Biekorf. Jaargang 26

(1920)– [tijdschrift] Biekorf– rechtenstatus


Ze zeggen... Ze zeggen dat er te Brugge, aan de vestingen-binnen, tusschen den ‘Hongersnoodsmeulen’ en 't Minnewater een huis, en een groot, opgebouwd is geweest in 't jaar 1914, met inzicht oudewetschachtig gemaakt, al is het nieuw uit den grond: koopziende en eigenaardig genoeg, maar - vanverre - uitgewoond moe'-je denken, wak en versleten wellicht, enja oud... want het is overwitseld van onder tot boven. En, tot aanwijs of zelfs een bewijs, dat dezes... oudewetsch-achtigheid... echt is, heeft men er 't jaar opgezet, immers met hulpe
[pagina 258]
van de ijzeren trekkers of ankers zulkdanigerwijze gevest dat de trekker, welke 9 verbeeldt, schijnt te zijn overgeklaaid, en dat alzoo ‘1914’ geworden is ‘1614’! 't Is een keer entwat nieuws! of neen, entwat ouds! of neen, noch wat nieuws noch wat ouds! kunst dus, en geene! En ze zeggen ook dat er menschen zijn, menschen met eerbied voor 't oude, twee drie, die dit reeds hebben achtergedaan op andere woningen ookal! 't Komt alzoo. Door ‘authentiek’ altijd uit te spreken als ‘oudantiek’, zijn ze te Brugge gaan denken dat 't 'tzelfste is.