Biekorf. Jaargang 26

Mengelmaren

Tijdens den oorlog werd er veel van zeep gesproken, en een oud wijveke zei:

- Wij zullen nog moeten met ippenasschen wasschen.

Wij en wisten niet wat het was en wij gingen eenen ouderling te rade die in de kennis van allerhande oude geplogentheden en oude zeisen zeer ervaren was.

- Dat is doodeenvoudig, zeide hij. Dat is asschen van ijpenboomen. Ze verkochten dat vroeger in tonnekens en men kookte daarin het garen om het vet te maken.

[p. 264]

In het Berliner Tageblatt van 17 Januari 1917 lazen wij:
‘Man kann Birkenasche zùr Wäsche verwenden’.

J. Cl.

Doodsberichten

De volgende westvlaamsche toekomstige-zendelingen, allen uit het Gezelschap van O.L.V. van Afrika (Witte Paters), sneuvelden voor het vaderland:

De Maeght Ovidius, geboren te Wynghene den 14ⁿ in Bloeimaand 1892, viel aan den Yzer te Allerheiligentijde 1914. Hij was oud-leerling van 't College te Yper.

De Boninge Lodewijk, te Antwerpen geboren, leerde te Rousselare en te Kortrijk, sneuvelde den 7ⁿ in Bloeimaand 1918, bij Nieuwpoort.

Van Laere Emilius, geboren te Kortrijk, was leerende in 't eerst aan 's H. Amands College in zijn geboortestad, sneuvelde bij Nieuwpoort den 9ⁿ van Grasmaand 1918.

De Maeght Jozef, uit Wynghene, gewezen leerling aan het College te Yper, gedood te Moorslede den 14ⁿ van Zaaimaand 1918.

C. Scherpereel

S^t Truiden, 12/12/19.

Krijgsaalmoezenier.

[Weervoorspelling uit de katten]

Als de katten met de klauwen der voorpooten aan boom of stake trekken, dan vertrekken ze den wind, zegt men, en er is slecht weer op handen.

(Blankenberghe).

Van ons huishouden

- Nog dit jaar, in den loop der aanstaande Wintermaand, gaan we de rekeningskes uitzenden voor 't toekomende jaar 1921. Believe 't, niemand achter te blijven.
- Die weet van entwien bij wien mocht aangedrongen worden opdat hij ook op Biekorf zou inteekenen, melde 't ons, en, waar het kan zijn, helpe mee om dien vriend te bewilligen. Vooral tot U wordt deze bede gericht, Leeraars. Onderwijzers, Hoog- en Wijleerlingen, gewezen en huidige mannen ‘van Leuven’, Zielenherders, dan allen die vantusschen de levensbeslommeringen nog geren altemets opziet en hoort van Vlaanderen en zijn goèn oudentijd, en zijn volkstaal en zijn ingodsdienstige zeden. Gaat, en zegt en doet entwat, ringsom u, ten bate van Biekorf. Dank op voorhand.