Biekorf. Jaargang 40
(1934)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 145]
| |
[Nummer 6] | |
Een brief van een bloeddorstigen volontaire.
| |
[pagina 146]
| |
connissance moet van blauw papier zyn of anderzinsen saude ik myn geit niet connen ontfangen...’ Een stortingsbewijs van zulk een ‘reconnaissance’ heb ik weergevonden, en laat het hierna afdrukken; de geschreven invulling is hier cursief gezet. J.D.S. | |
Gaingamp, den 10 Januarij 1800.Beminden Vader ende Moeder, Naer ul: van herten gegroet te hebben, laet ik ul: weten den staet van mijne gesontheyd, gelijk ik verhope van ul: het selve; en ul: brief van den 17 brumaire is my wel behandig, waer uijt ik verstaen dat ul: in groote verwonderynghe zijt van geen antworde te hebbe van den brief die gij mij geschreven hebt den 20 7bre 1799: en nogtans dat ik ul: antworde gesonden hebbe soo haest als ik het geld ontfangen hebbe, waervan ik selve verwondert staen dat ul: geen antwoorde gehadt en hebt; soe beminde ouders, ik versoeke ul: van my geld op te senden soo veel als het ul: mogelijk is, want ik hebbe het heel noodig om mij kleederen te koopen, want de republijke gelijk of ul: wel weet niet te veel en geven, soo syt goet van op my te peijsen; en wegens van t' nieuws is tdat de brigansd niet haest de waepens af en legge in den tijdt van nog 10 dagen ul: sal hooren in corten tijdt als dat in Britagne sal gaen gelijk het eens gegaen heeft in Lavondée [Vendée], als dat men t'al in vier en vlamme sullen steken en al vermoorden dat wij vinden. Doet de complementen aen susters en broeders en aen gheel de familie en aen alle kennisse, waer mede blijve in afwagtinge van ul: antworde soo haest het mogelijk is met het versogte geld, sito, sito, sito, cito, cito, sito, sito, sito, beminden vader ende moeder. Ul: ootmoedigen dienaar Joannes Gijdée Mijn adres is: au citoeyn Jan Gijdée, vollontaire a la 7ieme compame, 3ieme battaillon, 71ieme dimie brigade, | |
[pagina 147]
| |
a garnison a Gaingainp du partemant du Cote = du Nordt. Adres: [21 Guingamp]. Au citaeijn Pierre Soeljaer wont in de Vispaenstraete a Bruges an Flandres du de partemant de la Lys, cito, citoGa naar voetnoot(1).
Bijlage: Stortingsbewijs van een ‘Reconnaisance’.
Bureau des Postes d'Ypres, no 285. Article dArgent onze francs quatre vingt quatre centimes Déposé par la Cn Fermin Morrey le 9 thermidor l'an 9 de l'ère républicaine, pour le Cn Ange Albert Morrey à Turrin. Nota. Ce Numéro doit être gardé par la personne qui fait le dépôt, pour le représenter au Bureau en cas de réclamation; il servira de renseignement pour recherches de l'article, ou en cas de nécessité d'expédier un duplicata de la Reconnaissance. Staatsarchief te Brugge, Modern Archief, Bundels, 3e reeks, nrs 1019 en 1068. |
|