algemeene Staten, de Provinciale Staten en Stedelijke besturen; officieele berichten van of aan bij het Nederlandsche Hof geaccrediteerde gezanten; brieven en rapporten van Nederlandsche staatsdienaars aan hun meesters; sententiën van krijgsraden, provinciale en stedelijke gerechts-collegies; dagrapporten van eigen en vreemde leger- en vlootaanvoerders, enz. Officieele stukken betreffende buitenlandsche aangelegenheden, vredesverdragen, capitulaties van belegerde vestingen, enz. werden aangevuld met tijdingen over natuurrampen, branden, ongelukken, merkwaardige voorvallen, enz. De laatste rubriek schijnt ontleend te zijn aan bronnen, die slechts bij uitzondering worden genoemd. Vanzelf spreekt het, dat de journalen van de Nederlandsche koopvaardijschippers een welkome bron voor de(n) schrijver(s) waren. De Nederlanders zijn steeds geweest een theologiseerend volk en daarvan leggen de verschillende deelen òòk getuigenis af. In den~ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 192]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
loop van tijd namen politieke en economische berichten aangaande de landen van overzee een belangrijke plaats in. De opdracht wordt gevolgd door den hoofdtitel: Hollandsche / Mercurius / Behelsende het gedenckweerdigste in / Christenrijck / Voor-gevallen / Binnen 't gantsche Jaer 1650. Een vignet (houtsnede) stelt voor: in een ovale omlijsting een naar links zienden leeuw met een zwaard in den rechterklauw, terwijl de linker rust op het wapen van Holland; in de onderhelft van het ovaal de wapens van de steden (van links naar rechts) Hoorn, Amsterdam, Leiden, Medemblik (Dordrecht?), Haarlem, één dat mij onbekend is, en Alkmaar. In de bovenhelft van het ovaal staan in spiegelschrift de woorden Pax-et-Jvstitia en naast het vignet in verticale regels: Omnia non expectata/ reddunt attonitos. Het omschrift wisselt bij de verschillende jaargangen. Gescheiden door een streep staan aan den voet der bladzijde de regels: Tot Haerlem, / Gedruckt bij Pieter Casteleyn, Boeckdrucker op het / ZandtGa naar voetnoot(1) in de Goude Keysers KroonGa naar voetnoot(2)./ Boven elke bladzijde van den tekst wordt de titel ‘Hollantse Mercurius’ herhaald; boven de rechterbladzijden staan de maandnaam en het jaartal. De nieuwe onderneming werd bescheiden ingezet; | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 193]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het eerste deel toch telt niet meer dan 63 bladzijden tekst en het ‘Register van het Eerste Deel’ dat we hier laten volgen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 194]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 195]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nu en dan worden wijzigingen in de omschrijving van den titel aangebracht, een ophelderende voorrede aan den tekst toegevoegd, de titelplaten beter verzorgd, platen en houtsneden in den tekst opgenomen, maar het beeld van den inhoud, dat hierboven gegeven werd, blijft. Het gaat Pieter Casteleyn's onderneming naar wensch; de deelen dijen langzamerhand uit tot lijvige kwartijnen en meer dan één deel moet worden herdrukt. Zoo is het tweede deel (1651) in de Haarlemsche Bibliotheek een in 1676 verschenen herdruk. Pieter Casteleyn was toen overleden en opgevolgd door zijn zoon Abraham, ‘Stadts Drucker, op de Marckt, in de Blye Druck’. Het derde deel (1652) is een in 1660 verschenen ‘vierden Druck, merckelijck verandert, verbetert, ende met diverse stucken nevens 't 2, 7 en 9 Deel vergroot’. Maar wat vooral voor deze uitgave spreekt, waren de nadrukken, die in den handel werden gebracht. In de Haarl. Bibl. berust er een van het 17de deel (1666) - een zeer geschonden exemplaar - met de volgende aanwijzing: ‘T'Amsterdam / Voor Jacob Venckel, Boeckverkooper in de / Beursstraat, in de History-schryver. Anno 1667.’ Blijkbaar oordeelde Pieter Casteleyn het hiermee welletjes. In de eerstvolgende deelen komt na den titel een ‘Extract van Privilegie’ voor, waarin wij lezen, dat de Staten van Holland en West-Friesland Pieter Casteleyn ‘authoriseren ende octroyeren’ den Holl. Merc. ge- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 196]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
durende den tijd van 15 eerstvolgende jaren ‘binnen onsen Lande van Hollant ende West vrieslant alleen sal mogen drucken, uyt geven ende verkoopen.... Nae gedruckte, in-gebrachte, verhandelde ofte verkochte Exemplaren’ zullen verbeurd verklaard worden ‘ende een Boete daer en boven van Drie Hondert Caroli Guldens’... Pieter Casteleyn en later zijn zoon Abraham zetten de uitgave voort en - met succes naar het schijnt, te oordeelen naar inhoud en uiterlijk van den Holl. Merc. In 1690 daagt een mededinger van den Holl. Mercurius op in den ‘Europische / Mercurius / Behelzende / Al het voornaamste 't geen, zo omtrent de zaaken van / Staat als Oorlog, in allede Koning / ryken en Landen van / Europa, en ook zelfs in verscheidene Gewesten van / d'andere Deelen der Wereld, is voorgevallen. Op een onverwarde en klaare Historische manier beschreeven, en / met alle de daar toe noodige Authentyke stukken en Bewyzen / voorzien. Door E.V. Philologe-Polit. / Eerste Deel, / Begrypende de Maanden January, February en Maart, / van het Jaar 1690. t'Amsterdam, gedrukt voor den Auteur; en zyn te bekomen by Timotheus ten / Hoorn, Boekverkooper in de Nes, in 't Zinnebeeld, 1690.’ Het formaat is iets grooter dan dat van den Holl. Merc. nl. 20 × 15.2 cM., spiegel 15.9 × 11.6 c.M., de druk is romaansch, aanteekeningen op de marge der bladzijden en de meer practisch ingerichte bladwijzer vergemakkelijken het raadplegen van het werk, de spelling is eenvoudiger. In een woord ‘aan den Leezer’ deelt de redacteur mede, dat ‘de ongemeene zaaken en revolutien, welke voorgevallen zijn sedert dat door de hoogmoed en staatzucht van Vrankryk de Christene Wereld in oorlog geraakt is ons het voorneemen deeden opvatten van met den aanvang des jaars een nieuwe soort van Mercurius t' ontwerpen. Niet dat wy daarom van meening waren eenige hinder toe te brengen aan den Auteur | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 197]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van den zo wel bekenden Hollandschen Mercurius: in tegendeel achten Wy zyn Werk, en beminnen zyn naauwkeurighed in het verzamelen van zo veel curieuse authenthyke stukken’.... De schrijver wijst er verder op, dat de lezer het nieuws nu na drie maanden krijgt; zet de inrichting van zijn werk uiteen; verklaart zich op godsdienstig gebied volstrekt neutraalGa naar voetnoot(1); verwerpt de stelling, ‘dat d'oorlogen om de Relige gevoerd worden’ en meent ten slotte, dat de nieuwe uitgave recht van bestaan heeft (‘al hadden wy 'er ook geen andere lof af’), ‘op dat de stukken, welke t'eeniger tyd in de Historien van ons Vaderland dienst konnen doen, hier in ten minsten bewaart moogen weezen’. Eerlijker ware het geweest, indien E.V. geschreven had, dat hij, wat het verzamelen van authentieke stukken betreft, het voetspoor van zijn Haarlemschen concurrent zou drukken. Nieuwe bezems vegen schoon deel XLI (349 blz. buiten 7 blz. inhoudsopgave) is het laatste, dat in 1691 van de pers komt.
Na dit uitgebreid overzicht kunnen de opvolgers van den ‘Hollantse Mercurius’ in beknopter vorm besproken worden. Haarlem. J.D.H. van Uden. |
|